Historisch epos over liefde in tijden van oorlog
Met Tijden van vuur, een roman die zich afspeelt in de tweede helft van de jaren 1500, zette de Britse Kate Mosse (1961) de juiste toon. Deze bestseller krijgt een klapper als vervolgdeel: Stad van tranen, ook nu weer in een ijzersterke vertaling van Merel Leene. Ondertussen schrijft Mosse verder aan nummer drie van haar vierluik 'The Burning Chambers', een serie waarin ze zich buigt over driehonderd pittige jaren geschiedenis.
De mysterieuze proloog speelt zich af in Zuid-Afrika in 1862, vervolgens keert de auteur terug in de tijd naar 1572. Frankrijk vormt het uitgekozen decor. Minou Joubert, het hoofdpersonage, is de vrouw van Piet Reydon. Het stel bevindt zich samen met hun twee kinderen en familie in Parijs. Ze wonen een koninklijk huwelijk bij, tussen de zus van de katholieke Franse koning en de protestantse Henri van Navarra. Deze trouwpartij zou de vrede kunnen herstellen in het door religieuze oorlogen geteisterde Frankrijk. Het valt echter helemaal anders uit, zodat de Reydons wegvluchten naar Amsterdam. Ginds, in de feitelijke stad van tranen, voelen ze zich eveneens niet veilig. Zelfs hun aartsvijand, de moordlustige Vidal – die intussen kardinaal Valentin heet – blijft een latent dreigend gevaar.
'Winkels, gebedshuizen, zelfs woningen van katholieken werden kort en klein geslagen. De meute was losgeslagen en stond onder niemands bevel. Het moorden ging maar door.'
Glashelder zet de schrijfster het toenmalige, woelige tijdsbeeld in Frankrijk en Amsterdam neer. Onbewust belandt de lezer midden in de actie, waarbij de religieuze oorlogen tussen katholieken en hugenoten, alsook de spannende avonturen van de familie Reydon, de aandacht opeisen. Minou en Piet krijgen een aanzienlijke portie lief en leed te delen met elkaar. Een tragedie geschreven in bloed. Amsterdam was in die tijd een belegerde stad die in opstand kwam tegen de Spaanse bezetting. Deze beklemmende situatie wordt levendig en uitvoerig weergegeven; het levert een aantal spannende passages op.
Het verhaal is opgebouwd met geromantiseerde geschiedkundige fictie. In haast honderd korte hoofdstukken vertelt Mosse dit alles in haar typische toegankelijke stijl en taal. Op een onweerlegbare wijze portretteert ze de centrale personages; met een scherp oog voor de details. Tevens ontsnappen de intrigerende locaties niet aan haar opmerkzaamheid. In april 2019 heeft Mosse, op uitnodiging van het Nederlands Letterenfonds, als 'writer in residence' grondig onderzoek kunnen doen in Amsterdam. Op het eindresultaat van haar noeste arbeid mag ze bijzonder trots zijn.
'Toen de eerste zonnestralen de kamer in schenen, ondertekende Minou haar bericht, droogde de inkt en verzegelde de brief, en daarna belde ze. De bediende kwam en nam de brief mee, woorden die nog een hart zouden breken.'
Met een reeks zoals deze, die gegrondvest is op een reëel verleden, betekent enige voorkennis een beduidend pluspunt. Dit deel begint immers daar waar Tijden van vuur eindigt. Toch laat Stad van tranen zich evenzeer lezen als een losstaande vertelling.
De roman bevat enkele thrillerelementen. Zo staan bijvoorbeeld de proloog en het eerste hoofdstuk alvast garant voor een portie spanning en geheimzinnigheid. Naarmate het boek vordert, neemt de suspense trapsgewijs toe. Een imponerend en meeslepend historisch epos over liefde in tijden van oorlog.
Reageer op deze recensie