Oververhitting is geen optie
Met Stemvorken levert veelschrijver A.F.Th. van der Heijden (1951) het achtste deel af van zijn - intussen omvangrijke - romancyclus 'De tandeloze tijd'. De eminente schrijver is nog lang niet uitgeschreven. Een stevige portie “werk in voorbereiding”, vermeld in het boek, is alvast een eerste aanzet. Het boek bevat liefst 888 pagina’s; een merkwaardig cijfer. Toeval of niet, maar dit “engelengetal” heeft een betekenis en verwijst naar personen die erg genieten van hun liefdesleven en beschikken over een ruime seksuele verbeelding. Een insinuatie van wat volgt?
Zwanet Vrauwdeunt en Corinne Suwijn zijn getrouwde vrouwen. Zwanet met de toneelschrijver Albert Egberts; Corine is de eega van Hans Krop en tevens is ze de voormalige minnares van Albert. Tijdens een met een flinke dosis alcohol overgoten avondlijke borrel thuis, slaat de jaloersheid van Zwanet uiteindelijk over op een passionele zoen tussen de twee dames. Het is het prille begin van een totaal verrassende en heftige lesbische relatie, waarbij de rol van Albert beperkt blijft tot gluren achter het sleutelgat. Tevens raken de twee dolverliefde vrouwen verwikkeld in een bizarre speurtocht naar de vermiste Tibbolt Satink (“Movo”). Deze laatste speelt een prominente rol in het herstel van een ernstig verwarde vrouw. Blijft de intieme liefdesaffaire tussen Zwanet en Corinne overeind?
‘Het gutturale gegrom werd zacht als kattengespin, maar bleef kwaadaardig klinken. Haar hoofd kon elk moment weer naar voren schieten… om me te bijten, en ditmaal raak, want ik bevond me nu met meer kwetsbare delen op het niveau van haar mond.’
Een dergelijke dikke pil beknopt samenvatten is geen sinecure. Het verhaal bevat immers een aantal zijpaden die elkaar gaan kruisen. Een lading spanning, zoals in een thriller, zorgt voor de zo nodige afkoeling. De belangrijkste verhaallijn is die van de ontluikende hartstocht, gevolgd door de erotische escapades van de twee protagonisten; Zwanet en haar geliefde Corinne. De lezer krijgt alle intimiteiten tot in de kleinste details uitgesmeerd op het bord. Vaak gebeurt zoiets in een metaforisch getinte en gedurfde taal. Sans gêne kruipt Van der Heijden onder de huid van Zwanet; ze is de ik-verteller. Dit keer is Albert Egberts, het centrale personage uit de cyclus en gedeeltelijk alter ego van A.F.Th., vooral een toeschouwer binnen het geheel. Toch dienen de mannen niet uitsluitend als decor; zo beleef je bijvoorbeeld - vanop de eerste rij - het vinnige duel tussen de rivalen Albert en Hans. De inzet van hun bitse tweekamp heet Marike de Swart.
‘Tibbolt is geobsedeerd door zijn moeder, of liever: door de lappendeken die de chirurgen na zijn geboorte van haar gemaakt hebben.’
Minutieus diept de meesterverteller zijn karakters uit. Zowel de vrouwelijke als de mannelijke heerschappen kleedt hij helemaal uit. De introductie van Tibbolt, of Movo (staat voor “moeilijke voeten”) is een intelligente zet van Van der Heijden. Hiermee brengt hij zijn twee befaamde romanreeksen, 'De tandeloze tijd' en 'Homo duplex', heel dicht bij elkaar. Is het een eerste teken aan de wand voor een nakende samensmelting van beide cycli? Wellicht rijst hier vragen: schuilt daar enig gevaar in voor de toekomst? Gaat het overzicht bewaard blijven? Wie is wie?
Stemvorken refereert naar het tweetal diapasons, keurig opgeborgen in de dure Crocodile no. 17 handtas van Corinne. Ze gebruikt de stemvorken om haar gitaar perfect te stemmen. Er is evenwel nog een andere betekenis gekoppeld aan de titel. Klaarblijkelijk slaat die op de favoriete houding bij een vrijpartij tussen twee dames.
Een gewaagde en voor sommigen zelfs aanstootgevende vertelling; waarin een onevenwicht ontstaat tussen de diepgang en de erotische belevenissen van de hoofdpersonages. Daar maakt de bijna zeventiger die de auteur is, blijkbaar geen punt van. Zijn eindeloze fantasieën, ook de erotische, laat hij ongeremd op je los. Te nemen of te laten. Oververhitting is geen optie.
Reageer op deze recensie