Forse prikkeling van het lezersbrein
Om het met haar eigen woorden te zeggen, de Belgische Hilde Pinnoo (1962) schrijft 'niet om den brode, maar om het brood te kunnen smaken; met steeds meer honger naar steeds minder.' De toon is meteen gezet, want ook in Valtuig - haar prozadebuut - is duidelijk een dichter aan het werk. Een eerste roman (eerder schreef ze drie dichtbundels), waarin de auteur schaamteloos in de hersenschors kruipt van grafdelver Midas Vurinx. Het hoofdpersonage ondervindt een buitenmatige hinder van een hypersensoradiale cortex. Wat zegt u, dokter?
Volgens Pinnoo gaat dit fenomeen eveneens gepaard met een stralingspijn en een brandend gevoel in de ruggengraat. Het kan nog merkwaardiger: een dekselse geboortevlek op Midas schouderblad vangt stemmingen en gevoelens op van anderen. Lana is zijn zus; ze wil en zal huwen met Alex. Dit is helemaal tegen de zin van Midas, die zich hiertegen verzet. Jaren later ziet de grafdelver Tonka op het kerkhof. Ze is de dochter van Lana en Alex. De weerbots die Midas - als jonge vijftiger - krijgt, komt heel hard aan. Hij besluit zijn verhaal voor Tonka op papier te zetten en schrijft het verleden van zich af.
"Mijn ouders hadden natuurlijk al eerder door dat er iets niet klopte en namen me mee naar allerlei dokters en onderzoekscentra. Eerst was ik gewoon een asociaal of autistisch of hyper-weet-ik-veel-jongetje."
In Valtuig is Hilde Pinnoo zeker niet de pineut; die rol is weggelegd voor Midas. Hij deelt flink in de klappen, maar hij is niet de enige. Dit geeft de schrijfster bijzonder krachtig weer in haar verhaal. Het boek begint en eindigt met een wonderlijk gedicht. Verder een fraaie portie attractief proza, waarin tijdens het lezen meer dan een enkel mysterie doorgrond wordt. Op een intelligente en niet opdringerige manier zet de auteur een bekoorlijk, roerend verhaal neer. Het element spanning ziet ze in geen geval over het hoofd; hierdoor benadert de lezer slechts mondjesmaat de echte feiten.
“Het zweet brak me uit, de vreemdste beelden schoten door mijn hoofd. Maar je gaf me niet de kans om stil te blijven staan bij dat bevreemdend vibrato.”
Wat in Valtuig gebeurt is ideaal voer voor een duchtige psychologische roman. Met iets meer dan 200 pagina’s is het boek niet groot van omvang; wel krachtig qua inhoud. Als een wijsgeer stelt Pinnoo zich bijna luidop de vraag, of we alle situaties en ontwikkelingen in ons leven onder controle kunnen krijgen en houden. Het antwoord is evenwel heel eenvoudig: neen. Een forse prikkeling van het lezersbrein.
Reageer op deze recensie