Rook om je hoofd is nog lang niet verdwenen
De Zweedse Björn Paqualin heeft meegeschreven aan de scenario’s van tv-reeksen als Wallander, Hidden en Occupied. Met Waar rook is, het eerste deel van een drieluik met Stella Robertsson als hoofdpersonage, debuteert hij als misdaadauteur.
Een allesvernietigende bosbrand in het noorden van Zweden richt een enorme ravage aan in een middelgrote stad. Tijdens het blussen ontdekt men een in stukken gehakt lichaam. Terwijl de hulpdiensten hun handen meer dan vol hebben aan het bestrijden van de vuurzee, vliegt inspecteur Stella Robertsson over van de hoofdstad om het moordonderzoek te leiden. Ginds werkt ze samen met de plaatselijke politieman Tommy Reyer. Na het identificatieproces krijgen de gevonden menselijke resten een naam: Jenny Betancourt; een sinds lange tijd vermiste psychiater. De speurders gaan op zoek naar de moordenaar; geen eenvoudige opdracht. Het vuur woedt in alle hevigheid verder; het aantal potentiële verdachten neemt voortdurend toe.
'Ze viel en ving zichzelf met haar handen op, maar bleef op handen en knieën op de grond zitten. Haar nek was verkrampt en er ging een golf van misselijkheid door haar lijf, het zweet drupte van haar gezicht en maakte vlekken op de vaste vloerbedekking.'
Paqualin vertelt zijn verhaal in een eenvoudige vatbare taal; hij hanteert – hoe kan het ook anders, met een achtergrond als scenarist – een filmische stijl. De ontelbare dialogen zijn hier een keurig voorbeeld van. Zijn setting heeft hij knap uitgekozen; tijdens het lezen bekruipt je constant een benauwend gevoel. Je waant je bij wijze van spreken helemaal omsingeld door een gloeiende vuurhaard en een dicht rookgordijn. In beknopte hoofdstukken ontvouwt zich een misdaadverhaal, waarin de auteur de belangrijkste thema’s woede en vergelding voortreffelijk uitwerkt.
'Geef het vuur maar lucht. Laat het zich maar verspreiden. Laat de hel maar komen.'
In Waar rook is graaft de auteur (nog?) niet al te diep in Stella’s verleden of persoonlijkheid. Hopelijk reserveert hij dit voor een van de volgende thrillers uit het drieluik. Je leert wel dat zijn protagonist een harde tante is en niet echt collegiaal en eerder wraakzuchtig is ingesteld. Haar huidig gedrag is ontstaan nadat haar dochter Ingrid iets vreselijks is overkomen. Tot overmaat van ramp is haar huwelijk op een mislukking uitgelopen. Tommy Reyer is een zachtaardige politieman; het contrast met zijn vrouwelijke medespeurder Stella kan niet groter zijn.
Onderhoudend is het boek in elk geval, het geheel mist echter diepgang, zowel qua inhoud als wat betreft karakterontwikkeling. Het accent hier ligt vooral op de wijze waarop Stella omgaat met haar voormalige man Marcus. Deze eersteling is veeleer een psychologische misdaadroman dan een loeispannende thriller. Helaas slurpt het eerder bescheiden plot je niet op. Toch blijf je na het lezen achter met enige nieuwsgierigheid naar meer, naar een spannend vervolg. Je wil immers weten wie de echte Stella Robertsson is. Het tweede deel is intussen reeds verschenen in het Zweeds. Wellicht moet Ron Bezemer, de enthousiaste vertaler van deel een, meteen weer aan de bak. De rook om je hoofd is nog lang niet verdwenen.
Reageer op deze recensie