Requiem
“Ik heb de bundel letterlijk in een soort koortsachtige roes in een tijdsbestek van een maand of twee geschreven.” Dit verklaarde Joost Zwagerman (1963-2015) kort voor zijn dood, na een periode van diepe depressies. Hij had blijkbaar haast, hij moest immers dringend weg. Zijn flamboyante geest wilde weg uit het tijdelijke, op zoek naar het eeuwige. Maar dit wist men op dat ogenblik nog niet. Zijn dood kwam voor velen als een donderslag bij heldere hemel.
Een postume dichtbundel dan maar, als laatste eerbetoon aan God en aan zichzelf. In Wakend over God geeft de overleden auteur inkijkjes in zijn gedachtewereld. Deze bundel, Zwagermans laatst voltooide werk, bestaat uit 84 gedichten. Zoals de titel het al aangeeft, spelen uiteraard God en het geloof, maar zeker ook de dood een hoofdrol. Deze gedichtenbundel is behoorlijk religieus getint.
“Dood
God, Die eenzaam is,
Zichzelf verafschuwt,
in een impuls zelfmoord pleegt,
omdat Hij Zijn aanstaande
schepping vreest.
God, in één keer dood door eigen hand.
Dat moet de oerknal zijn geweest.”
Niet alleen de oerknal komt aan bod, ook zijn familie en zelfs een dode mus voert deze poëet ten tonele. Als een zelfverklaard kunstliefhebber mag uiteraard ook het onderwerp kunst niet ontbreken.
Joost Zwagerman geeft in Wakend over God weer hoe hij zich voor zijn dood moet hebben gevoeld. In zijn gedicht Klaar rekent hij af met het geloof. Zijn laatste capriolen als dichter leiden in zekere zin tot berusting. Eerst wil hij evenwel bij zijn lezers heftige emoties losmaken of oproepen. Tijdens zijn zoektocht naar God krijgt onze moderne maatschappij een veeg uit de pan, waarbij Zwagerman vooral het gebrek aan godsbesef hekelt. Opmerkelijk, bijna beangstigend hoe hij precies postuum zijn eigen kinderen bekijkt. Wakend over God is een erg krachtige dichtbundel, gevuld met strakke en bij momenten zelfs driftige poëzie. Dit alles neergeschreven in een spitse dichterstaal, die wordt opgevrolijkt door Zwagerman humor.
Beklijvend: “Lief
Mijn lief, wees alsjeblieft
heel lief voor mij, nu God
mij denkelijk heeft uitgewist.
Mijn lief, blijf alsjeblieft
heel dicht bij mij. Misschien
word ik door God gemist.
Mijn lief, vertrouw ook
nu op mij. Ik ben niet weg,
God ademt mij. Mijn lief,
wees alsjeblieft heel lief
voor mij. Misschien heeft God
Zich in mijn dood vergist.”
Deze gedichtenbundel lacht, huilt, ademt en knarsetandt, tot hij tenslotte explodeert in het laatste gedicht: Licht. Hopen maar dat deze gevierde schrijver eindelijk het licht heeft gezien… en dat God nu over hem waakt. Rust in vrede, Joost Zwagerman…
“De grootheid van een dichter ligt in wat hij verzwijgt.” - Cosima Wagner
Reageer op deze recensie