Realisme en fantasie op een hoopje: zoek het zelf maar uit
Schrijven en vertellen doet hij heel gedreven, de Nederlandse Rob van Essen (1963). Zijn nieuwe en eerder korte roman Winter in Amerika is niet bedoeld als klucht, maar wordt wel geraffineerd komisch neergezet - soms hilarisch zelfs. Als auteur beheerst hij zijn vak, dit staat als een paal boven water.
“Ik had meteen gezien dat het niet goed zat. ‘Hallo, halló!’ riep Winter opgewekt toen hij de deur opendeed, maar het was een vreemde, onpersoonlijke opgewektheid. Als de postbode voor zijn neus had gestaan, of een vreemdeling die de weg kwam vragen, zou hij die op dezelfde wijze hebben begroet. Ik stond tegenover een opgewekte gek.”
Officieel heet hij Benjamin Winter; iedereen noemt hem Winter. Hij heeft zijn drie collega’s van de Grote Vier (uit de naoorlogse Nederlandse literatuur) overleefd. Fictie, uiteraard! Hij noemt haar Catootje, als een koosnaam. Zorgt de combinatie van een stokoude schrijver en een redactrice van een uitgeverij voor literair, of ander vuurwerk? Katja Ouwehand moet er immers nauwgezet op toekijken, dat Winter zijn memoires voltooit voordat het te laat is. Om die reden moet ze hem heel vaak bezoeken in zijn ‘schrijfhutje’ in het oosten van Nederland. Deze ondankbare opdracht heeft een grote impact op het boek alsook op haar verder leven.
“Waar, en tegelijkertijd niet waar. Ik wou dat iemand hier de ironie van inzag.”
Het is een van de belangrijkste pijlers uit de roman. In Winter in Amerika danst van Essen op het slappe koord tussen realiteit en zuivere fantasie. Tijdens het lezen brandt de vraag wie het onderspit gaat delven, uiteindelijk. Hij of zij, of misschien wel allebei? Katja heeft de vervelende taak om Winter bij te staan, of moet ze hem constant controleren? De twee hoofdrolspelers worden op een spitante wijze met zichzelf geconfronteerd. Ze is intussen een gescheiden vijftiger die precies weet wat een vrouwelijke midlifecrisis betekent. Winter van zijn kant heeft een lang leven achter de rug, een leven dat ook niet echt was zoals hij heeft beweerd. De geest van de auteur en van de redactrice gaat dwalen, of is het die van Rob van Essen zelf? Ook de andere personages maken zich niet onverdienstelijk; zo is er de stagiaire Irmgard die ooit Katja wil opvolgen. Tevens blijft de ontmoeting tussen de redactrice en een vroegere medestudent niet zonder gevolgen.
Winter in Amerika is een korte maar heftige roman – neergeschreven als een benauwend verhaal - waarin de auteur zijn lezers graag in de waan laat. Olijk gooit hij realisme en fantasie op een hoopje met de boodschap: zoek het maar uit. Het totaalbeeld blijft wazig en het geheel wordt ook wel oppervlakkig weergegeven. Wellicht met opzet…
Reageer op deze recensie