Rancune als drijvende kracht
Vijf jaar heeft ze over haar debuut gedaan; telkens schreef ze op vrijdag, haar vrije dag. Voor Anne Neijzen (1963) was schrijven gewoon een hobby, oorspronkelijk zelfs zonder enige intentie om haar boek uit te geven. In haar dagelijkse leven combineert ze haar advocatuur met coachen, nu ook met schrijven. Haar opa importeerde ansjovis uit Spanje. Hij had een zoutpakhuis, wat vooral tijdens de Tweede Wereldoorlog een ideaal ruilmiddel was. Tot de Duitsers het zout en het pakhuis in beslag namen. Neijzen vond het erg confronterend dat ze haar ouders 80 jaar zag worden. Ze vroeg zich af, hoe het zou voelen om zo oud te worden? Dit alles vormt de basis voor haar debuutroman Zoutberg.
Paul en Oscar zijn 80 jaar oud. Ooit waren ze jeugdvrienden, bloedbroeders. Ze hebben bijna 70 jaar lang geen contact gehad met elkaar. Toch poogt Oscar, steeds tevergeefs, Paul opnieuw te ontmoeten en met hem over hun verleden te spreken. Tijdens de Tweede Wereldoorlog liep het goed fout tussen die twee tijdens een daad van roekeloosheid en jeugdige onschuld. Als Paul, een voormalige advocaat, in een enge Spaanse politiecel belandt, komt er alsnog een confrontatie met Oscar. Komt het dan ook tot een verzoening? Tevens hoopt Paul op een ultieme kans om de vaderrelatie met zijn zoon Rebus nieuw leven in te blazen. Veel tijd hiervoor heeft Paul niet meer, zeker niet als je de 80 voorbij bent...
De auteur heeft tot twee keer toe een groot gedeelte uit haar boek geschrapt en herschreven, om op die manier door te stoten tot de essentie van haar verhaal. Bewonderenswaardig hoe Anne Neijzen er toch in slaagt, zich in te leven in twee oude mannetjes van 80 en in hun verleden. Rancune, echte boosheid is een belangrijke drijvende kracht in dit boek. Tevens schamen Paul en Oscar zich voor wat er tijdens de oorlog is gebeurd. Dit is ook meteen de verklaring waarom Paul geen nauw contact heeft met zijn zoon Rebus. Hij durft gewoon niet. De twee bloedbroeders van vroeger dragen gedurende hun hele leven een zware last met zich mee. Ze zijn erg eenzaam en worstelen met schuldgevoelens. Opmerkelijk hoe een gebeurtenis tijdens de jeugdjaren een zware stempel gaat drukken op het verdere leven van de protagonisten.
“Al vaker had ik mij voorgenomen hem alles te vertellen, maar schaamte weerhield me. Het benauwde mij om mijn verleden voor hem te moeten openleggen als een straatdek waaronder zich een lekkende en meurende rioolpijp bevindt, die jaren terug gerepareerd had moeten worden en nodeloos stankoverlast heeft veroorzaakt aan de bewoners en toevallige voorbijgangers. En nu? Nu gebruikte ik mijn verleden in een ultieme poging om mijn zoon voor mij te winnen. Ik geneerde me ervoor, maar er was geen weg terug.”
Wie heeft verraad gepleegd, wat is nu dat oorlogsgeheim? Gaan de twee oude mannen voortaan opnieuw als vrienden door het leven? De meeste aandacht gaat naar Paul en zijn zoon Rebus. Het personage van Oscar wordt slechts oppervlakkig getypeerd, hij smeekt om aandacht maar krijgt die niet, zelfs niet van de auteur. Een beklemmende roman die nog maar eens benadrukt wat een oorlog kan veroorzaken. Er is nooit een echte winnaar; er zijn alleen maar verliezers.
Het duurt erg lang vooraleer je verneemt hoe de vork in de steel zit. De apotheose van Zoutberg leidt de lezer naar een ontluisterend einde. Heeft de schrijfster iets te veel geschrapt, of heeft ze dit met opzet zo gedaan? Je merkt niet dat het hier om een debuut gaat, zeker niet qua schrijfstijl of taalgebruik, integendeel. Een roman vol symboliek, maar toch een verhaal dat uitmondt in een anticlimax. Een groot aantal lezers zal hiermee niet tevreden zijn. Het blijft immers gissen naar het waarom… Tenzij er een vervolg komt.
Een roman over verraad en rancune versus wroeging, het verlangen naar vergeving en het vaderschap.
Reageer op deze recensie