Hebban recensie
Het huwelijk als inenting tegen het leven
Gelukkige gezinnen (2018, vertaald uit het Engels door Lisette Granswinckel), is de debuutroman van Katharine Dion.
‘Alle gelukkige gezinnen lijken op elkaar, elk ongelukkig gezin is ongelukkig op zijn eigen wijze.’
Dit citaat van Leo Tolstoj komt ook in de roman voor en is tevens de kern van het verhaal. De zeventiger Gene Ashe is in de rouw na het plotselinge overlijden van zijn vrouw Maide. In dit proces overdenkt hij zijn leven en vraagt zich af of zijn vrouw Maide wel gelukkig was met hem en of hij haar wel goed heeft gekend. Hij dacht altijd van wel, maar zijn dochter Dary – die hem met zijn kleinkind opzoekt – lijkt andere herinneringen te hebben. Zijn leven overdenkend komen er barsten in het plaatje.
Hij worstelt met aan de ene kant zijn gevoelens, die persoonlijk en chaotisch zijn, en aan de andere kant de praktische zaken die geregeld moeten worden. De gestructureerde aard van deze zaken verlangt een samenhang die hem een onmogelijke opgave lijkt. Eerst moet hij zijn gedachten ordenen. Gene is geen makkelijke prater; hij weet niet hoe hij zich moet openen tegenover zijn dochter of zijn vrienden, zoals Ed.
We krijgen inzicht in zijn leven vanaf zijn studententijd, waarin hij zijn vrouw heeft leren kennen en de levenslange vriendschap met Ed geworteld ligt. We krijgen een beeld van twee jonge studenten die leven voor literatuur, maar toch beiden kiezen voor een zeker bestaan. Gene koopt een schoenenzaak en de bevlogen Ed wordt arts. Zo gaat het vaak in het leven. In dezelfde periode waarin Ed en Maide in het huwelijk treden, settelt Ed met Gayle. De vriendschap wordt door de stellen voortgezet en ze zien elkaars kinderen opgroeien.
Met name het bezoek van Dary confronteert Gene met dit verleden. Dary zelf lijkt ongelukkig en misschien zelfs verbitterd over haar jeugd. Gene heeft last van schuldgevoelens, omdat hij in zijn eigen leven een geluk heeft gekend dat voor de volgende generatie onbereikbaar lijkt. Dary lijkt zijn mening over dit gelukkige gezinsleven echter niet te delen. Ze stelt kritische vragen, en maakt ook opmerkingen waaruit blijkt dat haar moeder niet het leven had dat ze wilde hebben.
‘Maar wees eerlijk, wat heeft ze er aan het eind van de rit nou aan overgehouden?’
Zijn dochter had hem nooit eerder zo confronterend toegesproken en het bracht hem op de gedachte dat ze met haar moeder misschien wel vaker op deze toon had gepraat.
[…]
‘Misschien had ze alles wat ertoe doet: familie, liefde, geborgenheid.’
Dary raakt een gevoelige snaar. De antwoorden die hij haar geeft gaan misschien op voor hemzelf, voor zijn wensen in het leven, maar hij begint zich steeds meer af te vragen wie zijn vrouw was en wat zij verlangde van het leven. En of ze misschien niet gelukkiger met Ed zou zijn geweest. En hijzelf met Gayle. Met elkaars partner. Het zijn vragen waarop je onmogelijk een antwoord kunt krijgen. Gene komt tot de conclusie dat hij de liefde niet begrijpt.
Wanneer hij hoort dat de zoon en schoondochter van Ed gaan scheiden, heeft hij te doen met de jongere generatie die niet weet door te zetten in een relatie wanneer het tegenzit. Het huwelijk is geen inenting tegen irritaties, overpeinst hij. Deze gedachte vat samen waar Gene en misschien ook zijn generatie voor staan.
‘Gene had in zijn leven zijn best gedaan om vooral het goede te doen, het fatsoenlijke, vanuit de overtuiging dat iemand ook om die reden van hem zou houden. Ergens had hij het idee vandaan dat goed gedrag in dit leven zou worden beloond met onwankelbare liefde.’
Gelukkige gezinnen is een genuanceerd verhaal over de lange liefde. Het is een mooi en ontroerend boek over rouw, maar stemt zeker niet zwaarmoedig. De schrijfster oordeelt niet, maar neemt je mee in de gedachtewereld van Gene. Ze biedt geen antwoorden, wel troost.
‘Alle gelukkige gezinnen lijken op elkaar, elk ongelukkig gezin is ongelukkig op zijn eigen wijze.’
Dit citaat van Leo Tolstoj komt ook in de roman voor en is tevens de kern van het verhaal. De zeventiger Gene Ashe is in de rouw na het plotselinge overlijden van zijn vrouw Maide. In dit proces overdenkt hij zijn leven en vraagt zich af of zijn vrouw Maide wel gelukkig was met hem en of hij haar wel goed heeft gekend. Hij dacht altijd van wel, maar zijn dochter Dary – die hem met zijn kleinkind opzoekt – lijkt andere herinneringen te hebben. Zijn leven overdenkend komen er barsten in het plaatje.
Hij worstelt met aan de ene kant zijn gevoelens, die persoonlijk en chaotisch zijn, en aan de andere kant de praktische zaken die geregeld moeten worden. De gestructureerde aard van deze zaken verlangt een samenhang die hem een onmogelijke opgave lijkt. Eerst moet hij zijn gedachten ordenen. Gene is geen makkelijke prater; hij weet niet hoe hij zich moet openen tegenover zijn dochter of zijn vrienden, zoals Ed.
We krijgen inzicht in zijn leven vanaf zijn studententijd, waarin hij zijn vrouw heeft leren kennen en de levenslange vriendschap met Ed geworteld ligt. We krijgen een beeld van twee jonge studenten die leven voor literatuur, maar toch beiden kiezen voor een zeker bestaan. Gene koopt een schoenenzaak en de bevlogen Ed wordt arts. Zo gaat het vaak in het leven. In dezelfde periode waarin Ed en Maide in het huwelijk treden, settelt Ed met Gayle. De vriendschap wordt door de stellen voortgezet en ze zien elkaars kinderen opgroeien.
Met name het bezoek van Dary confronteert Gene met dit verleden. Dary zelf lijkt ongelukkig en misschien zelfs verbitterd over haar jeugd. Gene heeft last van schuldgevoelens, omdat hij in zijn eigen leven een geluk heeft gekend dat voor de volgende generatie onbereikbaar lijkt. Dary lijkt zijn mening over dit gelukkige gezinsleven echter niet te delen. Ze stelt kritische vragen, en maakt ook opmerkingen waaruit blijkt dat haar moeder niet het leven had dat ze wilde hebben.
‘Maar wees eerlijk, wat heeft ze er aan het eind van de rit nou aan overgehouden?’
Zijn dochter had hem nooit eerder zo confronterend toegesproken en het bracht hem op de gedachte dat ze met haar moeder misschien wel vaker op deze toon had gepraat.
[…]
‘Misschien had ze alles wat ertoe doet: familie, liefde, geborgenheid.’
Dary raakt een gevoelige snaar. De antwoorden die hij haar geeft gaan misschien op voor hemzelf, voor zijn wensen in het leven, maar hij begint zich steeds meer af te vragen wie zijn vrouw was en wat zij verlangde van het leven. En of ze misschien niet gelukkiger met Ed zou zijn geweest. En hijzelf met Gayle. Met elkaars partner. Het zijn vragen waarop je onmogelijk een antwoord kunt krijgen. Gene komt tot de conclusie dat hij de liefde niet begrijpt.
Wanneer hij hoort dat de zoon en schoondochter van Ed gaan scheiden, heeft hij te doen met de jongere generatie die niet weet door te zetten in een relatie wanneer het tegenzit. Het huwelijk is geen inenting tegen irritaties, overpeinst hij. Deze gedachte vat samen waar Gene en misschien ook zijn generatie voor staan.
‘Gene had in zijn leven zijn best gedaan om vooral het goede te doen, het fatsoenlijke, vanuit de overtuiging dat iemand ook om die reden van hem zou houden. Ergens had hij het idee vandaan dat goed gedrag in dit leven zou worden beloond met onwankelbare liefde.’
Gelukkige gezinnen is een genuanceerd verhaal over de lange liefde. Het is een mooi en ontroerend boek over rouw, maar stemt zeker niet zwaarmoedig. De schrijfster oordeelt niet, maar neemt je mee in de gedachtewereld van Gene. Ze biedt geen antwoorden, wel troost.
1
Reageer op deze recensie