Less is more
In Liefde en andere overvloed van Bart Stouten, radiopresentator, dichter en schrijver, wordt de romanheld radiomaker en dichter Jeroen gestalkt door een vrouwelijke fan op leeftijd, mevrouw De Leeuw. Ze is verliefd geworden op zijn stem en overlaadt hem met ongewenste geschenken. Jeroen vindt van alles in zijn portiek: boeken, homeopathische middelen, ondergoed, voedsel, levensmiddelen, wijn, dekens, geld, heel veel geld, duizenden euro’s. Op een dag ligt er ook een zwarte man met de stem van Barry White. Jeroen neemt hem in huis, zorgt voor hem en hoort zijn verhalen aan. Er is het Melkmeisje van Vermeer aan de muur, een boksbal en een papegaai die alles aanschouwt.
Jeroen raakt steeds meer geïntrigeerd door zijn Oegandese gast Jim en zijn levensverhaal. Wie is deze man? Jim is een getalenteerde amateurbokser die gevlucht is voor de rebellenleiders in Oeganda. Jim is mooi, gespierd, weet alles over Vermeer en poëzie, hij kan koken en dealt drugs. Jim heeft ook een verleden in Griekenland. Hij had er een geliefde, de visser en dichter Jorgos. Jorgos speelt bouzouki en gitaar, hij zingt liederen van Theodorakis en Kavafis. Het personage is op het karikaturale af. De moeder van deze Griek is een extreemrijke grande dame die een drugskartel onder zich heeft. Hiermee zijn alle ingrediënten in het boek compleet en de lijnen onderling zullen allemaal uitgewerkt worden.
We kunnen concluderen dat er inderdaad overvloed is. Een overvloed aan geschenken, een overvloed aan karaktereigenschappen. Ook het taalgebruik van Stouten is niet gematigd:
‘Toen hij aan de rand gehaakt was van zijn geduld, de rand die het begin markeerde van een rottingsproces dat meningen zou doen verzuren […] Hij schaamde zich dat er taal in hem was opgestaan die onaangekondigd zijn lippen had opgezocht […] Elke nieuwe fase van het leven is een zichtbare werkelijkheid met een ondergrondse metro voor wensen en verlangens. Sommige daarvan komen nooit aan de oppervlakte, andere glijden langzaam op een roltrap naar boven. […] Hoop zat als brandstof in de machines die op aansturen van een heen en weer zwaaiende diskjockey luide en ritmische bliep-bloep geluiden voortbrachten.’
Je kunt merken dat Bart Stouten een dichter is. Er zitten mooie zinnen tussen, maar het is te veel van het goede. De balans slaat door waardoor de metaforen een doel op zich lijken en ze het verhaal niet ten goede komen.
En hoe zit het met de liefde? Jim is belezen, goed in boksen, dealt, heeft – moeten we maar aannemen – een groot hart. Jim heen en weer wippend op zijn deinende dijen. Kronkelende, zwetende Jim, altijd zeker van zijn succes bij Jeroen. Jim die steelt van Jeroen. Toch moeten we geloven dat Jeroens liefde gebaseerd is op een diepe, geestelijke verbondenheid en dat zijn liefde onbaatzuchtig is. En wat is het dat Jim ziet in Jeroen? In deze oudere man van zestig die hem onderhoudt? Moeten we van hem ook geloven dat zijn interesse onbaatzuchtig is? Het overtuigt niet.
Het hele verhaal komt te geconstrueerd over door de veelheid aan verhaallijnen en de vele tegenstrijdigheden in de karakteropbouw van de personages. Er zullen vast genoeg lezers zijn die het kleurrijke taalgebruik van Stouten zullen waarderen, maar het had iets minder gemogen. Less is more, gaat hier zeker op.
Reageer op deze recensie