Als een fotoalbum
Uit het Zuiden (2019), verschenen bij De Geus, is de debuutroman van actrice en regisseur Carine Crutzen (1961) waarin ze haar jeugdherinneringen en de laatste levensfase van haar ouders beschrijft. Carine Crutzen komt uit het zuiden van het land – vandaar de titel - maar woont er niet meer. Na de dood van haar ouders heeft ze er niets meer te zoeken. Door dat afgesneden zijn van haar wortels voelde ze de behoefte om met haar autobiografische roman haar thuisland, haar jeugd, weer tot leven te brengen.
In heel korte hoofdstukken van steeds ongeveer twee pagina’s beschrijft ze scenes uit haar jeugd, flarden herinneringen. Logeren bij een grootmoeder die de was doet in een ketel met een ding dat ronddraait, een kind dat bang is in het donker, een moeder die boos wordt en zegt dat ze zich niet moet aanstellen en haar dreigement met slaag waarmaakt door haar met een kleermaker op de billen te slaan, een moeder die op bed ligt als ze van school thuiskomt, een oudere broer die een dikke vette spin in haar bed legt, een buurmeisje dat haar in vertrouwen neemt en vertelt dat haar vader bij haar in bed komt – een probleem dat wordt opgelost met een gesprek van haar ouders met de man –, een stiekeme verliefdheid, zingen in een band, studeren, wonen op kamers, angstaanvallen, het zelf moeder worden, ouders die aftakelen, een oude zieke vader die, nadat ze in een sneeuwlandschap de greppel in zijn gereden, alleen via het autoraam is te bevrijden.
Het is alsof je een fotoalbum doorbladert en iedere foto even tot leven komt. Haar vroege jeugd komt in korte schetsen tot leven, zoals wanneer ze beschrijft hoe ze van school thuiskomt, haar moeder is aan het koken en zij klimt op de schoot van haar vader om te lezen in een boekje over de avonturen van een hond en kat. Een klein verhaal zonder climax, maar je ziet het huiselijke tafereel zo voor je. Het verhaal heeft een fragmentarische opbouw en de stijl is beeldend. Het mozaïek aan al die korte beschrijvingen vormen samen het verhaal van een heel leven. Je leeft mee en voelt de tragiek van ouders die je ontglippen aan het eind van hun leven. Je voelt dat opgroeien moeilijk is en volwassen worden een worsteling. Het leest licht en luchtig en het voelt herkenbaar. De kracht van het boek is tevens zijn zwakte. Het is een lief boek en dat is ook wat je erop tegen zou kunnen hebben. Het schuurt nergens en het blijft aan de oppervlakte.
Op de voorflap van het boek staat vermeld dat het de herinneringen zijn van iemand die koste wat het kost een goede dochter wilde zijn en dat proef je er ook doorheen. Ook na de dood van haar ouders wil ze het goed doen. Je gelooft in haar oprechtheid, maar je vraagt je af of ze er misschien nog net niet bij kan, de diepere lagen van haar familieverleden, van het onderbewuste die mogelijk haar angstaanvallen in haar studententijd zouden kunnen verklaren. Durft ze er niet aan of heeft ze de scherpe randjes glad gepoetst? Heeft de schrijver zich verzoend met haar verleden of heeft ze het geromantiseerd? Het zou allebei kunnen en misschien doet het er ook niet toe. Misschien is het genoeg om steeds een bladzijde om te slaan met een glimlach en mildheid over een leven zoals vele levens, met soms liefde en gemis.
Reageer op deze recensie