Lezersrecensie
Het zwaarste jaar van WOII
Rosemarijn Milo heeft met Eén jaar uit het leven P.M.C.J.S. het afsluitende deel van het drieluik over haar familie geschreven. Een intrigerende geschiedenis die al begonnen was eind 19e eeuw. In het boek Een vervlogen droom wordt het verhaal over Guusje, de grootmoeder van de schrijfster, beschreven. Grootvader Hamer is in deel twee Het hoge woord de hoofdpersoon en in het derde deel Eén jaar uit het leven P.M.C.J.S. (de voorletters van Marth Hamer) staat de moeder van de auteur centraal. In dit boek is weer voor een andere manier van vertellen gekozen, nl de dagboekvorm. Zo heeft ieder boek een originele opzet.
Marth Hamer begint haar dagboek (dat gefingeerd is door de auteur) in juli 1944 om de gruwelijkheden van de oorlog en haar leven in beperking van zich af te schrijven. Omdat haar man Henk Milo als musicus in Amsterdam nog de kans heeft zijn werk voort te zetten, zijn ze van Nijmegen daarheen verhuisd. Van een woning met tuin op de begane grond naar een etagewoning met enkel een balkon. Het leven met twee kleine kinderen, Robje (1939) en Guusje (1940), valt haar zwaar. Als ze dan ook nog zwanger blijkt te zijn (van dochter Rosemarijn 1945), het voedsel steeds schaarser wordt en het leven steeds beperkter met meer mensen in de kleine ruimte, voelt het leven als een onmogelijke opgave.
Uit de dagboekfragmenten die een jaar later in 1945 eindigen als de bevrijding een feit is, leren we Marth beter kennen. Buiten haar moeilijke omstandigheden lezen we ook over de eenzaamheid in haar huwelijk, haar strijd om goed met haar kinderen om te gaan en last but not least haar jaloezie naar iedereen die het beter had dan zij. De muziek, zoals de subtitel al aangeeft, speelt ook een prominente rol en is haar tot grote steun. De Kleengedichtjes van Guido Gezelle worden hier en daar geciteerd en de Berceuse van Chopin is het mooiste wat ze zich maar kan wensen om naar te luisteren.
De cover van het boek bevat een foto van de Parnassusweg in Amsterdam, waar de familie Milo gewoond heeft. Op de binnenkant van de omslagen staat voorin een stuk muziek van een Kleengedichtje en achterin een stukje notenschrift van de Berceuse. Wat een prachtige aanvulling. Ook in het boek vinden we hier en daar foto’s van afbeeldingen om de tekst te verduidelijken. Heel aangrijpend is de kalligrafie met foto van Robje: Vaarwel.
Het boek is in eenvoudige taal geschreven, het verhaal leest inderdaad als een dagboek. De auteur heeft zich terdege ingeleefd in het leven van haar moeder. Hoewel hun relatie meestal onder druk stond, blijkt erg veel begrip voor de moeilijke situatie waarin haar moeder verkeerde. Maar ook lezen we hoe Rosemarijn Milo haar leven lang de naweeën van haar jeugd gevoeld heeft. De jaloezie van haar moeder, de verhalen die haar verteld werden en waarvoor ze nog veel te jong was, de onmacht om liefdevol met haar kinderen om te gaan, allemaal gebeurtenissen die haar jeugd getekend hebben. Des te knapper is het dat ze dit boek Eén jaar uit het leven P.M.C.J.S. geschreven heeft. Uit haar verhaal blijkt begrip en compassie voor haar moeder. De strijd om haar jeugd te verwerken en achter zich te laten heeft de auteur op indringende wijze verwoord.
Eén jaar uit het leven P.M.C.J.S. is het laatste deel uit de familiegeschiedenis. Elk deel is los van een ander te lezen, maar aan te raden is om te beginnen met het verhaal van grootmoeder Guusje, omdat dan het meeste inzicht verkregen wordt over hoe moeder Marth haar leven geleefd heeft. Dit drieluik is van begin tot eind boeiend, intrigerend, ontroerend en meeslepend. Hopelijk is dit niet het laatste werk van Rosemarijn Milo, maar kunnen we nog veel meer van haar hand tegemoet zien.
Marth Hamer begint haar dagboek (dat gefingeerd is door de auteur) in juli 1944 om de gruwelijkheden van de oorlog en haar leven in beperking van zich af te schrijven. Omdat haar man Henk Milo als musicus in Amsterdam nog de kans heeft zijn werk voort te zetten, zijn ze van Nijmegen daarheen verhuisd. Van een woning met tuin op de begane grond naar een etagewoning met enkel een balkon. Het leven met twee kleine kinderen, Robje (1939) en Guusje (1940), valt haar zwaar. Als ze dan ook nog zwanger blijkt te zijn (van dochter Rosemarijn 1945), het voedsel steeds schaarser wordt en het leven steeds beperkter met meer mensen in de kleine ruimte, voelt het leven als een onmogelijke opgave.
Uit de dagboekfragmenten die een jaar later in 1945 eindigen als de bevrijding een feit is, leren we Marth beter kennen. Buiten haar moeilijke omstandigheden lezen we ook over de eenzaamheid in haar huwelijk, haar strijd om goed met haar kinderen om te gaan en last but not least haar jaloezie naar iedereen die het beter had dan zij. De muziek, zoals de subtitel al aangeeft, speelt ook een prominente rol en is haar tot grote steun. De Kleengedichtjes van Guido Gezelle worden hier en daar geciteerd en de Berceuse van Chopin is het mooiste wat ze zich maar kan wensen om naar te luisteren.
De cover van het boek bevat een foto van de Parnassusweg in Amsterdam, waar de familie Milo gewoond heeft. Op de binnenkant van de omslagen staat voorin een stuk muziek van een Kleengedichtje en achterin een stukje notenschrift van de Berceuse. Wat een prachtige aanvulling. Ook in het boek vinden we hier en daar foto’s van afbeeldingen om de tekst te verduidelijken. Heel aangrijpend is de kalligrafie met foto van Robje: Vaarwel.
Het boek is in eenvoudige taal geschreven, het verhaal leest inderdaad als een dagboek. De auteur heeft zich terdege ingeleefd in het leven van haar moeder. Hoewel hun relatie meestal onder druk stond, blijkt erg veel begrip voor de moeilijke situatie waarin haar moeder verkeerde. Maar ook lezen we hoe Rosemarijn Milo haar leven lang de naweeën van haar jeugd gevoeld heeft. De jaloezie van haar moeder, de verhalen die haar verteld werden en waarvoor ze nog veel te jong was, de onmacht om liefdevol met haar kinderen om te gaan, allemaal gebeurtenissen die haar jeugd getekend hebben. Des te knapper is het dat ze dit boek Eén jaar uit het leven P.M.C.J.S. geschreven heeft. Uit haar verhaal blijkt begrip en compassie voor haar moeder. De strijd om haar jeugd te verwerken en achter zich te laten heeft de auteur op indringende wijze verwoord.
Eén jaar uit het leven P.M.C.J.S. is het laatste deel uit de familiegeschiedenis. Elk deel is los van een ander te lezen, maar aan te raden is om te beginnen met het verhaal van grootmoeder Guusje, omdat dan het meeste inzicht verkregen wordt over hoe moeder Marth haar leven geleefd heeft. Dit drieluik is van begin tot eind boeiend, intrigerend, ontroerend en meeslepend. Hopelijk is dit niet het laatste werk van Rosemarijn Milo, maar kunnen we nog veel meer van haar hand tegemoet zien.
1
Reageer op deze recensie