Een 'echte man' met een missie
Elizabeth Gibert (1969) debuteerde in 1997 met de verhalenbundel Pelgrims. Haar echte doorbraak kwam echter pas in 2006 met haar boek Eten, bidden, beminnen, een boek dat ook succesvol werd verfilmd. Het boek De laatste man schreef ze al in 2002 maar is pas in 2022 in het Nederlands verschenen. De vertaling is van Hi-en Montijn.
'Dit alles wordt op een mooie en beeldende manier beschreven die soms niets aan de verbeelding overlaat en een sterke maag van de lezer vraagt.' - recensent Harriët
In De laatste man tekent Gilbert het levensverhaal op van Eustace Conway, volgens haar de laatste echte Amerikaanse man, een man met een bestemming. Een man die velen tot de verbeelding zal spreken. Een stoere man, alleenwonend in de wildernis en geheel zelfvoorzienend. Met behulp van interviews met vrienden en familieleden, haar gesprekken met hem, maar ook gebruikmakend van de vele dagboeken die Conway heeft bijgehouden, schets zij zijn leven en gedachtegoed. Uitgebreid staat zij stil bij de ongelukkige jeugd van Conway, een moeder die hem adoreerde en een vader voor wie hij geen knip voor de neus waard was.
'Eustace’s moeder zei dat hij een Man met een Bestemming was en dat geen ambitie op deze planeet te hoog gegrepen was voor hem; zijn vader zei dat hij een nietsnut was. En aangezien hij alles letterlijk nam, geloofde het arme kind hen allebei.'
Op zijn 17de verlaat Eustace dan ook het ouderlijk huis om met zijn zelfgemaakte tipi, een mes en een paar boeken het grote Amerika in te trekken. Hij loopt samen met een vriend de Appalachian Trail, gaat per kano door Alaska en over de Mississippi en doorkruist op een paard Amerika van Oost naar West. Hoewel hij houdt van het avontuur, is dit niet zijn enige drijfveer. Hij wil mensen veranderen. Mensen moeten weer oog krijgen voor de natuur, leven met de natuur, anders zou het gedaan zijn met de wereld. Om dit onder de aandacht te brengen geeft hij lezingen en richt hij Turtle Island op, een plek waar hij wil leven volgens de wetten van de natuur en waar hij dit aan anderen kan leren. Dit alles wordt op een mooie en beeldende manier beschreven die soms niets aan de verbeelding overlaat en een sterke maag van de lezer vraagt. Dat Eustace niet de gemakkelijkste man is weet Gilbert goed over te brengen en is ook wel nodig als tegenwicht van de soms iets te heroïsche eigenschappen die ze van hem beschrijft. Hoewel je als lezer sympathie voor hem en zijn missie voelt, is het tegelijkertijd duidelijk dat het vrijwel onmogelijk is om aan zijn standaarden te voldoen en dat hij dat op een vaak zeer botte manier aan anderen laat merken.
Naast het verhaal van Eustace's leven wordt er ook nog een stukje geschiedenis van Amerika beschreven en dan met name die van de vele gemeenschappen met utopische concepten en de ‘echte mannen’ die Eustace zijn voorgegaan. Hier is Gilbert echter te veel met een opsomming bezig wat langdradig wordt en de vaart uit het verhaal haalt.
Hoewel De laatste man een roman genoemd wordt, leest het eerder als een biografie. Een biografie die al een aantal jaren oud is maar waarvan de boodschap die door de hoofdpersoon Eustace Conway wordt uitgedragen, zeker nog actueel is. Niet zo extreem als hij het bedoeld heeft, maar wel belangrijk en de moeite waard om te lezen en over na te denken.
Reageer op deze recensie