Een Japanse klassieker door kattenogen
De Japanse schrijver Sōseki Natsume (1867-1916) wordt gezien als een van de belangrijkste romanschrijvers uit het begin van de twintigste eeuw in Japan. Zijn debuutroman Ik ben een kat verscheen in 1905. Hierna schreef hij nog dertien romans waarvan Kokoro: de wegen van het hart (1914) de bekendste is.
'Voor wie van Japan, zijn cultuur en tradities, en natuurlijk van katten houdt, is dit een klassieker die je gelezen moet hebben.' – recensent Harriet
In Ik ben een kat volg je de naamloze zwerfkat uit de titel vanaf het moment dat hij zijn intrek neemt in het huis van Kushami, een leerkracht Engels met maagklachten. Dit tot groot ongenoegen van de keukenmeid. De kat wordt gedoogd door de rest van de familie, maar blijft naamloos. Hij nestelt zich voornamelijk in de werkkamer van Kushami. Hier volgt hij de gesprekken en soms stevige discussies tussen Kushami en zijn bezoekers en voorziet dit van zijn commentaar. Een enkele keer maakt hij een uitstapje in de buurt om een buurkat op te zoeken of om elders zijn kattenoor te luisteren te leggen.
Het meest opvallende in het boek van Sōseki Natsume is dat alles wordt verteld vanuit het perspectief van de kat. De kat observeert en becommentarieert en doet dat in soms stevige bewoordingen. Hij becommentarieert niet alleen de mensen maar ook zijn soortgenoten waardoor de kat zelf ook menselijke trekjes krijgt.
'Om de tijd te doden dwingen mensen hun mond tot bewegen en dan lachen ze om dingen die niet grappig zijn of scheppen ze plezier in zaken die niet interessant zijn. Een andere gave hebben ze volgens mij niet.'
Voor een boek dat voor het eerst werd uitgegeven in 1905 voelt de schrijfstijl hedendaags aan. Het heeft een flinke dosis ironie, de nodige woordgrapjes en subtiele humor. Ondanks de vele Japanse woorden in de tekst leest het gemakkelijk. De verklarende woordenlijst achterin het boek is echter geen overbodige luxe, zeker niet wanneer je ook de details wilt begrijpen.
Door al de gesprekken die de kat volgt, krijg je een goede indruk van het Japan van eind negentiende en begin twintigste eeuw. Een tijdperk waar afkomst een grote rol speelde en het land nog bol stond van de tradities en gebruiken, maar ook een periode waarin er steeds meer westerse invloeden te bespeuren zijn. Het lukt Sōseki om deze twee gegevens heel mooi met elkaar te verweven. Door de dialogen krijg je ook een goed beeld van hoe de verschillende Japanners over die westerse invloeden dachten.
De opbouw van het boek is wat bijzonder. Het bestaat uit verschillende delen die ogenschijnlijk los van elkaar staan en ook los te lezen zijn, maar toch één geheel lijken te vormen. In het uitgebreide nawoord van de vertaler van het boek, Luk Van Haute, wordt duidelijk waarom die indruk ontstaat. Oorspronkelijk zijn de verschillende delen los van elkaar verschenen in tijdschriften en vormen samen meer een feuilleton dan een samenhangend verhaal. Het is dan ook geen boek om achter elkaar uit te lezen.
Voor wie graag een boek leest met een plot en waarin veel dingen gebeuren is Ik ben een kat niet het juiste boek. Maar voor wie van Japan, zijn cultuur en tradities, en natuurlijk van katten houdt, is dit een klassieker die je gelezen moet hebben. Houd er echter wel rekening mee dat je na het lezen van dit boek nooit meer een kat in je buurt kunt hebben zonder op je woorden te gaan passen.
Wil jij ook meer en leuker lezen? Lees dan dit boek voor de Hebban Reading Challenge van 2024!
Vink er bijvoorbeeld de volgende checklistcategorieën mee af: 'Lees een oud boek' en 'Lees een aaibaar boek'. Meedoen kan via Hebban.nl/challenge.
Reageer op deze recensie