Een indrukwekkende zoektocht
Ogen van de Rigel van de Noorse schrijver Roy Jacobsen (Oslo, 1954) is het derde boek uit de serie romans over Ingrid Barrøy en het eiland Barrøy. Het eerste deel, De onzichtbaren, stond op de shortlist van de Man Booker International Prize en de International Dublin Literary Award. Het tweede deel Witte zee haalde de longlist van de Europese Literatuurprijs 2022. Paula Stevens vertaalde het boek naar het Nederlands.
'Uiteindelijk bepaal je zelf wat je je wilt herinneren en wat jouw versie van de waarheid wordt. Zo laat de schrijver je ook achter.' – Recensent Harriet
Noorwegen, 1946. Op het eiland Barrøy wordt het gewone leven, na het einde van de Tweede Wereldoorlog, weer langzaam opgepakt. Ook door Ingrid Barrøy, nu moeder van dochter Kaja. De vader van Kaja, de Russische krijgsgevangene Alexander, die na het zinken van oorlogsschip de Rigel zwaargewond op het eiland strandde, is echter vertrokken om te proberen Zweden te bereiken. De liefde die Ingrid voor Alexander voelt is zo groot dat ze besluit het eiland te verlaten en hem, samen met haar kind, te voet achter na te reizen. De mooie donkere ogen die Kaja van haar vader heeft geërfd is het enige bewijs dat ze heeft van Alexander. Een reis vol onzekerheden waarbij ze flink moet afzien en waarvan de uitkomst verre van zeker is, al is Ingrid ervan overtuigd dat Alexander nog leeft.
'Ingrid was bezweet en stijf maar liep nog steeds met lichtvoetigheid, de reis had een eigen energie gekregen, was een zelfstandig wezen geworden, ze was op jacht naar de liefde, zich gelukkig nog steeds niet bewust van het feit dat de waarheid het eerste slachtoffer is van de vrede.'
Ze is op haar zoektocht afhankelijk van de herinneringen van de mensen die ze onderweg tegenkomt. Echter is in het naoorlogse Noorwegen en Zweden niet iedereen even bereid zijn herinneringen te delen. Dat er soms voor gekozen werd te heulen met de vijand, ook voor eigen lijfsbehoud, is niet zomaar vergeten. Het is deze worsteling – vertellen we de waarheid of liegen we om je te beschermen – die Jacobsen heel mooi en indringend weergeeft. Zelden wordt die worsteling expliciet gemaakt, maar is tussen de regels door zeker voelbaar. Bij elke ontmoeting komt Ingrid meer over Alexander te weten, groeit de twijfel of hij nog in leven is en hoe goed ze hem eigenlijk kende. Zorgvuldig wordt de spanning opgebouwd zodat je ook als lezer steeds nieuwsgieriger wordt naar hoe het verhaal afloopt.
In een mooie en vaak poëtische, maar sobere stijl beschrijft Jacobsen de reis en zoektocht van Ingrid. De ontberingen die ze ondergaat zijn haast voelbaar en je zou het helemaal begrijpen wanneer ze haar zoektocht zou opgeven. Langzaam zie je het besef bij Ingrid doordringen dat ze een keuze moet gaan maken. Ook hier gebruikt de schrijver geen woorden voor en toch is het meteen duidelijk wat er in haar hoofd omgaat.
De vraag die uiteindelijk overblijft, is: wat wil je zelf dat de waarheid is? Uiteindelijk bepaal je zelf wat je je wilt herinneren en wat jouw versie van de waarheid wordt. Zo laat de schrijver je ook achter. Een paar gebeurtenissen in de reis van Ingrid zijn genoteerd en vastgelegd en zijn dus terug te vinden. De rest is een verhaal, een herinnering aan een indrukwekkende zoektocht.
Reageer op deze recensie