Lezersrecensie
EEN BOEIENDE VERTELLING. AANRADER!
Van mijn zus kreeg ik het boek ‘De Weense sigarenboer. Van Robert Seethaler cadeau. Zij dacht dat ik het leuk zou vinden omdat er veel Weense locaties in voorkomen en de detectives die ik zelf heb geschreven ook in Wenen spelen. Ik kende het werk van Seethaler niet. Hij schrijft in heel ander genre en op een veel hoger niveau. Van zijn boek was ik al vanaf de eerste regels in de ban.
Het verhaal gaat over Franz Huchel, die op zeventienjarige leeftijd door zijn moeder vanuit zijn geboortestreek Salzkammergut naar Wenen wordt gestuurd om te gaan werken in de tabakszaak van haar vroegere vriend Otto Trsnyek. Hij voorziet hun klanten van rookwaar en kranten, die hij zittend op een krukje naast de winkeldeur ook allemaal voor het grootste deel zelf leest. Een van de klanten is de dan al beroemde professor Freud. Franz doet zijn best een vriendschap met hem op te bouwen en vraagt Freud om raadt bij de worstelingen in zijn liefdesleven en problematische verhouding met de Boheemse Anezka.
Seethaler heeft een prachtige, bloemrijke schrijfstijl. Zijn vertellingen vervelen geen enkel moment. Soms zijn de zinnen zo mooi dat je ze nog een keer na moet lezen om de inhoud ervan goed tot je door te laten dringen. Af en toe kan je gewoon aanvoelen hoelang de schrijver nagedacht, gewikt en gewogen moet hebben voordat hij de uiteindelijke zinnen aan het papier toevertrouwde. Een voorbeeld is de zinsnede: ‘wat gisteren nog gespuis was, zet vandaag gewoon een andere hoed op en is opeens een hoogst fatsoenlijk mens geworden.’ Door die mooie schrijfstijl voel je de spanning die in 1937 heerste over de dreigende annexatie van Oostenrijk door Hitler Duitsland. Op voortreffelijke wijze biedt Seethaler een mengeling van lust, liefde, antisemitisme, Jodenvervolging én fascisme.
Een klein punt van kritiek is wel dat Seethaler zijn schitterende volzinnen ook handhaaft in de brieven die de jonge Franz aan zijn moeder schrijft. Dat doet wat gekunsteld aan. Ik kan me niet voorstellen dat een tiener die nauwelijks opleiding heeft genoten in een brief aan zijn moeder zulke hoogdravende zinnen schrijft als: ‘Vanaf je geboorte kom je met elke nieuwe dag een stukje verder van jezelf af te staan, tot je het op een bepaald moment helemaal niet meer weet.’
De Duitstalige versie heb ik niet gelezen, dus eigenlijk mag ik geen oordeel vellen over de vertaling van Liesbeth van Nes, maar ik wil haar toch een compliment maken. Nergens in het boek kwam ik sporen tegen van Germanismen of de vaak afwijkende zinsopbouw van Oostenrijkers. Daarbij heeft zij gelukkig wel de Oostenrijkse benamingen van straten, kranten en locaties intact gelaten, op één uitzondering na. Het Weense icoon de Votivkirche heeft zij om onverklaarbare redenen opeens vertaald in Votiefkerk.
De verleiding is groot om nog meer te vertellen over het verhaal. Bijvoorbeeld over de romen die Franz op een briefje schrijft en dan op de ruit van de winkel plakt. Of over de lotgevallen van Otto Trsnyek. Ik doe het niet. U moet dat boek echt zelf gaan lezen. Mij boeide het van de eerste tot de laatste letter. Het is een echte aanrader.
Het verhaal gaat over Franz Huchel, die op zeventienjarige leeftijd door zijn moeder vanuit zijn geboortestreek Salzkammergut naar Wenen wordt gestuurd om te gaan werken in de tabakszaak van haar vroegere vriend Otto Trsnyek. Hij voorziet hun klanten van rookwaar en kranten, die hij zittend op een krukje naast de winkeldeur ook allemaal voor het grootste deel zelf leest. Een van de klanten is de dan al beroemde professor Freud. Franz doet zijn best een vriendschap met hem op te bouwen en vraagt Freud om raadt bij de worstelingen in zijn liefdesleven en problematische verhouding met de Boheemse Anezka.
Seethaler heeft een prachtige, bloemrijke schrijfstijl. Zijn vertellingen vervelen geen enkel moment. Soms zijn de zinnen zo mooi dat je ze nog een keer na moet lezen om de inhoud ervan goed tot je door te laten dringen. Af en toe kan je gewoon aanvoelen hoelang de schrijver nagedacht, gewikt en gewogen moet hebben voordat hij de uiteindelijke zinnen aan het papier toevertrouwde. Een voorbeeld is de zinsnede: ‘wat gisteren nog gespuis was, zet vandaag gewoon een andere hoed op en is opeens een hoogst fatsoenlijk mens geworden.’ Door die mooie schrijfstijl voel je de spanning die in 1937 heerste over de dreigende annexatie van Oostenrijk door Hitler Duitsland. Op voortreffelijke wijze biedt Seethaler een mengeling van lust, liefde, antisemitisme, Jodenvervolging én fascisme.
Een klein punt van kritiek is wel dat Seethaler zijn schitterende volzinnen ook handhaaft in de brieven die de jonge Franz aan zijn moeder schrijft. Dat doet wat gekunsteld aan. Ik kan me niet voorstellen dat een tiener die nauwelijks opleiding heeft genoten in een brief aan zijn moeder zulke hoogdravende zinnen schrijft als: ‘Vanaf je geboorte kom je met elke nieuwe dag een stukje verder van jezelf af te staan, tot je het op een bepaald moment helemaal niet meer weet.’
De Duitstalige versie heb ik niet gelezen, dus eigenlijk mag ik geen oordeel vellen over de vertaling van Liesbeth van Nes, maar ik wil haar toch een compliment maken. Nergens in het boek kwam ik sporen tegen van Germanismen of de vaak afwijkende zinsopbouw van Oostenrijkers. Daarbij heeft zij gelukkig wel de Oostenrijkse benamingen van straten, kranten en locaties intact gelaten, op één uitzondering na. Het Weense icoon de Votivkirche heeft zij om onverklaarbare redenen opeens vertaald in Votiefkerk.
De verleiding is groot om nog meer te vertellen over het verhaal. Bijvoorbeeld over de romen die Franz op een briefje schrijft en dan op de ruit van de winkel plakt. Of over de lotgevallen van Otto Trsnyek. Ik doe het niet. U moet dat boek echt zelf gaan lezen. Mij boeide het van de eerste tot de laatste letter. Het is een echte aanrader.
2
Reageer op deze recensie