British middle class
Kleine beslissingen hebben soms akelig grote gevolgen. Tot die ontdekking komt Martin Rokeby wanneer hij op een ochtend in mei, ruim zeven jaar nadat hij met vrouw en kinderen zijn intrek genomen heeft in Orcadia Cottage, voor het eerst het deksel optilt van de kelder die ooit gebruikt werd om de kolenvoorraad op te slaan. Maar in plaats van steenkool treft hij er de resten aan van wat ooit vier mensen waren. Drie lijken liggen er duidelijk al heel lang, het vierde lichaam is van recentere datum. Daarmee komt voorlopig een eind aan zijn ambitieuze plan om onder het huis een speelkamer voor de kinderen en een fitnessruimte voor zijn vrouw te bouwen. Want nadat hij zijn lugubere vondst bij de politie heeft gemeld, is het pand Orcadia Place 27 in London voorlopig verboden gebied voor iedereen die niet bij de recherche werkt. In het team dat deze raadselachtige zaak tot een goed einde moet brengen, wordt al snel een plaatsje ingeruimd voor een personage dat de fans van Ruth Rendell maar al te goed kennen: hoofinspecteur Wexford; of beter: voormalig hoofdinspecteur Wexford. Want Rendells vaste speurder in meer dan twintig misdaadromans is zes maanden geleden met pensioen gegaan. En dat is eerlijk gezegd nog best wennen. Aan de ene kant geniet hij van zijn vrijheid, aan de andere kant mist hij het speurwerk best. Wanneer hij op een dag Tom Ede tegen het lijf loopt, een voormalige collega die de leiding over het onderzoek in Orcadia Cottage heeft, en die vraagt hem te helpen bij het oplossen van de grafkeldermoorden, aarzelt Wexford dan ook geen moment.
Ruth Rendell hoopt deze maand 83 jaar oud te worden en heeft sinds haar debuut in 1964 een respectabel oeuvre van vele tientallen misdaadromans opgebouwd, onder haar eigen naam en onder het pseudoniem Barbara Vine. En het houdt maar niet op, want na haar 65ste, dat we gemakshalve ook voor Britse auteurs maar als pensioengerechtigde leeftijd aanhouden, schreef zij nog een kleine dertig boeken. Na de dood van Agatha Christie is er dan ook maar één auteur die aanspraak mag maken op de titel ‘Grand Old Lady of Crime’. Dat haar werk inmiddels in kwalitatief opzicht wat sleets geworden is, lijkt me eigenlijk niet meer dan logisch en ook De grafkelder zal de geschiedenis niet ingaan als een van haar beste werken. Het verhaal boeit, maar ook niet meer dan dat. In feite wordt het team onder leiding van hoofdinspecteur Tom Ede geconfronteerd met een cold case en dat betekent dat hij en zijn mensen, samen met ‘huurling’ Reginald Wexford, een reis in de tijd moeten maken om het drama te ontraadselen dat zich ooit in Orcadia Cottage heeft afgespeeld. Dat kan een spannend verhaal opleveren wanneer de auteur bijvoorbeeld een vooralsnog onbekend personage introduceert dat alles in het werk stelt om dat te verhinderen. Zo iemand blijkt er ook inderdaad te zijn, maar als hij echt van zich doet horen, is het verhaal al bijna uit. Bovendien werkt het afstandelijke vertelperspectief ook niet mee. Iedere vorm van 'monologue intérieur' ontbreekt, zodat je als lezer nooit echt het verhaal ingezogen wordt.
De Wexfordmysteries hebben veel weg van de populaire televisieserie Midsomer Murders . Barnaby en Wexford lijken van dezelfde drukpers te zijn gerold: grote kerels die een natuurlijk gezag uitstralen. Allebei gelukkig getrouwd met echtgenotes die, hoewel wat saai, regelmatig op het juiste moment een belangrijke duit in het speurderszakje doen. Ze wonen respectievelijk in een pittoresk dorpje op het Britse platteland én beurtelings in London en Kingsmarkham, eveneens op het platteland. Het is ‘British middle class’ van begin tot eind: burgerlijk, saai en ‘typical English’. Niettemin zijn er nog steeds duizenden lezers die ervan smullen. Die zullen zich ook met De grafkelder niet vervelen. Maar wie prijs stelt op wat meer spanning en raffinement, kan dit Wexfordmysterie maar beter overslaan.
(Door: Diana Bokkinga)
Reageer op deze recensie