Het kwaad heeft een eigen wil
Wanneer een schrijver er tijdens zijn leven niet in slaagt om zijn roman gepubliceerd te krijgen en het boek uiteindelijk in eigen beheer uitgeeft, is dat dapper. Wanneer diezelfde schrijver zelfmoord pleegt en datzelfde boek vervolgens ineens bejubeld wordt en beschouwd wordt als een cultroman is dat opmerkelijk. Is De woestijn van Jorge Baron Biza (1942-2001) inderdaad een autobiografisch meesterwerk of hebben we misschien te maken met de nieuwe kleren van de keizer?
Het eerste hoofdstuk van het boek is in ieder geval direct zeer fascinerend. We maken kennis met Eligia, die vlak nadat ze de scheidingspapieren heeft ondertekend door haar voormalige echtgenoot Arón wordt overgoten met zwavelzuur. Wat volgt is een beschrijving van de rit naar en de eerste maanden in het ziekenhuis. Arón pleegt een dag na het voorval zelfmoord. Baron Biza beschrijft op een zeer beeldende wijze hoe het eens zo prachtige gezicht van de zwaar verminkte Eligia verandert in een onherkenbaar landschap met holtes, lijnen, kleuren, vormen, kloven en gaten. Omdat de artsen in Buenos Aires geen raad weten met het gecompliceerde letsel wordt na vier maanden een vervolgtraject in Milaan geadviseerd, dat zo’n twee jaar zal duren. Namens de familie gaat zoon Mario, de ik-figuur in het boek, met zijn moeder mee naar Milaan. En dan verschuift de focus in het boek eigenlijk naar Mario. Hij lijkt zijn best te doen om in alles vooral niet op zijn vader te lijken, hij wil de ‘anti-Arón’ zijn. Naar de buitenwereld lijkt hem dat aardig te lukken: de verpleegkundigen in het ziekenhuis prijzen de toewijding die Mario voor zijn moeder heeft en de manier waarop hij zichzelf wegcijfert, maar schijn bedriegt. De reden dat Mario zijn moeder zelf verpleegt is geldgebrek; de ziekenhuisrekeningen zijn zo torenhoog, dat hij als een bezuinigingsmaatregel het grootste deel van de zorg op zich moet nemen om de familie niet te ruïneren. Na ‘werktijd' struint hij echter door het nachtelijke Milaan en wordt zijn ware aard steeds duidelijker; naast zijn excessieve drankgebruik dat uiteindelijk ook onnodige gevolgen heeft voor het herstel van Eligia krijgt hij ook een bijzondere relatie met prostituee Dina. Die vriendschap begint na verloop van tijd enigszins te lijken op een liefdesrelatie, maar wanneer Mario en zijn moeder na twee jaar eindelijk weer terug mogen keren naar Argentinië neemt hij op wrede wijze afscheid van Dina.
De woestijn is een boek dat niet altijd even vlot leest. Er zijn hoofdstukken die enorm boeien, zoals het verhaal over de ontmoeting van Mario met een Australisch echtpaar dat hij een rondleiding geeft in een Italiaanse dorpje. Baron Biza heeft namelijk een enorme kennis van kunst en cultuur, waar hij zijn alter ego Mario gretig uit laat putten. Het echtpaar is zo van Mario gecharmeerd, dat ze hem een hotelovernachting, een luxe diner en een baan aanbieden. Deze verhaallijn geeft een goed beeld van de praatjesmaker die Mario is en die eigenlijk met de bladzijde onsympathieker wordt. Daarnaast zijn er delen die nogal onsamenhangend overkomen en waar je je als lezer soms van afvraagt wat ze toevoegen aan het verhaal, dat vrijwel continu inktzwart maar zeker ook niet geheel zonder humor is. Het einde van het boek is qua taalgebruik nog hoogdravender dan het begin. Niettemin is de rode draad in het verhaal, die over geest en vlees en hoe die zich ten opzichte van elkaar verhouden, interessant.
“Het vlees heeft een functie: het geeft je genot of laat je lijden. In beide gevallen is er een ander bij betrokken, een geliefde of een folteraar, en deelt het met die ander zijn lot. Het kwaad heeft alles welbeschouwd een eigen wil, maar ook onze tijd, hoe ontoereikend die ook is.”
Of De woestijn alle lof verdient die het toegedicht krijgt, valt te betwijfelen. Dat Baron Biza een veelbelovend debuut heeft geschreven zeker niet. Het maakt zijn dood alleen maar wranger.
Reageer op deze recensie