Waar blijft dat vuil?
Wanneer ze nog maar zeven jaar oud is, ontsnapt Samira uit een weeshuis in Oekraïne, waar een zeer streng regime heerst. Haar enige vriendinnetje is onlangs geadopteerd door een echtpaar uit Duitsland en heeft haar in een brief verteld dat ze bij haar adoptieouders een eigen slaapkamer heeft gekregen met een groot bed waarin Samira zou kunnen slapen als ze ooit eens zou komen logeren. Samira besluit om haar vriendinnetje te verrassen en loopt op een nacht gewoon weg uit het weeshuis. Bij aankomst op het station heeft ze geld noch papieren om de reis naar Duitsland te gaan maken maar is er wel - tot opluchting van Samira - de vriendelijke Rocky die zich ontfermt over het opvallend mooie kleine meisje met het zwarte haar en de sprankelende ogen. Rocky noemt zijn nieuwe beschermelinge Kukolka, popje, en brengt haar onder in een huis zonder stroom, warm water of wc. Samira vindt dat niet erg; ze heeft een eigen bank om op te slapen en krijgt behalve van Rocky ook veel aandacht van de tieners die ook in het huis wonen en die haar niet alleen leren lezen, maar ook bedelen en zakkenrollen.
In een meeslepend verhaal met vrij korte zinnen leer je Samira steeds beter kennen. Het meisje is enorm nuchter en neemt de wereld om haar heen waar met een zeker optimisme en met een opmerkelijke veerkracht die veel kinderen eigen is. Ondanks het ik-perspectief wordt het voor de lezer echter steeds duidelijker dat de omgeving waarin Samira opgroeit in de loop van de jaren steeds gevaarlijker wordt voor haar.
“Er waren inmiddels al zes andere mannen. De kamer stond stijf van de sigarettendamp en Rocky rook naar drank. Nu begreep ik waarom hij zo vrolijk was. Het vervelende bij Rocky was alleen dat zijn humeur snel om zou slaan. Vanaf het twintigste glas wodka werd hij altijd agressief. We hebben het vaak genoeg geteld. Altijd na het twintigste glas. Maar hier was geen wodka. Die kerels dronken cognac.”
Omdat Samira aandacht aanziet voor liefde is ze veel te goed van vertrouwen en raakt haar leven in een negatieve spiraal. Naast honger en eenzaamheid krijgt ze te maken met een aantal zeer aangrijpende gebeurtenissen. Als lezer moet je machteloos toezien hoe het nog steeds zeer jonge meisje verstrikt raakt in een afschuwelijk web en kun je niet anders dan verder lezen in de hoop dat ze uitwegen, die je als lezer wèl ziet, zal benutten. Alhoewel Samira aan de ene kant dolgraag volwassen wil zijn, is ze aan de andere kant ook een kind dat op vijftienjarige leeftijd nog graag een Barbie wil krijgen.
Kukolka houdt de lezer van de eerste tot de laatste bladzijde in haar greep; het levenslustige meisje met haar enorme doorzettingsvermogen dat zo jong al leeft naast zulke diepe afgronden wordt met zeer veel empathie beschreven. Als lezer kun je alleen maar hopen dat er iemand op haar pad komt die haar helpt en dat ze op dat moment de moed zal hebben om het bekende te durven verlaten, want ‘wie iemand in de steek laat, is de winnaar’. Lana Lux (vertaling in het Nederlands door Marcel Misset) geeft in dit debuut een stem aan een meisje dat op een gegeven moment tot de schrijnende conclusie komt dat haar naam het enige is wat altijd van haar is geweest.
“Ik werd een beetje zoals onze wasmachine. Heel veel programma’s, allemaal automatisch, van buiten zie je alleen maar dat hij draait. Wat er binnenin gebeurt weet niemand en wil ook niemand weten. Als het resultaat maar goed is. De was weer schoon. Maar wat doet de machine met het vuil? Waar blijft dat vuil?”
Dit de centrale vraag die overblijft na het lezen van deze indringende roman: wat doet dit leven met een mens? Waar blijft dat vuil?
Reageer op deze recensie