Een geloofsgemeenschap van twee
Wat een durf van een schrijver om een boek te schrijven over een thema dat al eeuwenlang op allerlei manieren is beschreven in de literatuur en wat is Daan Heerma van Voss (1986) er geweldig in geslaagd om met Noem het liefde een waardevolle toevoeging te schrijven aan die enorme berg literatuur. Een boek dat direct al opvalt door het omslag. De jongedame die daarop staat - gesteld dat zij de vrouwelijke hoofdpersoon van het boek is - blijft gedurende het gehele boek even mysterieus als haar uitstraling (met zonnebril) op de cover suggereert. Een naam heeft ze niet; ze wordt consequent aangeduid als ‘het meisje A.’, de ik-figuur nam zich voor haar echte naam nooit uit te spreken om haar ‘nooit helemaal te hoeven delen’. Achttien jaar is ze, verknocht aan haar telefoon, haar vriendinnen voor wie ze altijd klaar staat en aan het computerspelletje De Sims. Haar gedrag is bij vlagen bepaald grillig te noemen, ze doet waar ze zin in heeft, stort zich impulsief en vol overgave in nieuwe uitdagingen om er even zo plotseling weer mee op te houden. Van Moby Dick denkt ze dat het de naam van een geslachtsziekte is.
De vierendertigjarige ik-figuur van het boek, Tomas Wolf, sleurt het meisje A. aan het begin van het boek nog net op tijd weg van voor een voorbijrazende taxi. Hij herkent haar niet alleen als het hele verre familielid dat zij ook is, maar ook als ‘degene die ik had gezocht, niet eens wetende dat ik op zoek was geweest’. Een geval van liefde op het eerste gezicht dus eigenlijk. Ondanks het leeftijdsverschil krijgen Tomas en het meisje A. een onstuimige liefdesrelatie met elkaar, overigens tot ongenoegen van haar ouders, en het duurt niet lang voor ze samenwonen.
“We vormden een enclave, gehoorzamend aan eigen wetten en waarden, een geloofsgemeenschap van twee in een wereld vol ketters en afvalligen.”
Tomas leren we als romanpersonage het beste kennen. Hij is financieel afhankelijk van zijn bejaarde oma door wie hij indertijd is opgevangen nadat zijn beide ouders zijn overleden, maakte succesvolle films waarvoor hij zelfs wel eens een Gouden Kalf heeft gewonnen, maar bevindt zich op het gebied van werk ten tijde van de relatie met het meisje A. duidelijk in een impasse. Uit geldnood stelen ze regelmatig boodschappen. Alhoewel Tomas en het meisje A. wel urenlang met elkaar spreken over hun liefde maakt Tomas het meisje A. nooit deelgenoot van zijn verleden; tot haar grote ongenoegen is er in zijn appartement een afsluitbaar kastje waarover hij niet met haar praat.
Behalve liefde is dood ook een groot thema in het boek. Naast het gegeven van de overleden ouders, maakt de grootmoeder van Tomas hem ook duidelijk dat ze vindt dat haar aardse tijd er ook maar eens op moet zitten. Maar de echte reden waarom Tomas zo gaat nadenken over het verschijnsel liefde is het verzoek van zijn doodzieke vriend Adriaan, die hem vraagt om te onderzoeken in hoeverre wat Tomas en het meisje A. hebben lust en verliefdheid ontstijgt en wat het eventueel tot liefde maakt.
“Het leven is onverschillig, hard, er zullen obstakels zijn, teleurstellingen, mislukkingen. Iets soortgelijks geldt voor de liefde. Liefde is meer dan een opeenvolging van grote gevoelens en liefkozingen, meer dan de videoclipmomenten, meer dan een feelgoodmovie.”
Al met al is Noem het liefde een prachtige beschrijving van de tijdgeest en een tamelijk humoristische en filosofische verhandeling over wat liefde is, kan zijn of misschien wel zou moeten zijn. Het is een boek dat tot nadenken aanzet over je eigen opvattingen over liefde. Tomas onderzoekt of zijn liefde voor het meisje A. een liefde is zoals die van zijn ouders die ‘zelfvoorzienend was geweest, immuun voor invloeden van buiten, een zichzelf in stand houdende energiebron’. Of is het dapper om juist, zoals Adriaan meent, ‘tegen de klippen op van iemand te houden’? Het duurt even, maar Tomas vindt zijn antwoorden.
Reageer op deze recensie