Huiveren en genieten
Rudi Hermans (1953) viert in 2020 zijn veertigjarig schrijverschap. In zijn inmiddels omvangrijk oeuvre van romans, novellen en dichtbundels keert hij steeds terug naar de complexe thematiek van familiebanden. Dit thema speelt uiteraard ook weer een rol in zijn laatste roman De vrucht van de oude dag, dat begint met een prachtig citaat van Cicero:
‘En de vrucht van de oude dag is een ruime voorraad herinneringen aan al het goeds dat eerder is bereikt.’
Een ruime voorraad herinneringen treffen we in dit boek zeer zeker aan, maar van ‘al het goeds’ is toch minder sprake. Hoofdpersoon Frits is gepensioneerd na vijfenveertig jaar gewerkt te hebben in de autoassemblage. Tegenwoordig brengt hij zijn tijd voor een groot deel door met tuinieren. Zijn arbeidsethos daaromtrent is direct al opvallend:
‘Met wortel en al dient onkruid uitgeroeid, wat met een schoffel ondoenlijk is. Bovendien vereist wieden een kniebuiging.’
Naast tuinieren maakt Frits ook regelmatig een (vaste) wandeling met zijn vrouw Clara. Op het moment dat het boek begint is Clara echter zonder Frits ‘zomaar wat’ gaan lopen, haar terugkeer laat steeds langer op zich wachten. Naarmate de tijd vordert, gaat de rigide Frits zich steeds meer storen aan haar ‘inconsequentie':
‘Ze gaf te verstaan dat ze slechts even zou uitblijven, en dan is dat wat hem betreft bindend. Ze weet toch hoe vlug hij zich zorgen maakt, hoe zijn onrust de kop opsteekt als wat hij verwachtte niet strookt met de realiteit.’
In het hoofd van Frits spelen zich allerlei scenario’s af van wat er met Clara gebeurd zou kunnen zijn, en al snel wordt duidelijk dat zijn ongerustheid vooral en nog steeds gevoed wordt door ‘zijn niet tanende jaloezie’ die ervoor zorgt dat ‘in zijn strot het venijn opwelt waar Clara het doelwit van wordt.’ Via de gedachten van Frits en de telefoongesprekken die hij met zijn dochters voert over de afwezigheid van Clara, wordt duidelijk hoe het huwelijksleven van Frits en Clara geweest is en hoe Frits als vader was. Het beeld dat je als lezer van hem krijgt wordt steeds zwarter.
De vrucht van de oude dag is een kleine roman met een enorme psychische lading. Alles, maar dan ook alles in dit boek heeft betekenis of verwijst ergens naar. De hoofdpersoon is even intrigerend als onsympathiek en het is een enorme verdienste van Hermans dat hij een dergelijk personage weet neer te zetten. Alhoewel de thematiek van het gezinsleven op zich niet heel opvallend is, is de manier waarop Hermans er invulling aan geeft dat wel; de beschrijving van het huwelijksleven van Frits en Clara wordt vanuit het perspectief van Frits benaderd, maar de lezer voelt haarfijn aan dat het verhaal van Clara wezenlijk anders zal zijn.
Hermans heeft een geheel eigen stijl en zijn zinnen hebben een enorme zeggingskracht. Regelmatig wil je ze herlezen vanwege ofwel de enorme hoeveelheid informatie die vaak op een wat impliciete wijze tussen de regels door gegeven wordt, ofwel vanwege hun schoonheid; dat Hermans ook gedichten schrijft is duidelijk te merken, hij schildert als het ware met taal. Enerzijds is het daarom genieten van prachtig taalgebruik, anderzijds is het huiveren vanwege de beklemmende sfeer die samenhangt met het akelige karakter van Frits, dat steeds onsympathieker blijkt. Om die reden voel je als lezer een gevoel van opluchting wanneer het boek uit is. Het citaat van Cicero blijkt evenals de titel van het boek enorm sarcastisch uit te pakken.
Reageer op deze recensie