Overwoekerd door het leven
Een boek waarover al veel stof is opgewaaid, nog voordat het verschenen was. En eigenlijk is dat niet meer dan gepast bij een boek waarin enorme èchte stofwolken opwaaien wanneer de hoofdpersoon voor het eerst sinds jaren haar ouderlijk huis, het huis waar haar broer tot zijn dood heeft gewoond, weer betreedt:
“Dat stof tenslotte aangroeit tot een ijzige witte laag die alles lijkt te verschralen is voor mij een complete openbaring. Het doet denken aan rijp op winterse velden en heeft zelfs iets moois. Wat ook mooi is zijn de zonnestralen waarin al die fijne stofjes ronddansen of hun leven (ja, leven) ervan afhangt."
In Harnas van Hansaplast beschrijft Charlotte Mutsaers (1942) de periode na het overlijden van haar jongere broer Barend. Barend was een eenzame man, die een teruggetrokken bestaan leidde in het ouderlijk huis waar ik-figuur Charlotte en haar zus (die A. genoemd wordt) ook hun jeugd hebben doorgebracht. Hij is op eenenvijftigjarige leeftijd dood aangetroffen in zijn bed, met ontbloot onderlichaam en omringd door porno. Hoe excentriek hij was, ontdekken Charlotte en A. pas echt na zijn dood. Het contact met Barend vond namelijk al jarenlang via de telefoon plaats; de zussen zijn vanwege het grillige gedrag van Barend al lang niet meer in het huis geweest, dat sinds het overlijden van de ouders van Charlotte en A. niet meer schoongemaakt of opgeruimd blijkt te zijn. Behalve dat hij nooit zijn kleren waste of het huis poetste, blijkt Barend ook een enorme hoarder geweest te zijn. Daarnaast was hij ook een gepassioneerd verzamelaar van met name pornografie en stripverhalen. Charlotte en A. moeten het tjokvolle huis na de dood van hun broer binnen twee maanden leegruimen, omdat de eigenaar die het huis aan hun broer verhuurde dat eist.
Een schier onmogelijke opgave, omdat de zussen aanvankelijk alle voorwerpen zelf door hun handen willen laten gaan, alvorens ze beslissen wat er mee moet gebeuren. En daar openbaart zich het schrijverstalent van Mutsaers: op een associatieve manier beschrijft zij aan de hand van al die voorwerpen herinneringen aan haar broer en aan haar eigen jeugd, zonder dat het verhaal ooit onsamenhangend dreigt te worden. De voorkeur die ze daarbij aan de dag legt voor lange en volledige reeksen voegen humor toe aan het trieste gegeven dat ten grondslag ligt aan deze roman. Dat de rode emaillen broodtrommel die Charlotte onder haar hoede neemt boordevol blijkt te zitten met handgeschreven briefjes van Barend en dat diezelfde broodtrommel met een dik touw dichtgebonden was, kan nauwelijks toevallig zijn. Datzelfde geldt voor het geschreven woord dat zich bevindt in de boekenkist, waarover de vader van Charlotte gezegd had dat Hugo de Groot erin uit Loevestein ontsnapt was. Het deksel ervan blijkt bijna te zwaar om op te tillen en ook in die kist bevinden zich, behalve veel pornografisch materiaal, ook weer talloze handgeschreven briefjes van Barend, waaruit zijn eenzaamheid blijkt.
Naarmate de talrijke kamers door de zussen verder leeggeruimd worden, wordt ook het leven van Barend alsmede zijn jeugd en die van zijn zussen geleidelijk aan ontrafeld. Mutsaers maakt daarbij graag gebruik van allerlei verwijzingen naar bijbelverhalen en literaire werken om haar punt te maken, waardoor er een prachtige gelaagdheid in het boek ontstaat. Wie was de tandeloze ridder, wiens harnas waar hij als kind zo graag mee speelde is vervangen door een harnas van Hansaplast? Welke invloed hebben zijn ouders, zijn zussen en zijn omgeving op hem gehad? Daarmee wordt het boek zoveel meer dan een eerbetoon aan een overleden broer; het is een universele zoektocht naar wie wij werkelijk zijn. Want:
“Ook besef ik maar al te goed dat mijzelf onder minder gunstige omstandigheden en met iets meer pech hetzelfde lot ten deel had kunnen vallen. De ongerustheid dat het leven over me heen kan groeien, dat ik meer wil dan ik aankan en overwoekerd raak, is er eigenlijk altijd."
Reageer op deze recensie