De nieuwe werkelijkheid als nulpunt
“De schrijver in mij was ook opgestaan. De schrijver had - ik weet niet hoelang al - ergens op de bodem van mezelf gelegen, in een comateuze slaap, en moet zijn opgekrabbeld toen dit hele verhaal begon. Om scherp met mij mee te kijken. Om in te grijpen. Om de werkelijkheid de baas te worden door er een verhaal van te maken. Om mij in leven te houden. Omdat er buiten het schrijven niets was wat mij nog boven mezelf kon doen uitstijgen. Ik had alleen de taal nog.”
Taal om grip te krijgen op de werkelijkheid, Elke Geurts (1973) is niet de eerste schrijver die om die reden taal inzet. In Ik nog wel van jou beschrijft ze de nieuwe werkelijkheid waaraan ze moet wennen wanneer haar echtgenoot, die in het boek kortweg ‘man' genoemd wordt, haar vertelt dat hij niet meer van haar houdt. Het ‘nulmoment’, de tijd tussen die mededeling en het moment dat het de ik-persoon (E.) echt duidelijk wordt dat dit dan ook echt de nieuwe werkelijkheid is, wordt beschreven als een soort vacuüm, een wormgat, een zwart gat. Geurts beschrijft het verdriet, het ongeloof en de verbijstering van de ik-figuur, die onder ogen moet zien dat "de man naast wie ik in bed lag later niet met mij in één graf bleek te willen."
E., de ik-figuur in Ik nog wel van jou, is schrijfster en werkt aan een boek dat niet echt opschiet. Ze schrijft blogstukjes over haar huwelijk, in de hoop om grip te krijgen op de situatie. Man zendt namelijk tegenstrijdige signalen uit; aanvankelijk blijft hij na zijn mededeling gewoon wonen bij zijn vrouw en twee dochters en slapen de echtgenoten ook nog bij elkaar in bed.
“In de tussentijd probeerde ik de twijfel van man, de angst voor het uiteenvallen van mijn gezin, in mijn blogstukjes in woorden te vangen, probeerde ik het uit elkaar vallen van onze liefde met woorden tegen te houden, mijn gezin met de taal weer bijeen te krijgen. Dat wat ons uit elkaar had gedreven, moest ook datgene zijn wat ons weer bij elkaar kreeg.”
De tijdspanne die Geurts beschrijft in Ik nog wel van jou is ongeveer anderhalf jaar. Ze heeft het gegeven van een toch wel onafwendbare scheiding op een fraaie manier overgoten met een literair sausje. Zo beschrijft ze de dood van twee zwanen, zijn er verwijzingen naar andere literaire werken over verlies en speelt ze knap met het gegeven tijd, waarbij ze beschrijvingen van de verdwijnende tijd knap vervlecht met het verhaal. Velen zullen zich herkennen in de gevoelens van onmacht die Geurts beschrijft. Toch bekruipt de lezer soms ook gevoelens van irritatie en ongeduld, wanneer de ik-figuur zich niet kan neerleggen bij de situatie. Het boek is bij vlagen namelijk wat traag en voorspelbaar; het nulmoment laat zich voelen en de verhouding tussen de literaire elementen en het verhaal over de scheiding zijn niet helemaal in balans. Helaas blijkt uiteindelijk waar te zijn wat de ik-figuur opmerkt, dat je "niets aan de loop van het leven kunt veranderen door het op te schrijven."
Reageer op deze recensie