'Het is ook een kunst je angst te beschrijven'
Indien je rekent op een autobiografische roman, wanneer je In het buitengebied van Adriaan van Dis leest, kom je bedrogen uit. Van Dis staat bekend vanwege autobiografische elementen in zijn werk, maar aan het eind van In het buitengebied vermeldt de schrijver expliciet dat "niet alle verbeelding autobiografisch is", dat wie zich herkent zich vergist en dat hij ook geen aambeien heeft. Waarvan akte.
Toch heeft de naamloze hoofdpersoon een aantal kenmerken, die wel aan de persoon Van Dis doen denken. Net als Van Dis is hij schrijver. Hij woont op een zeer stille plek in een afgelegen vallei bij een rivier, ver bij alles en iedereen vandaan, slechts in het gezelschap van zijn geiten en zijn kippen. Een keurige man is het, die zich omringt met mooie spullen, maar die ook een bepaalde fascinatie heeft met vuil en stank. De ode die in het boek gebracht wordt aan groene zeep is hilarisch en uniek.
Eenzaam is hij ook, de hoofdpersoon in het boek. In interviews heeft Van Dis onthuld dat hij dat zelf ook is geweest, eenzaam en depressief. In die zin was het voor hem een noodzakelijk boek, dat vertelt hoe de hoofdpersoon omgaat met eenzaamheid en dwangmatige gedachten.
Die gedachten worden in het boek verwoord door de dialoog met de Binnenstem, die al vanaf de jonge jeugd van de hoofdpersoon zeer kritisch commentaar levert op al diens gedachten en handelen. Vol zelfspot legt de Binnenstem genadeloos de gebreken van de schrijver bloot.
“Je zit er weer eens naast, beste Binnenstem. Je pocht op een corrigerend geheugen, maar schaamte vertroebelt je blik. Je kijkt naar mij zoals je denkt dat anderen naar me kijken, met afstand, en je dwingt me tot zelfspot, behaagzieke zelfspot, om applaus te oogsten.”
In het buitengebied heeft als ondertitel ‘roman in verhalen’. Je leert de hoofdpersoon kennen door zijn waarnemingen van en interactie met anderen, via een zestal verhalen over de weinigen die hij in zijn isolement ontmoet. Het zijn archetypische wezens, waarvan de som het wezen van de hoofdpersoon vormt. In zekere zin vormen zij allemaal op hun eigen manier het spiegelbeeld van de hoofdpersoon.
Zonder al te veel over haar te verklappen, is Akiko (Japans voor briljant kind) wel een heel bijzonder romanpersonage. Ze is zeer belezen en kent geen eenzaamheid. Ronnie is een aandoenlijke puber uit een achterstandsmilieu, Rivka een voorbeeldige, elegante en inmiddels oude dame, die van grote invloed is geweest op de hoofdpersoon toen hij volwassen werd. De nogal venijnig beschreven Claire is zelf schrijfster en lezer. Zij vertegenwoordigt de kunst en vormt eigenlijk het bestaansrecht van de schrijver. Victor is een vluchteling met verminkte vingers, die opvallend genoeg de naam aanneemt van de overleden vader van de hoofdpersoon en Werner tenslotte, schoolvriendje van de schrijver, pleegde op elfjarige leeftijd zelfmoord omdat zijn vader fout was in de oorlog. Dit laatste personage heeft misschien wel de grootste invloed gehad op de hoofdpersoon.
In dit compacte en helaas wel wat dunne boek is niets toevallig. Dood en verval zijn thema’s die in zeer diverse gedaantes met regelmaat terugkeren. Toch wordt het nergens zwaar; de ironische stijl van het boek blijft lichtvoetig en in de wat archaïsche woordkeuze van Van Dis hoor je als het ware zijn kenmerkende stemgeluid doorklinken. Of het boek autobiografisch of niet is, doet er niet toe. De zwarte humor van Van Dis is ongeëvenaard.
Reageer op deze recensie