Prima vervolg vol drama, humor, intriges en geheimen
In Als de rododendron bloeit gaat Santa Montefiore (1970) verder waar deel 1 van de trilogie ‘De vrouwen van kasteel Deverill’ eindigde. Het is inmiddels 1925 en Celia begint vol enthousiasme aan de wederopbouw van het kasteel. Kosten nog moeite worden gespaard om het kasteel om te bouwen tot een van alle gemakken voorzien luxueus verblijf. Ondertussen moet Kitty een keuze maken tussen haar liefde voor Ierland en haar liefde voor Jack. En hoewel Bridie in Amerika met volle teugen geniet van haar rijkdom, verlangt zij nog steeds wanhopig naar de zoon die zij in Ierland achter heeft moeten laten en is ze nog steeds onwetend van het feit dat haar dood gewaande dochter in Amerika opgroeit.
Als de rododendron bloeit beschrijft de periode 1925 tot en met 1938. Een roerige periode waar de beurskrach zal zorgen voor grote armoede en onzekere tijden, zowel economisch als financieel. Ook in dit deel wordt het verhaal weer verteld vanuit zowel Kitty, Celia als Bridie. De rode draad door de trilogie is nog steeds het verhaal van de mannen van Deverill, die na hun dood gedoemd zijn als geesten rond te dolen in het kasteel. Langzaam maar zeker licht Santa Montefiore een tipje van de sluier op. Maar duidelijkheid over de exacte reden van de vloek in de 17e eeuw wordt ook in dit deel nog niet uit de doeken gedaan.
Waar in het eerste boek vooral het verhaal van Kitty beschreven wordt, is er in dit deel meer aandacht voor Celia. Van de drie vrouwen van Deverill zal Celia het hardst getroffen worden door de nasleep van de beurskrach, zowel financieel als persoonlijk. Santa Montefiore laat Celia in deze verhaallijn ontwikkelen van een naïef, verwend en nogal onnozel, oppervlakkig meisje tot een krachtige vrouw die het roer in eigen hand neemt en verregaande besluiten durft te nemen. Gevolg is dat de karakterontwikkeling van zowel Kitty als Bridie een beetje stil staat. Dit wordt echter meer dan goed gemaakt door het boeiende verhaal van Celia met soms onverwachte plotwendingen, waardoor je gewoon verder wil blijven lezen.
Natuurlijk gebeurt er ook vanalles in het leven van de andere hoofdpersonen, maar die blijven toch van ondergeschikt belang in dit tweede deel van de trilogie. Voor de verdere ontwikkeling van het verhaal in deel 3 zijn deze verhaallijnen natuurlijk wel belangrijk. Uiterst vermakelijk is het onverwachte liefdesleven van De Struikjes, die op hoge leeftijd nog vlinders in hun buik krijgen. Pijnlijk is de onmogelijke, verboden liefde tussen Harry en Boysie, en dat geldt ook voor de wanhoop van Bridie, die ondanks haar rijkdom een bijna leeg leven leidt. Al deze verschillende verhaallijnen, waarvan ook het leven van Martha en niet te vergeten Jack onderdeel uitmaken, werken langzaam maar zeker toe naar een finale in het derde en laatste deel, waarin alle betrokkenen elkaar (opnieuw) zullen gaan tegenkomen in ‘good old’ Ierland.
Eigenlijk is er maar één minpuntje en dat is de titel van het boek. Waarom is er gekozen voor de Nederlandse titel Als de rododendron bloeit ? Het zegt absoluut niets over de inhoud van het boek en ook in het verhaal wordt geen enkele keer gerefereerd aan de bloeitijd van de rododendron, zowel letterlijk als figuurlijk. Waarom is er niet gekozen voor de letterlijke vertaling van de Engelse titel The Daughters of Deverill ? Misschien omdat dit te veel lijkt op de Nederlandse titel van het eerste boek uit de trilogie, De vrouwen van Deverill, dat in het Engels de titel Songs of Love and War kreeg.
Reageer op deze recensie