Geloofwaardige roman over hoop, verwachting en desillusie
De dochter van de wijnmaker, de tweede roman van de Australische schrijfster Rosalie Ham, speelt zich af aan het eind van de 19e eeuw in een gehucht in Victoria, Australië. Het verhaal beslaat een periode van slechts een kleine twee maanden aan het begin van het jaar 1894. In dit korte tijdsbestek gebeuren er cruciale dingen die het leven van praktisch alle personen in het boek volledig op zijn kop zetten door de keuzes die zijzelf of anderen voor hen maken.
Ten eerste is daar Phoeba, die constant in de clinch ligt met haar jongere zusje, de verwende en gemakzuchtige Lilith. Haar ouders Robert en de zwaarlijvige Maude hebben een liefdeloos huwelijk. Phoeba’s vader is de enige wijnbouwer in een regio die zich voornamelijk kenmerkt door korenvelden en weidevelden voor de Merinosschapen. Het is een roerige tijd, waarin de crisis vele slachtoffers maakt. Daarnaast zorgt de opkomst van de industriële revolutie voor grote werkeloosheid. Phoeba’s hartsvriendin Henriëtte zwoegt onder het juk van haar moeder, de weduwe Pearson. Jeugdvriend Hadley, de broer van Henriëtte, is al jaren heimelijk verliefd op Phoeba en hij hoopt op een huwelijk met haar om zijn eigen erfenis veilig te stellen. Maar Phoeba voelt daar niets voor. Ze wil alleen trouwen uit ware liefde en hoewel ze dol op Hadley is, klopt haar hart voor iemand anders.
Als Phoeba zwaargewond raakt wanneer haar paard op hol slaat, besluit ze tijdens haar herstel om het heft in eigen hand te nemen en haar leven te leiden zoals zij het wil, zonder concessies aan anderen. Vanaf dat moment verandert ze van een dienstbare dochter in een zelfbewuste, sterke, onafhankelijke vrouw. Een vrouw die alles in het werkt stelt om haar droom om later in de voetsporen van haar vader te treden en de wijngaard over te nemen, waar te maken. Haar eerste doel is Lilith zo snel mogelijk aan de man te brengen. Als Lilith haar oog heeft laten vallen op de jonge weduwnaar Marius Overton past dit precies in Phoeba’s straatje. Marius is de erfgenaam van de grootste farm in de omgeving en Lilith’s kostje lijkt gekocht. De weg lijkt open te liggen voor Phoeba’s levensvervulling, maar dan slaat het noodlot toe en loopt alles totaal anders dan verwacht. De opeenvolgende gebeurtenissen zorgen voor een domino-effect, met welhaast desastreuze gevolgen voor bijna iedereen.
Zoals ze ook al bewezen heeft in De naaister uit Parijs, heeft Rosalie Ham een prettige manier van schrijven. In De dochter van de wijnmaker beschrijft ze wederom het soms kleinzielige dorpsleven treffend en komen de karakters met al hun (eigen)aardigheden tot leven. Je ergert je aan het kinderachtige gedrag van Lilith en lacht om de beschrijving van de zelfingenomen priester: “Hij was klein en dik, van zijn laag zittende oren tot aan zijn voeten”. Ook de strak in het korset gehesen weduwe Pearson zorgt voor een glimlach: “De weduwe Pearson begon te hijgen en haar hemelsblauwe neus werd prompt paars”. Je ziet het direct voor je. En dat geldt evenzeer voor de terugkerende schermutselingen tussen de postbeambte op de trein en Freckle Flynn, de postbezorger in het dorp. Als de een de postzakken aan het perron vastspijkert neemt de ander weer wraak door met grote kracht zware postzakken uit de trein te gooien waaronder Freckle op zijn beurt dan weer bijna bezwijkt. En niet te vergeten de paardenritten met het paard Spot, die bij bijna elke rit met sjees en al het stuwmeer instapt. Maar je leeft vooral mee met Phoeba, Henriëtte en Hadley die zo graag iets van hun leven willen maken, maar tegengewerkt worden door buiten hun macht liggende krachten.
Rosalie Ham slaagt erin om de omslag van hoop en verwachting naar tegenslag, teleurstelling en totale desillusie volkomen geloofwaardig neer te zetten. De verrassende epiloog zorgt tenslotte voor een mooi einde van deze, opnieuw filmwaardige, roman.
Reageer op deze recensie