Lezersrecensie
Veelbelovend begin van een nieuwe feelgoodserie
De kleine bakkerij aan het strand van Jenny Colgan is het verhaal van Polly Waterfield en in haar kielzog het verhaal van het eiland Mount Polbearne en iedereen om haar heen. We leren Polly kennen als haar relatie met Chris op de klippen is gelopen en hun gezamenlijke bedrijf failliet verklaard is. Omdat ze snel op zoek moet naar een nieuwe woning en haar te besteden budget erg klein is, valt haar oog op een verwaarloosd appartement boven een leegstaande bakkerij op het eiland Mount Polbearne. Ze is altijd al dol op het bakken van brood geweest en als ze besluit van haar hobby haar werk te maken is de stuurse Gillian Manse, haar huisbazin en tevens eigenaresse van de enige bakkerij op het eiland, allesbehalve blij met deze concurrentie. Vrienden maken met de andere bewoners valt ook niet mee. Gelukkig heeft ze Neil, de kleine papegaaiduiker die gewond in haar appartement belandt en haar eerste vriend op het eiland wordt.
De schrijfstijl van Jenny Colgan is ook in dit boek weer ongekunsteld met vloeiende zinnen en geloofwaardige dialogen. Hoewel het verhaal luchtig blijft schuwt ze ook zware thema’s niet, waarmee ze het verhaal meer dan voldoende diepgang geeft.
Ze bouwt het verhaal rustig op terwijl ze je kennis laat maken met een groot aantal uiteenlopende personages die allemaal een rol (gaan) spelen in het leven van Polly: de lokale bevolking, haar hartsvriendin Kerenza, ‘lonesome cowboy’ Huckle, visser Tarnie, de stinkend rijke Reuben en niet te vergeten haar stugge huisbazin Gillian Manse.
Polly is in het begin het meegaande type dat zich volkomen wegcijfert voor haar (ex-)vriend Chris maar uiteindelijk voor zichzelf durft te kiezen en gaat doen waar ze altijd van heeft gedroomd. Ze bloeit op en wordt steeds zelfstandiger. Ze laat zich niet meer het kaas van het brood eten, durft nieuwe vriendschappen aan te gaan en de strijd met Gillian Manse als ze van broodbakken haar werk wil maken. Ze begint zichzelf met vallen en opstaan weer te ontdekken. Twee mannen dingen naar haar liefde. De chemie tussen haar en Huckle is al direct duidelijk, hoewel ze daar zelf minder van overtuigd zijn, maar tegelijkertijd springt er ook een vonk tussen haar en Tarnie over.
Niet alleen Polly verandert, ook de andere personages maken allemaal hun eigen ontwikkeling door. En misschien geldt dit nog wel het meest voor het eiland zelf. Als Polly zich vestigt op Mount Polbearne is het een geïsoleerde eiland waar niets te beleven is en waarvan de bewoners wegtrekken naar de grote stad. Als het wordt ontdekt als toeristische trekpleister verandert het naar een levendig eiland waar stadsbewoners een huis kopen om hun weekend en vakantie te gaan doorbrengen. Niet alle eilandbewoners zijn er even blij mee dat hiermee ook de authenticiteit van hun eiland verdwijnt.
Voor de bakkers onder ons zijn de recepten van Polly’s heerlijke broodjes achter in het boek opgenomen. En daar word ik persoonlijk extra blij van. Dit boek krijgt dan ook een mooi plaatsje in mijn kookboekenkast in de keuken, om straks te kunnen genieten van zelfgebakken focaccia en kaneelbroodjes.
Dit is het eerste deel in de Bakkerij-serie en het redelijk open einde biedt meer dan genoeg mogelijkheden voor een nieuw verhaal. Laat het tweede deel Zomer in de bakkerij maar komen!
De schrijfstijl van Jenny Colgan is ook in dit boek weer ongekunsteld met vloeiende zinnen en geloofwaardige dialogen. Hoewel het verhaal luchtig blijft schuwt ze ook zware thema’s niet, waarmee ze het verhaal meer dan voldoende diepgang geeft.
Ze bouwt het verhaal rustig op terwijl ze je kennis laat maken met een groot aantal uiteenlopende personages die allemaal een rol (gaan) spelen in het leven van Polly: de lokale bevolking, haar hartsvriendin Kerenza, ‘lonesome cowboy’ Huckle, visser Tarnie, de stinkend rijke Reuben en niet te vergeten haar stugge huisbazin Gillian Manse.
Polly is in het begin het meegaande type dat zich volkomen wegcijfert voor haar (ex-)vriend Chris maar uiteindelijk voor zichzelf durft te kiezen en gaat doen waar ze altijd van heeft gedroomd. Ze bloeit op en wordt steeds zelfstandiger. Ze laat zich niet meer het kaas van het brood eten, durft nieuwe vriendschappen aan te gaan en de strijd met Gillian Manse als ze van broodbakken haar werk wil maken. Ze begint zichzelf met vallen en opstaan weer te ontdekken. Twee mannen dingen naar haar liefde. De chemie tussen haar en Huckle is al direct duidelijk, hoewel ze daar zelf minder van overtuigd zijn, maar tegelijkertijd springt er ook een vonk tussen haar en Tarnie over.
Niet alleen Polly verandert, ook de andere personages maken allemaal hun eigen ontwikkeling door. En misschien geldt dit nog wel het meest voor het eiland zelf. Als Polly zich vestigt op Mount Polbearne is het een geïsoleerde eiland waar niets te beleven is en waarvan de bewoners wegtrekken naar de grote stad. Als het wordt ontdekt als toeristische trekpleister verandert het naar een levendig eiland waar stadsbewoners een huis kopen om hun weekend en vakantie te gaan doorbrengen. Niet alle eilandbewoners zijn er even blij mee dat hiermee ook de authenticiteit van hun eiland verdwijnt.
Voor de bakkers onder ons zijn de recepten van Polly’s heerlijke broodjes achter in het boek opgenomen. En daar word ik persoonlijk extra blij van. Dit boek krijgt dan ook een mooi plaatsje in mijn kookboekenkast in de keuken, om straks te kunnen genieten van zelfgebakken focaccia en kaneelbroodjes.
Dit is het eerste deel in de Bakkerij-serie en het redelijk open einde biedt meer dan genoeg mogelijkheden voor een nieuw verhaal. Laat het tweede deel Zomer in de bakkerij maar komen!
1
Reageer op deze recensie