Veelbelovend begin van nieuwe trilogie
De nieuwe Santa Montefiore is, hoe kan het bijna anders, wederom een heerlijk boek om in weg te duiken, de boel de boel te laten en alles om je heen te vergeten. Met De vrouwen van kasteel Deverill leverde ze het eerste deel af van de trilogie die de levens van de familie Deverill zal volgen.
Het is 1910 en de 9-jarige Kitty Deverill heeft het niet gemakkelijk met een moeder die niets met haar te maken wil hebben en een vader die amper naar haar omkijkt en zijn vertier buiten de deur zoekt. Ze vindt liefde bij haar grootmoeder, die net als Kitty de geesten ziet die noodgedwongen in het kasteel wonen. In deze periode heerst de Anglo-Ierse landadel nog volop in Ierland. Ondanks het standsverschil is de dochter van de kokkin op het kasteel, Bridy Doyle, haar grootste vriendin. Samen met nichtje Celia Deverill, die jaarlijks de zomermaanden op kasteel Deverill doorbrengt, vormen ze een onafscheidelijk trio. Maar ook Jack O’Leary, de zoon van de dierenarts, is vaak in hun gezelschap te vinden. Hun zorgeloze leventje wordt echter bruut verstoord door het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. Tegelijkertijd met het uitbreken van de oorlog begint ook de Ierse strijd voor onafhankelijkheid. Hoewel Kitty in naam Brits is, voelt ze zich Ierse in hart en nieren. Ze besluit zich in het diepste geheim aan te sluiten bij de Ierse rebellen om de liefde van haar leven te steunen in zijn strijd. Langzaam maar zeker wordt de macht van de adel ondermijnd en groeien de haatgevoelens voor de Britse onderdrukkers met desastreuze gevolgen voor de familie Deverill.
Montefiore schetst in De vrouwen van kasteel Deverill een mooi tijdbeeld van de ‘roaring twenties’ waar de landadel verstandshuwelijken sluit en de liefde buiten de deur zoekt in buitenechtelijke affaires. Een tijdbeeld waarin het standsverschil vervaagt en de arbeiders opkomen voor hun rechten. Een tijd ook waarin de nieuwe rijken langzaam de macht overnemen en arme immigranten hun geluk gaan beproeven in de VS. Zij beschrijft uitgebreid de prachtige Ierse natuur waardoor je je bijna in dit bijzondere landschap waant. En dit alles uiteraard gelardeerd met de nodige romantiek en spanning, zoals we van Montefiore gewend zijn. Tel daarbij de soms onverwachte wendingen in het verhaal op en alle ingrediënten voor wederom een heerlijke roman zijn daar. Een boek dat je vanaf pagina 1 het verhaal intrekt en dat de volle 445 pagina’s blijft boeien.
Het verhaal wordt verteld vanuit zowel Kitty, Bridy als Celia met ieder hun eigen verhaal in een periode waarin ze van de onschuldige kinderen die ze zijn, opgroeien tot jonge vrouwen, voor wie het leven niet altijd even gemakkelijk is. Hoewel ze alle drie een andere kant in hun leven opgaan en hun wegen zich (gedeeltelijk) scheiden, blijven ze door het lot met elkaar en het kasteel verbonden door de keuzes die ze maken. Keuzes met ingrijpende gevolgen voor hun toekomstige leven.
Dit eerste deel van de trilogie eindigt in 1925, waarin de nieuwe generatie zich al voorzichtig aankondigt. Hopelijk laat Santa Montefiore ons niet te lang wachten op deel twee, zodat we ons opnieuw kunnen verliezen in het verdere leven van de vrouwen van Deverill.
Reageer op deze recensie