Licht teleurstellende roman mist uitgebalanceerde opbouw
De Duitse auteur Corina Bomann (1974) beleefde haar doorbraak in 2012 met Het vlindereiland dat wekenlang hoog op de bestsellerlijsten prijkte. Een succes dat een groot aantal van de boeken die ze daarna schreef eveneens ten deel viel. Inmiddels heeft Bomann ook in Nederland een grote fanschare opgebouwd, wat wellicht de reden voor de uitgever was om het in 2016 geschreven Een kamer aan zee nu alsnog in de vertaling van Jolanda te Lindert uit te geven.
'Terwijl de op de flaptekst beloofde overeenkomsten tussen Kim en Leandra in nevelen gehuld blijft, maken de twee tijdlijnen ook in de eindfase nauwelijks een connectie.' – recensent Helma
De start van het verhaal belooft een emotionele achtbaan te worden als hoofdpersoon Kim overmand door rouw haar weg vindt naar de kliffen van Cornwall, waar ze uitkijkt over de zee waarin haar echtgenoot Jake bij een vliegtuigongeluk neerstortte en de dood vond. Vanuit Kims perspectief weet Bomann het intense verdriet en de depressieve gevoelens zo te verwoorden dat je de rauwe pijn bijna voelt. Terwijl Kim op de kliffen overweegt om afscheid van het leven te nemen, wordt ze gevonden door de bejaarde Janet, die haar meeneemt naar haar cottage. Zij geeft Kim de tijd om te helen door haar onderdak aan te bieden. Om Kim af te leiden van haar zelfmoordgedachten geeft Janet haar het dagboek van Leandra, dat een van Janets voorvaderen op het strand vond en al die jaren in het bezit van haar familie is gebleven.
Met het dagboek begint de historische verhaallijn waar je in 1813 het leven van Leandra binnenstapt op het moment dat ze is uitgehuwelijkt aan Clemo Gryffyn, een duistere man die haar alleen nodig lijkt te hebben om voor nageslacht te zorgen. Dat ze haar stem na een ongeluk in haar jeugd is kwijtgeraakt, vindt hij een groot voordeel. Een vrouw die niet kan praten kan ook zijn schimmige praktijken niet verraden. Met haar verhaal brengt de auteur een vleugje spanning in de roman als Leandra de geheimen van haar man en die van zijn inwonende zus ontrafelt.
Beide tijdlijnen zijn vanuit een ik-perspectief in de tegenwoordige tijd geschreven. Waar deze werkwoordstijd in het verhaal van Kim prima werkt, voelt dit voor de historische tijdlijn, als dagboek opgebouwd, volkomen onlogisch.
Na de veelbelovende start zakt het verhaal in. Het is vooral spijtig dat door een onverwachte twist de geloofwaardigheid van Kims heftige gemoedstoestand in het geding komt. Ook andere delen van het verhaal maken het lastig om er volledig in mee te gaan. Hoe aannemelijk is het dat je de zware palliatieve terminale zorg voor iemand die je nauwelijks kent op je neemt? En hoe snel kun je na diepe rouw om een overleden partner, waarin je zelfs overweegt uit het leven te stappen, opnieuw verliefd worden? Waar je in eerste instantie enorm meeleeft met Kim, brokkelt de emotionele betrokkenheid met haar en de overige personages gestaag af, ondanks heftige thema’s als zelfmoordplannen, rouw en ongeneeslijke ziekte die Bomann in het verhaal verwerkt. Hetzelfde kan gezegd worden van het historische gedeelte. De pittige thema’s die Bomann hierin een rol laat spelen liegen er niet om, maar worden redelijk oppervlakkig uitgewerkt.
Leandra’s weliswaar interessante verhaal, dat grotendeels draait om strandjutters die schepen willens en wetens op de klippen laten lopen voor hun eigen gewin, is geheel opzichzelfstaand te lezen. Terwijl de op de flaptekst beloofde overeenkomsten tussen Kim en Leandra in nevelen gehuld blijft, maken de twee tijdlijnen ook in de eindfase nauwelijks een connectie. Daarbij laat het abrupte open einde van Leandra’s dagboek de lezer behoorlijk op zijn honger zitten en de kleine toespeling op haar eventuele happy end bevredigt dat knagende gevoel geenszins. Het maakt duidelijk dat Bomann met Een kamer aan zee de vaardigheid van karakterontwikkeling van haar personages en het maken van een uitgebalanceerde verhaalopbouw, zoals we die kennen van haar latere boeken, nog niet helemaal beheerst. Haar soepele, gemakkelijk te lezen schrijfstijl met veel sfeertekening is in deze roman wel al volop aanwezig. wat veel goedmaakt en ervoor zorgt dat de beoordelingswijzer alsnog nipt de positieve kant op wijst.
Reageer op deze recensie