Mooie mix van feiten en fictie in ontroerend verhaal
Irma Joubert (1947) is een laatbloeier. Ze is pas gaan schrijven toen ze in 2004 haar werkzame leven als docent Geschiedenis en Zuid-Afrikaans beëindigde en met pensioen ging. Dat geschiedenis nog steeds haar grote passie is komt terug in haar boeken waar ze fictie samenvoegt met historische feiten. Het meisje uit het verscholen dorp is daar een mooi voorbeeld van.
Ze beschrijft hierin een bij veel Nederlanders onbekend gebleven stukje geschiedenis uit de Tweede Wereldoorlog: het Pas-op Kamp bij Nunspeet. Daar komt de moederloze 11-jarige Mentje in terecht als haar vader door de Duitsers wordt opgepakt omdat hij een Joods gezin liet onderduiken op zijn boerderij. In deze verhaallijn is Mentje de enige persoon die door Joubert is verzonnen. Alle andere bewoners in het kamp hebben echt bestaan. Deze mix van feiten en fictie resulteert in een prachtig verhaal, deels verteld vanuit de denkwereld van een jong meisje dat door de oorlog geen kind meer kan en mag zijn. Je voelt bijna de wanhoop, pijn, boosheid en angst die ze ervaart als volwassenen besluiten voor haar nemen, zonder dat ze daar zelf iets over te zeggen heeft.
"Met iedere stap groeit haar woede. Alleen al het idee dat niemand ook maar iets met haar heeft besproken, dat niemand haar ook maar heeft gevraagd wat ze er zelf van vond! Haar wettige voogd heeft het besloten en daarmee basta."
Hierdoor komt zij terecht in Arnhem bij het vaderloze gezin van haar tante. Een egocentrische vrouw die voor alles haar eigen kinderen beschermt en die Mentje zo jong als ze is op pad stuurt in een levensgevaarlijk Arnhem waar de kogels je om de oren vliegen. Mentje doet er alles aan om het gezin de oorlog door te helpen, terwijl haar tante zich klagend en zeurend voornamelijk in de kelder schuilhoudt.
"Dan wordt tante Maria razend. Haar rood behuilde ogen schieten vuur en haar stem wordt hoog. ‘Wat heb je nou weer gedaan! Als Henk nu iets overkomt… Ik vergeef het je nooit. En ik verwens de dag waarop jij hier over de drempel stapte!' "
Als dank neemt haar tante na de oorlog een besluit dat Mentjes hele wereld op zijn kop zet. Irma Joubert weet je daarmee echt te ontroeren.
In de tweede verhaallijn staat de Zuid-Afrikaanse Tinus centraal. Hij besluit zich als parachutist aan te melden bij de geallieerden en komt zo uiteindelijk terecht in de slag om Arnhem. Daar wordt hij gevonden door Mentje als hij zich ernstig gewond verstopt heeft in een tuin vlak bij het huis van haar tante. Hier komen de twee verhaallijnen bij elkaar. Na de oorlog keert Tinus weer terug naar Zuid-Afrika. Van zijn spaargeld koopt hij de boerderij terug die zijn opa voor de oorlog noodgedwongen heeft moeten verkopen en probeert hij zijn leven weer op de rit te krijgen. Noodgedwongen ontfermt hij zich over Mentje, als blijkt dat haar vader is omgekomen in Kamp Amersfoort. Deze verhaallijn spreekt iets minder tot de verbeelding, maar heeft op het eind nog een onverwachte twist.
Het meisje uit het verscholen dorp is het tweede deel uit een trilogie. De boeken zijn los van elkaar te lezen. De verbindende factor is de bootreis naar Zuid-Afrika die hoofdpersonen uit de drie verschillende boeken maken. Daar ontmoeten ze elkaar en sluiten ze vriendschap. Deze bootreis komt in alle drie de boeken terug.
Irma Joubert schrijft vanuit een christelijke overtuiging. Dit laat ze slechts sporadisch en volkomen natuurlijk in het verhaal terugkomen. Het is geen lofzang op de Heer omdat ze ook de volkomen logische twijfels die Mentje over het geloof krijgt, verwoordt. Ook als je helemaal niets met het geloof hebt, is dit zeker geen reden om het boek niet te lezen. Joubert is een geboren verteller en dat bleek nog eens te meer tijdens haar boekpromotie-tour door Nederland, waarin ze vol enthousiasme in uitstekend verstaanbaar Zuid-Afrikaans een inspirerende lezing gaf over de totstandkoming van het boek. Als je nog geen fan van Irma Joubert was, dan werd je dat ter plekke.
Reageer op deze recensie