Heerlijke chicklit voor onbekommerd leesplezier
I heart forever is alweer deel 7 in de I heart-serie van Lindsey Kelk (1980), met de van oorsprong Britse Angela Clark in de hoofdrol. Ze is inmiddels getrouwd met de sexy Alex en heeft hem uitgezwaaid voor zijn backpack trip naar Zuid Oost Azië. Zelf blijft ze in New York, werkt zich een slag in de rondte als editor van haar ‘kindje’ Gloss, gaat uit met haar vriendinnen en hoopt dat die twee maanden zonder hubby Alex, voorbij zullen zijn voor ze erg in heeft. Ondertussen heeft ze van alles te stellen met haar ‘Best Friend Forever’ Jenny die zich tot een ware Bridezilla ontpopt tijdens de voorbereidingen van haar huwelijk en heeft ze zelf een groot geheim dat ze voorlopig nog met niemand wil delen.
De schrijfstijl van Kelk past bij een chicklit: gemakkelijk, zonder ingewikkelde zinsconstructies. Je hoeft er niet bij na te denken en je kan je gewoon lekker onderdompelen in het leven van Angela in ‘hip and happening’ New York. Natuurlijk gaat niet alles van een leien dakje, maar met echt grote problemen hebben Angela en haar vriendinnen ook niet te maken. De gedachtewereld van Angela, de ik-persoon in het verhaal, wordt vol humor beschreven door Kelk. Bijvoorbeeld als ze voor het eerst kennismaakt met Joe, die verantwoordelijk is voor de reorganisatie bij Spencer Media, de uitgever van Gloss, en hij zegt dat hij het geweldig vindt dat hij haar heeft leren kennen:
‘ "You too", I managed to half stand and almost smile at the same time and it felt like too much of an achievement. "Looking forward to our follow-up." Like a hole in the head.’
Dit soort onderkoelde (Britse) humor zorgt regelmatig voor een grote glimlach op je gezicht. Een ander voorbeeld is dat als ze op het nippertje de metro haalt, ze haar grote grijns verbergt voor haar medereizigers waaronder een als clown verklede man:
‘Face paint, curly wig, giant shoes, the whole shebang. I tried not to stare. New Yorkers don’t share and they don’t smile in public. The last thing I want was for the clown to think I was a weirdo.’
Zo grappig!
Een ander personage dat tot de verbeelding spreekt is Cici Spencer, Angela’s assistente bij Gloss. Als er over haar wordt gezegd: 'that demon spawn twin' en 'I don't know how you sit in an office with that woman every day. I'd rather have an underfed hyena outside my office' heb je er direct een beeld bij. Niet iemand voor wie je warme gevoelens voor gaat koesteren, ondanks dat ze het niet makkelijk heeft als tweelingzus van Delia Spencer, de vriendin van Angela en tevens beoogd CEO van het familiebedrijf, terwijl zij een volkomen ondergeschikte rol speelt. Daarom is het wel knap van Lindsey Kelk dat je Cici, ondanks dat haar persoonlijkheid eigenlijk niet verandert, aan het eind van het boek eigenlijk wel mag en je Delia een stuk minder sympathiek gaat vinden. Tegelijkertijd zie je Angela gedurende het verhaal ook langzaam maar zeker veranderen en pakt ze steeds meer haar verantwoordelijkheid. Niet alleen voor zichzelf, maar ook voor haar redactieteam als de reorganisatie wellicht voor banenverlies zal gaan zorgen.
Het boek is absoluut niet maatschappijkritisch en dat hoeft natuurlijk ook niet voor dit genre. Toch haalt Kelk, bijna terloops, de wapendiscussie aan en maakt ze duidelijk hoe ze daarover denkt:
‘I’d been living in this country fors six years and I still couldn’t understand why it was the biggest possible transgression a human could make. Buy a rifle in the supermarket? Oh. OK. Empty a can of tuna onto a margarita pizza? No bloody way.’
Al met al een heerlijk boek waar je onbekommerd van kan genieten en dat je met een tevreden ‘feelgood’ gevoel dichtslaat.
Reageer op deze recensie