Vragen over de natuur? Sara van Duijn weet het!
Afgestudeerd bioloog Sara van Duijn geeft in Natuurlijk Biologie antwoord op de meest uiteenlopende vragen: diepgaande, grappige en praktische vragen passeren in korte verhalen de revue. Ze hoopt hiermee er vooral voor te zorgen dat we weer respectvol en vol verwondering naar de natuur gaan kijken.
Het zijn allemaal vragen waarvan je denkt als je ze leest: ‘Ja, hoe zit dat eigenlijk?’ Wie herkent niet dat zijn urine heel anders ruikt, zeg maar gewoon stinkt, na het eten van asperges? En wie heeft zich nooit afgevraagd waarom die enorme zwermen spreeuwen die tegen de avond door de lucht dansen nooit tegen elkaar aan botsen? Of als je mieren in kolonne door je huis ziet lopen vraag je je misschien onwillekeurig ook af hoe dat nu werkt in zo’n mierenkolonie. Sara van Duijn weet het en vertelt het ons in heldere en toegankelijke taal. Een ding is duidelijk: ze heeft een grote liefde voor alles wat groeit en bloeit. Dat komt misschien nog wel het meest tot uiting in haar antwoord op de vraag of er nutteloze dieren bestaan. Trouwens ook zo’n vraag die bij je opkomt als een mug je te pakken heeft gehad of als je last hebt van een zilvervisjes-plaag.
Nutteloze dieren, of nuttige dieren en planten, zijn een verzinsel. Dieren en planten zijn op de wereld omdat er plek voor ze is. Voor ons zijn ze nuttige omdat wij de natuur nodig hebben om te overleven, ook al denken we helaas vaak van niet.
In datzelfde stukje wijst ze ons ook direct even fijntjes op het nut van ons eigen bestaan. We zijn levend niets meer of minder dan voedsel voor luizen, muggen en teken en dood fungeren we als voedselbron voor wurmen en andere afvaleters. Zo is onze plaats in de kringloop van het leven in een klap duidelijk.
Ze slaagt er in al die verhalen in om haar enthousiasme voor de natuur over te brengen en je een stuk wijzer te maken over allerhande vraagstukken. Ze doet dat zonder te verzanden in ingewikkelde academische taal, waardoor ook de meer complexere vraagstukken in voor leken begrijpelijke woorden wordt uitgelegd. Het zijn allemaal hoofdstukken van twee à drie pagina’s waardoor je het boek snel oppakt om even tussendoor het antwoord op een prangende vraag te lezen. Want hoewel je er misschien nooit over nagedacht had waarom olifanten een ruwe huid hebben, op het moment dat je deze vraag leest, moet je het wel opeens gewoon weten!
Als je het boekje dichtslaat heb je er 70 interessante weetjes bij, waaronder er een paar zijn waar je in geval van nood echt iets aan hebt. Bijvoorbeeld het antwoord op de vraag: ‘Hoe raak je onderkoeld en wat moet je doen?’ Je eerste reactie om onderkoelde mensen stevig warm te wrijven is uit den boze. Dit zal er juist voor zorgen dat hij steeds verder wegzakt en uiteindelijk alsnog sterft. Het enige juiste is om mensen zelfstandig op temperatuur te laten komen door te rillen en alleen passieve hulp te geven. Dat kan door natte kleding te verwijderen, hem uit de wind te leggen, toe te dekken met een deken en eventueel tegen hem aan te gaan zitten of liggen. Dat is toch nuttige informatie.
Sara van Duijn heeft zich al bewezen met haar debuut Alles is biologie en zet dit succesvol door met haar tweede boekje: goodbye Freek Vonk, here comes Sara van Duijn!
Reageer op deze recensie