Snoeiharde aanklacht maakt diepe indruk
Net als in haar debuut Oorlogskind heeft Mechtild Borrmann (1960) voor haar tweede roman Over de grens het verhaal gebaseerd op ware gebeurtenissen. De smokkelroute heeft bestaan en de gruwelpraktijken in Duitse door nonnen geleide kindertehuizen hebben daadwerkelijk plaatsgevonden. Met deze uitgangspunten heeft Borrmann een fictieve roman geschreven.
Hoofdpersoon is Henni Schöning. Ze verliest op jonge leeftijd haar moeder en neemt de zorg voor haar jongere broertjes en zusje op zich. Haar vader trekt zich weinig tot niets van zijn kinderen aan en brengt zijn tijd voornamelijk door in de kerk, waar de pastoor hel en verdoemenis preekt en graag gebruikmaakt van zijn (onbetaalde) diensten. Als Hennie haar beklag komt doen en een aantal parochianen haar steunen, zint de pastoor op wraak. Het gezin leeft van de inkomsten die Henni noodgedwongen via smokkel binnenhaalt. Als de georganiseerde misdaad zich hiermee gaat bemoeien, schrikt de douane er niet voor terug om op hen te schieten. Haar ergste nachtmerrie wordt werkelijkheid als Henni’s zusje tijdens een smokkeltocht wordt neergeschoten. De pastoor ziet zijn kans schoon. Mede door zijn zwartmakerij van Henni wordt ze naar een tuchtschool gestuurd en haar broertjes Fried en Matthias in een katholiek kindertehuis geplaatst. Daar sterft Matthias aan longontsteking. Maar is dat de waarheid of spelen er andere zaken een rol.
Het blijft lang onduidelijk waarvoor Henni precies gearresteerd is en voor het gerecht gedaagd wordt. Door het verhaal vanuit meerdere perspectieven en heen en weer springend in de tijd te vertellen kom je de omstandigheden te weten die tot haar arrestatie hebben geleid. Het is een intriest verhaal, maar door de bijna zakelijke toon waarop de meest afschuwelijke gebeurtenissen de revue passeren, wordt het geen vol valse emoties gevuld tranendal. Door te kiezen voor deze onderkoelde schrijfstijl komt de ellende die Henni en in nog grotere mate haar broertjes overkomt, misschien nog wel veel harder binnen. Het is rauw, schrijnend en aangrijpend. Zonder onnodige opsmuk of drama, maar gewoon zoals het is.
Door een vader die geen knip voor zijn neus waard is en een haatdragende pastoor, wordt een gezin volkomen onnodig uit elkaar gerukt en worden levens verwoest. Het is hartverscheurend om te lezen hoe de broertjes het bij de nonnen te verduren hebben. Er zit geen greintje menselijkheid bij en de opvoedmethoden zijn ronduit sadistisch te noemen. Zowel lichamelijke als geestelijke mishandeling is aan de orde van de dag met soms de dood van een kind tot gevolg. Het is gewoon niet te bevatten dat je je macht over weerloze kinderen zo kunt misbruiken en ondertussen naar buiten toe een al goedheid uitstraalt en de waarheid verdraait terwijl de officiële instanties wegkijken. Kinderen die de moed hebben om hun mond open te doen, worden niet geloofd en voor ondankbare leugenaars weggezet. Als je je dan realiseert dat dit op ware feiten is gebaseerd, krijg je het er koud van en overvalt je een gevoel van boosheid dat dit heeft kunnen gebeuren.
En misschien is het meest schrijnend wel dat Henni, volkomen onterecht, een groot schuldgevoel ontwikkelt over alles wat haar broertjes is overkomen. Pas helemaal op het eind wordt duidelijk wat zij ervoor over heeft om haar overgebleven broer nu wel de bescherming te geven die zij hem jaren geleden niet heeft kunnen bieden.
Mechtild Borrmann heeft met Over de grens een snoeiharde aanklacht tegen door de nonnen geleide kindertehuizen geschreven, waarvoor pas sinds enkele jaren door de katholieke kerk mondjesmaat schuld wordt bekend. Ze heeft de kinderen die hier de dupe van zijn geworden een stem gegeven met een verhaal dat diepe indruk maakt en waarvan je even stil bent als je het boek na lezing dichtslaat.
Reageer op deze recensie