Hoofdrol voor Tannie Maria’s demonen
Met Tannie Maria & de demonische monteur heeft de Zuid-Afrikaanse auteur Sally Andrew een vervolg geschreven op haar debuut Recepten voor liefde en moord. Haar heldin Tannie Maria werkt nog steeds als een soort Lieve Lita bij de Klein Karoo Gazette waarbij ze elk probleem oplost met een bijpassend recept. Haar relatie met politieagent Henk Kannemeyer wordt steeds intenser en natuurlijk krijgt ze ook in dit deel weer te maken met moord en doodslag, als voor haar ogen Bushman-leider Slimkat vergiftigd wordt met de honing-mosterdsaus op de koedoe-sosatie. Niemand, ook Henk niet, weerhoudt Tannie Maria ervan om zich met het onderzoek te bemoeien.
Deze omschrijving doet een spannend verhaal vermoeden, maar de moordzaken zijn bijna van ondergeschikt belang. De nadruk ligt, zeker de eerste 200 pagina’s, op het persoonlijke leven van Tannie Maria. Als haar relatie met Henk intensiever wordt en ze met elkaar in bed belanden, komen de herinneringen aan de mishandeling en verkrachting door haar overleden echtgenoot Fanie in een klap in volle hevigheid terug. Herinneringen die zij met veel en lekker eten had weggestopt, maar die nu een volwaardige, seksuele, relatie met Henk in de weg staan. Dit gegeven zou voldoende diepgang aan het verhaal hebben kunnen geven, maar helaas blijft het oppervlakkig, roept het weinig emotie op en kabbelt het verhaal een beetje door. Tannie Maria is voornamelijk bezig met koken, het opeten van haar eigen baksels, het geven van tips aan briefschrijvers en het overdenken van haar leven. De moord op Slimkat is voornamelijk Henks ‘pakkie an’, terwijl Tannie Maria werkt aan het verwerken van haar trauma’s.
Hoewel de thema’s die ze aanhaalt best pittig zijn (verkrachting, huiselijk geweld, posttraumatische stress en het apartheidsverleden) blijft het allemaal luchtig van aard. Haar bezoek aan de ultra magere psychologe, die als oplossing voor haar problemen vermageringspillen en een dieet voorschrijft (waar Tannie Maria natuurlijk nog veel ongelukkiger van wordt) en de manier waarop Tannie Maria met deze pillen en haar dieet omgaat, zorgen voor een voorzichtige glimlach. Na een lunch van sla, komkommer, tomaat en een hardgekookt ei, weet ze niet hoe snel ze naar het eerste het beste eetkraampje moet hollen als ze arriveert op het kunstfestival KKNK.
"Ik bekeek het programma vluchtig: later zou ik het wel beter bestuderen. Maar eerst had ik een afspraak met een koedoe-sosatie."
De volgende arts die ze bezoekt probeert het met antidepressiva en misschien zijn deze passages wel een stille aanklacht van Andrew tegen psychiaters die alles met pillen denken op te lossen. Want echte hulp krijgt Tannie Maria pas van de ‘demonische monteur’ die bijklust als leider van een gespreksgroep van mensen met posttraumatische stress, waarbij hij geassisteerd wordt door medicijnvrouw Ousies. Pas bij de tweede moord die uitgerekend plaatsvindt in Tannie Maria’s gespreksgroep, komt er op tweederde van het boek eindelijk wat vaart en actie in het verhaal. Hoewel het lijkt of de moorden los van elkaar staan, blijkt er toch een link te zijn en gaat Tannie Maria zich er inhoudelijk mee bemoeien. Maar echt meeslepend en verrassend wordt het jammer genoeg niet. Het blijft allemaal wat oppervlakkig, voorspelbaar en meer van hetzelfde waardoor Sally Andrew met haar tweede boek minder weet te overtuigen. Haar schijfstijl is onveranderlijk prettig leesbaar, daar ligt het niet aan, maar het verhaal en de uitwerking van het plot pakken niet helemaal. Ondanks deze wat mindere punten sluit je Tannie Maria toch in je hart en maken de prettige schrijfstijl, de beschrijvingen van de natuur en het Zuid-Afrikaanse leven en natuurlijk de heerlijke recepten achterin een hoop goed en sla je het boek uiteindelijk toch met een goed gevoel dicht.
Reageer op deze recensie