Lezersrecensie
Experimenten op de grens tussen goed en kwaad
Een eiland is een ideale plek om te experimenteren, een idyllische samenleving te starten, een megalomaan plan te testen of een droom op los te laten. Hoeveel eilanden zijn er eigenlijk op de wereld? Uitgaande van de officiële definitie moet een eiland minstens 10 hectare groot zijn en omringd door zee en dan zijn het er 86.732. Maar zou je de Schotse definitie hanteren van een stukje door zee omringd land waar je een jaar lang een schaap kunt laten grazen dan komen er nog een paar honderd duizend eilanden bij. En dan hebben we het nog niet eens over de eilanden die door zoet water zijn omringd, die door mensenhanden zijn vervaardigd of waar je geen schaap op kunt zetten. Duizelingwekkende aantallen die onmogelijk allemaal bezocht en beschreven kunnen worden. Adwin de Kluyver doet in De eilanden van goed en kwaad dan ook slechts een greep in de wereldzeeën. Maar wat hij grijpt is de moeite meer dan waard.
De eilanden van goed en kwaad is een non-fictieboek maar leest als een roman. De twaalf grote eilandverhalen worden afgewisseld met een hoofdstuk ‘Isolario’ vol feiten en weetjes waarin nog eens 70 eilanden of eilandsoorten worden behandeld. Ook deze korte hoofdstukken zijn zeer leesbaar en toegankelijk geschreven en staan vol onbekende maar belangwekkende informatie. Zo leren we wat een THUMS eiland is, welke valuta er wordt gebruikt op het eiland Yap en waarom het zo belangrijk is of het eiland Bermeja nu wel of niet bestaat.
Elk hoofdstuk, samen met de voorafgaande Isolario, behandelt een bepaald thema zoals industriële of utopische denkbeelden. In het Isolario worden verschillende aspecten van het thema benoemd die over diverse eilanden zijn verspreid, het hoofdstuk gaat vervolgens over één specifiek eiland. Waarbij gelukkig vaak niet de voor de hand liggende keuzes worden gemaakt als het gaat over een gevangeniseiland of een paradijs. Juist de onbekende eilanden en hun al dan niet tijdelijke bewoners komen op een verrassende wijze in de spotlights te staan. Zoals het eerste hoofdstuk, waarin een echtpaar op het tropische eiland Floreana een ‘terug naar Eden’ leven probeert op te bouwen. Al snel volgen echter meer bewoners en neemt het waargebeurde verhaal een dramatische wending. Door de verschillende hoofdrolspelers elk vanuit hun eigen standpunt aan het woord te laten leest het verhaal als een spannende whodunnit met een open einde.
Veel onbekende feiten over min of meer bekende personen worden eilandgewijs opgediend. Popgroepen, filmsterren en filosofen komen daarmee in een ander daglicht te staan. In ‘Het dystopische eiland’ wordt bijvoorbeeld beschreven hoe George Orwell tot het schrijven van 1984 kwam juist dankzij zijn verblijf op het Schotse eiland Jura. En de ontstaansgeschiedenis van Unilever, begonnen als een experiment van kruidenierszoon William Lever op het Schotse dubbeleiland Harris en Lewis, zal velen onbekend zijn. Het verhaal in ‘Het industriële eiland’ laat wel heel schrijnend de grote kloof zien tussen de visie van een gefortuneerde industrieel en de plaatselijke bevolking en werpt daarmee de vraag op: wat is ‘goed’ of ‘kwaad’? Het is maar net aan welke kant je staat, of zoals een van de eilandbewoners het verwoordt: “Wij twijfelen niet aan uw goede bedoelingen, maar wij weten dat u het mis heeft.”
Sommige hoofdstukken zijn een beetje vergezocht en voldoen ook eigenlijk niet aan de eilandcriteria. Zo gaat ‘Het eiland van de toekomst’ over een groep excentrieke autonomen die in cruiseschepen of in paalwoningen op zee willen gaan wonen en speelt de groeiende nachtmerrie op de filmlocatie Cape Tribulation zich feitelijk af op een schiereiland. Toch zijn de verhalen amusant en geven ze een fraaie inkijk in de denkwereld van een aantal illustere figuren waaronder bitcoinmiljonairs en cineasten.
Ronduit sinister zijn de hoofdstukken over eilanden die zijn gebruikt voor experimenten die het daglicht niet kunnen velen. Waar gevangenen dwangarbeid verrichten, waar massavernietigingswapens worden vervaardigd en getest, waar mensen en dieren welbewust worden blootgesteld aan dodelijke bacteriën of gedumpt afval en waar naar hartenlust wordt geëxperimenteerd met al dan niet nucleaire raketten. De gewetenloosheid spat van de pagina’s, verpakt in een onschuldige vermomming. Zo begint het stukje over Okunoshima lieflijk: “Het eiland voor de kust van Hiroshima is het ideale decor voor TikTok-filmpjes en Instagram-foto’s. Over de golvende sappige weiden huppelen konijnen vrij rond…”, maar al snel volgt de wending: “Dit idyllische konijnenparadijs kent een duistere oorsprong”. Hier werden namelijk tussen 1927 en het einde van WO2 chemische wapens gemaakt en getest op duizenden konijnen. Toen de oorlog was afgelopen en de wetenschappers het eiland verlieten kregen de konijnen vrij spel. En zo zijn er nog veel meer eilanden waar de gevolgen nog altijd merkbaar zijn en betreden niet zonder gevaar is.
Het laatste hoofdstuk, ‘De eilandexpeditie’, is het meest persoonlijke. Hierin wisselt de schrijver de ervaringen van zijn eigen reis naar de poolcirkel in 2022 af met de reis van het houten zeilschip Willem Barents in 1878. Door telkens te wisselen van perspectief worden de twee reizen naast elkaar gezet en worden tegenstellingen tussen toen en nu schrijnend in beeld gebracht. En dan gaat het niet alleen over het voedsel onderweg (snert met hard brood en een schimmelig vooronder tegen een driemaal daags meergangenmenu op een luxe cruiseschip) maar worden vooral de teloorgang van de natuur en de gevolgen van de klimaatverandering pijnlijk duidelijk.
Er wordt in De eilanden van goed en kwaad geen vrolijkmakend beeld geschetst maar de boodschap wordt verpakt in een aantrekkelijk vormgegeven boek dat gemakkelijk leest, leerzaam is en aanzet tot denken. Wel wordt bij de lezer wel een behoorlijke dosis algemene kennis verondersteld. De Kluyver legt niets uit en hij werkt ook niet met voetnoten of eindeloze verwijzingen.
Dit is niet zijn eerste boek en na het lezen van de laatste pagina is het te hopen dat dit niet zijn laatste zal zijn. Tenslotte heeft hij pas een klein handjevol eilanden beschreven. Daar zit vast nog veel meer vertelstof in.
De eilanden van goed en kwaad is een non-fictieboek maar leest als een roman. De twaalf grote eilandverhalen worden afgewisseld met een hoofdstuk ‘Isolario’ vol feiten en weetjes waarin nog eens 70 eilanden of eilandsoorten worden behandeld. Ook deze korte hoofdstukken zijn zeer leesbaar en toegankelijk geschreven en staan vol onbekende maar belangwekkende informatie. Zo leren we wat een THUMS eiland is, welke valuta er wordt gebruikt op het eiland Yap en waarom het zo belangrijk is of het eiland Bermeja nu wel of niet bestaat.
Elk hoofdstuk, samen met de voorafgaande Isolario, behandelt een bepaald thema zoals industriële of utopische denkbeelden. In het Isolario worden verschillende aspecten van het thema benoemd die over diverse eilanden zijn verspreid, het hoofdstuk gaat vervolgens over één specifiek eiland. Waarbij gelukkig vaak niet de voor de hand liggende keuzes worden gemaakt als het gaat over een gevangeniseiland of een paradijs. Juist de onbekende eilanden en hun al dan niet tijdelijke bewoners komen op een verrassende wijze in de spotlights te staan. Zoals het eerste hoofdstuk, waarin een echtpaar op het tropische eiland Floreana een ‘terug naar Eden’ leven probeert op te bouwen. Al snel volgen echter meer bewoners en neemt het waargebeurde verhaal een dramatische wending. Door de verschillende hoofdrolspelers elk vanuit hun eigen standpunt aan het woord te laten leest het verhaal als een spannende whodunnit met een open einde.
Veel onbekende feiten over min of meer bekende personen worden eilandgewijs opgediend. Popgroepen, filmsterren en filosofen komen daarmee in een ander daglicht te staan. In ‘Het dystopische eiland’ wordt bijvoorbeeld beschreven hoe George Orwell tot het schrijven van 1984 kwam juist dankzij zijn verblijf op het Schotse eiland Jura. En de ontstaansgeschiedenis van Unilever, begonnen als een experiment van kruidenierszoon William Lever op het Schotse dubbeleiland Harris en Lewis, zal velen onbekend zijn. Het verhaal in ‘Het industriële eiland’ laat wel heel schrijnend de grote kloof zien tussen de visie van een gefortuneerde industrieel en de plaatselijke bevolking en werpt daarmee de vraag op: wat is ‘goed’ of ‘kwaad’? Het is maar net aan welke kant je staat, of zoals een van de eilandbewoners het verwoordt: “Wij twijfelen niet aan uw goede bedoelingen, maar wij weten dat u het mis heeft.”
Sommige hoofdstukken zijn een beetje vergezocht en voldoen ook eigenlijk niet aan de eilandcriteria. Zo gaat ‘Het eiland van de toekomst’ over een groep excentrieke autonomen die in cruiseschepen of in paalwoningen op zee willen gaan wonen en speelt de groeiende nachtmerrie op de filmlocatie Cape Tribulation zich feitelijk af op een schiereiland. Toch zijn de verhalen amusant en geven ze een fraaie inkijk in de denkwereld van een aantal illustere figuren waaronder bitcoinmiljonairs en cineasten.
Ronduit sinister zijn de hoofdstukken over eilanden die zijn gebruikt voor experimenten die het daglicht niet kunnen velen. Waar gevangenen dwangarbeid verrichten, waar massavernietigingswapens worden vervaardigd en getest, waar mensen en dieren welbewust worden blootgesteld aan dodelijke bacteriën of gedumpt afval en waar naar hartenlust wordt geëxperimenteerd met al dan niet nucleaire raketten. De gewetenloosheid spat van de pagina’s, verpakt in een onschuldige vermomming. Zo begint het stukje over Okunoshima lieflijk: “Het eiland voor de kust van Hiroshima is het ideale decor voor TikTok-filmpjes en Instagram-foto’s. Over de golvende sappige weiden huppelen konijnen vrij rond…”, maar al snel volgt de wending: “Dit idyllische konijnenparadijs kent een duistere oorsprong”. Hier werden namelijk tussen 1927 en het einde van WO2 chemische wapens gemaakt en getest op duizenden konijnen. Toen de oorlog was afgelopen en de wetenschappers het eiland verlieten kregen de konijnen vrij spel. En zo zijn er nog veel meer eilanden waar de gevolgen nog altijd merkbaar zijn en betreden niet zonder gevaar is.
Het laatste hoofdstuk, ‘De eilandexpeditie’, is het meest persoonlijke. Hierin wisselt de schrijver de ervaringen van zijn eigen reis naar de poolcirkel in 2022 af met de reis van het houten zeilschip Willem Barents in 1878. Door telkens te wisselen van perspectief worden de twee reizen naast elkaar gezet en worden tegenstellingen tussen toen en nu schrijnend in beeld gebracht. En dan gaat het niet alleen over het voedsel onderweg (snert met hard brood en een schimmelig vooronder tegen een driemaal daags meergangenmenu op een luxe cruiseschip) maar worden vooral de teloorgang van de natuur en de gevolgen van de klimaatverandering pijnlijk duidelijk.
Er wordt in De eilanden van goed en kwaad geen vrolijkmakend beeld geschetst maar de boodschap wordt verpakt in een aantrekkelijk vormgegeven boek dat gemakkelijk leest, leerzaam is en aanzet tot denken. Wel wordt bij de lezer wel een behoorlijke dosis algemene kennis verondersteld. De Kluyver legt niets uit en hij werkt ook niet met voetnoten of eindeloze verwijzingen.
Dit is niet zijn eerste boek en na het lezen van de laatste pagina is het te hopen dat dit niet zijn laatste zal zijn. Tenslotte heeft hij pas een klein handjevol eilanden beschreven. Daar zit vast nog veel meer vertelstof in.
1
Reageer op deze recensie