Lezersrecensie
Bijzonder, realistisch en vooral ontroerend
De kat kijkt me meewarig aan vanuit mijn “ziekbed” op de bank. Hij lijkt te denken: Jee mens, zit je nu al weer te grienen. Ikzelf bedenk me dat niks zo comfortabel moet zijn als zo te liggen als een kat. Niets, niemand of wat dan ook kan de kat er toe bewegen om van zijn plek af te komen. Zijn holletje.
Kom op, ik ben ziek. Tijdelijk gelukkig. Over een paar weken spring ik weer rond en dat is iets heel anders dan de personen in mijn leesboek Kankerklas van Corien van Zweden. Toch voelt het al herkenning, het zoeken naar….ja, naar wat? Herkenbaarheid is het eerste woord wat in me opkomt. Leeftijdgenoten met een puber in huis. Ondertussen, als ik dit schrijf, vouwt mijn 13-jarge puberzoon de hond in de gordijnen. Irritatie dringt tot me door. Ik mopper tegen hem en besef dat dat precies is wat ik zojuist heb gelezen. Ontkenning. Het ontkennen van een ziekte waar hij geen deelgenoot van wil zijn.
“Ik deed heel erg mijn best om er zo min mogelijk in betrokken te raken en hield de boot af als mijn moeder er over probeerde te praten”(Yoshi, zoon van Lorette)
Wij jongens praten niet, we hebben connectie als we in dezelfde situatie zitten, lees ik verder.
Ouders zijn onsterfelijk in hun ogen. Zo hoort het ook te zijn. Ouders zijn de leidraad en aangevers voor deze pubers. Pubers horen zich af te zetten tegen hun ouders maar wat als…als daar opeens de diagnose gesteld wordt dat jouw ouder er binnen afzienbare tijd niet meer is. Die eens zo stabiele factor, waar je je lekker tegen af kunt zetten maar onvoorwaardelijk van je houdt. Wat dan?
Het leven in de ogen van een puber hoort een en al “chill” te zijn. Lachen, gieren, brullen en vooral niet geconfronteerd worden met kanker. Dat staat zover weg van hun wereld. Ze moeten zichzelf nog positioneren, laat staan dat ze daar “iets” anders in kunnen gebruiken. Ik lees en lees, mijn ogen vliegen over de zinnen en neem ze tot me. Soms leg ik het boek even weg. Berusting, dat is het. Laat het tot je komen.
“Weet dat je gedragen wordt” (Lorette)
Maar ik wil en kan verder lezen, ik wil het weten….hoe gaat het verder? Hoe verdraagzaam is zo’n ziekte? Onder welk tijdsbesef leven ze? Is het moed, trots, zelfbeheersing, het niet willen loslaten?
“In zekere zin is de diagnose een opluchting. Het is natuurlijk vreselijk nieuws dat de kanker is uitgezaaid, maar het schept in elk geval duidelijkheid. Daar was ik aan toe.” (Marijn)
Nimmer heb ik een recensie in de ik-vorm geschreven. Je werkt altijd, als recensent, volgens een vast protocol. Het zou het boek Kankerklas teniet doen. Zoveel gevoel, warmte en vooral levenslessen heb ik zelden meegemaakt. Misschien of wel dankzij mijn eigen situatie voel en denk ik mee met de ouders en pubers in Kankerklas. De verhalen van Corien (borstkanker), Caroline (borstkanker), Marijn (nierbekkenkanker), Lorette (buikvlieskanker) en Marcel (leverkanker) grijpen me bij de
strot en laten me niet meer los. Ieder verhaal is aangrijpend en herkenbaar. Ieder persoon gaat er anders mee om. Wat overheerst is de angst. De angst voor het onbekende, de pijn, het loslaten. Het beheerst je leven. Ieder mens kan door kanker getroffen worden, zomaar van de ene op de andere dag. Daar kan niemand zich tegen beschermen.
Wat me enorm aanspreekt en tot uiting komt in de verhalen, altijd al gedacht maar nooit uitgesproken, zijn die credo’s die de wereld in zijn geslingerd: Kanker maakt je sterk, Je moet ervoor vechten etc. Natuurlijk niet, de ene mens is de andere niet, alsof je die ziekte hebt opeens moet vechten en als je dat niet doet “kansarm” bent. Bull shit! Corien maakt dit in Kankerklas ook heel duidelijk. Ieder persoon gaat er anders mee om. Vijf personen, vijf verhalen. Allemaal ontzettend aangrijpend maar vooral levensecht. Begrip, nieuwsgierigheid, woede, frustratie, bezorgheid, berusting, zorgen en pijn. Vooral pijn. Kanker doet pijn. Lichamelijk en geestelijk.
Maak kennis met deze levensechte, waargebeurde verhalen van Corien, Carolien, Lorette, Marijn, Marcel en hun pubers. Ze nemen je mee in hun wereld en beleving. Ze laten je niet meer los. Kanker is er, dichterbij dan je denkt.
Hartelijk dank voor jullie verhaal en met name Corien voor de voortreffelijke wijze waarop ze al die prachtige woorden op papier heeft gezet. Ze hebben mij ontroerd. Ik hoop en geloof dat het goed met de pubers in het verhaal Lisa, Yaïr, Yoshi, Indra en Ian gaat en dat jullie je ouder herinneren als een inspirerend mens voor nu en in de toekomst.
Ze verdienen allemaal een ster; 5 sterren.
Kom op, ik ben ziek. Tijdelijk gelukkig. Over een paar weken spring ik weer rond en dat is iets heel anders dan de personen in mijn leesboek Kankerklas van Corien van Zweden. Toch voelt het al herkenning, het zoeken naar….ja, naar wat? Herkenbaarheid is het eerste woord wat in me opkomt. Leeftijdgenoten met een puber in huis. Ondertussen, als ik dit schrijf, vouwt mijn 13-jarge puberzoon de hond in de gordijnen. Irritatie dringt tot me door. Ik mopper tegen hem en besef dat dat precies is wat ik zojuist heb gelezen. Ontkenning. Het ontkennen van een ziekte waar hij geen deelgenoot van wil zijn.
“Ik deed heel erg mijn best om er zo min mogelijk in betrokken te raken en hield de boot af als mijn moeder er over probeerde te praten”(Yoshi, zoon van Lorette)
Wij jongens praten niet, we hebben connectie als we in dezelfde situatie zitten, lees ik verder.
Ouders zijn onsterfelijk in hun ogen. Zo hoort het ook te zijn. Ouders zijn de leidraad en aangevers voor deze pubers. Pubers horen zich af te zetten tegen hun ouders maar wat als…als daar opeens de diagnose gesteld wordt dat jouw ouder er binnen afzienbare tijd niet meer is. Die eens zo stabiele factor, waar je je lekker tegen af kunt zetten maar onvoorwaardelijk van je houdt. Wat dan?
Het leven in de ogen van een puber hoort een en al “chill” te zijn. Lachen, gieren, brullen en vooral niet geconfronteerd worden met kanker. Dat staat zover weg van hun wereld. Ze moeten zichzelf nog positioneren, laat staan dat ze daar “iets” anders in kunnen gebruiken. Ik lees en lees, mijn ogen vliegen over de zinnen en neem ze tot me. Soms leg ik het boek even weg. Berusting, dat is het. Laat het tot je komen.
“Weet dat je gedragen wordt” (Lorette)
Maar ik wil en kan verder lezen, ik wil het weten….hoe gaat het verder? Hoe verdraagzaam is zo’n ziekte? Onder welk tijdsbesef leven ze? Is het moed, trots, zelfbeheersing, het niet willen loslaten?
“In zekere zin is de diagnose een opluchting. Het is natuurlijk vreselijk nieuws dat de kanker is uitgezaaid, maar het schept in elk geval duidelijkheid. Daar was ik aan toe.” (Marijn)
Nimmer heb ik een recensie in de ik-vorm geschreven. Je werkt altijd, als recensent, volgens een vast protocol. Het zou het boek Kankerklas teniet doen. Zoveel gevoel, warmte en vooral levenslessen heb ik zelden meegemaakt. Misschien of wel dankzij mijn eigen situatie voel en denk ik mee met de ouders en pubers in Kankerklas. De verhalen van Corien (borstkanker), Caroline (borstkanker), Marijn (nierbekkenkanker), Lorette (buikvlieskanker) en Marcel (leverkanker) grijpen me bij de
strot en laten me niet meer los. Ieder verhaal is aangrijpend en herkenbaar. Ieder persoon gaat er anders mee om. Wat overheerst is de angst. De angst voor het onbekende, de pijn, het loslaten. Het beheerst je leven. Ieder mens kan door kanker getroffen worden, zomaar van de ene op de andere dag. Daar kan niemand zich tegen beschermen.
Wat me enorm aanspreekt en tot uiting komt in de verhalen, altijd al gedacht maar nooit uitgesproken, zijn die credo’s die de wereld in zijn geslingerd: Kanker maakt je sterk, Je moet ervoor vechten etc. Natuurlijk niet, de ene mens is de andere niet, alsof je die ziekte hebt opeens moet vechten en als je dat niet doet “kansarm” bent. Bull shit! Corien maakt dit in Kankerklas ook heel duidelijk. Ieder persoon gaat er anders mee om. Vijf personen, vijf verhalen. Allemaal ontzettend aangrijpend maar vooral levensecht. Begrip, nieuwsgierigheid, woede, frustratie, bezorgheid, berusting, zorgen en pijn. Vooral pijn. Kanker doet pijn. Lichamelijk en geestelijk.
Maak kennis met deze levensechte, waargebeurde verhalen van Corien, Carolien, Lorette, Marijn, Marcel en hun pubers. Ze nemen je mee in hun wereld en beleving. Ze laten je niet meer los. Kanker is er, dichterbij dan je denkt.
Hartelijk dank voor jullie verhaal en met name Corien voor de voortreffelijke wijze waarop ze al die prachtige woorden op papier heeft gezet. Ze hebben mij ontroerd. Ik hoop en geloof dat het goed met de pubers in het verhaal Lisa, Yaïr, Yoshi, Indra en Ian gaat en dat jullie je ouder herinneren als een inspirerend mens voor nu en in de toekomst.
Ze verdienen allemaal een ster; 5 sterren.
1
Reageer op deze recensie