Sentimentele romantiek in Rococostijl
Voor wie zoete herinneringen aan de hoogpolige tapijten, hoornen brillen, The Beatles en Grateful Dead heeft en aan de geur van shag of filterloze sigaretten, is het nieuwe boek van The Lau, Julliette, een liefde in snapshots, een feest der herkenning.
Het verhaal vertelt het leven van Robbie, een jongen met een tekentalent, die zijn ouderlijk huis in het kunstenaarsdorp Bergen verlaat om als cartoonist een leven in Amsterdam te gaan leiden. Hij wordt door een flamboyante breedsprakige journalist in het kielzog meegenomen. Nog voordat hij de ‘enclave’ zoals Lau Bergen steevast noemt, is ontvlucht is Robbie verliefd geworden op de jonge vrouw ‘Juliette.’ De onconventionele liefde tussen hen ademt de sfeer van seks, drugs en kunst en weet de lezer niet echt te raken. Het leven lijkt Robbie steevast te overkomen, hij struikelt en wordt opgetild door een sterke vrouw, of door de journalist die hem zijn protegé noemt.
Het duurt lang voordat hoofd- van bijzaak in deze roman gescheiden wordt. Er wordt een zingende barman opgevoerd, een aantal seventies feesten in grote huizen passeren de revue, een skiënde Italiaan en een paar seksuele ervaringen van Robbie. Elke aanzet tot diepgang wordt steevast onuitgewerkt gelaten, wellicht is dat een verwijzing naar de ondertitel van het verhaal. De onbezonnen jeugd laat onverlet de toekomst over zich heen rollen zonder zich bewust te zijn van enige vergankelijkheid en consequentie en de lezer is daar getuige van. Als het de bedoeling was de onbezonnenheid van de jeugd te beschrijven in een aantal cartooneske anekdotes, dan is het gelukt, maar daarbij wordt onbezonnenheid per abuis verwisseld met oppervlakkigheid.
De beschrijvingen van de cartoons die de hoofdpersoon maakt, zijn uitvoerig en spreken evenwel zeer tot de verbeelding in relatie tot de columns die de journalist schrijft. Daardoor lijken de mentor en zijn protegé voortdurend in een pas de deux te zijn verwikkeld die ontroerend en inspirerend is. Maar dat is ook de enige relatie waar de spreekwoordelijke vonken vanaf schieten.
Het lukt Lau niet de lezer te beroeren voor de liefde tussen Robbie en Juliette, waar het hem blijkens de titel om te doen is geweest. Lau maakt gebruik van veel expliciete beschrijvingen waardoor er voor de lezer weinig is in te vullen. Een paar voorbeelden: ‘ Uiteindelijk lieten ze allebei los, deden een pas naar achteren en keken met verliefde aandacht naar elkaar.’ En even later: ‘Haar schouders glansden in het overdadige zonlicht, het zwarte haar wuifde erboven en haar ogen glommen onder de frons van de liefde.’
Lau kan vernuftig met taal omgaan, maar weet daarbij de kwaliteit niet van de kwantiteit te onderscheiden. Zo schrijft hij over een kunstenaar die geen weerwoord duldde: ‘ Kwam er een sporadisch woord van kritiek, dan werd de criticus bij wijze van spreken ingesmeerd met pek en veren, op een spoorrail de enclave uitgedragen en in de weilanden tussen het dorp en de stad gedumpt. Het bloemrijke taalgebruik is zo clichématig, dat het de vaart in het lezen vertraagt. ‘De kunstenaarsgemeenschap tastte steeds blinder rond in de schemer van de artistieke eigenwaan.’ En: ‘Het gefluister was bijna even oorverdovend als de branding vier kilometer verderop.’
De hoofdpersoon Robbie komt niet werktuiglijk over als een personage in ontwikkeling. Hij huilt niet om de dood van zijn moeder omdat ‘zij dat niet gewild zou hebben,’ hij zwemt knetterstoned door de woelige zee en heeft een markante buurman, maar op zijn mentor na, geen echte vrienden. Hij doorzoekt het lege huis van zijn geliefde, maar vindt er niets. En op het moment dat alles tot een hoogtepunt zou moeten komen, wordt de climax ontsierd door Donald Duck en Kuifje.
Wie houdt van sentimentele romantiek gegoten in Rococostijl moet naar de boekwinkel rennen om dit boek aan te schaffen, alle anderen kunnen beter relaxt op de bank gaan liggen om met de ogen dicht naar de rauwe rock van The Scene te luisteren.
Reageer op deze recensie