De tuin, een toren van Babel, bestaat uit wezens die elkaar lang niet altijd verstaan.

De kaft is gedomineerd door de haas. Gelegen in zijn leger is de haas onzichtbaar. Meer geduld dan ik, dit dier, de tactiek van het wachten is niet aan mij besteed. Ik, Kiek, de eigenaar van een grote tuin en de vijand van de haas.
De titel raakt nog kant nog wal. De mierenkaravaan komt twee maal in het verhaal voor.
Beter was geweest misschien: de tuin van Kiek.
We gaan met Kiek, 11 vrijwilligers en Vicky, de stagiaire, door de vier seizoenen tijdens de arbeid in de tuin.
Zeer mooi opgebouwd.
Deed me denken aan: de boer die sterft van Karel van de Woestijnen. Verplichte literatuur middelbaar. Ook zeer zeker een aanrader.
Wanneer Kiek haar tuin of een bepaalde hoek van de tuin in ogenschouw neemt en kijkt naar de verrichte arbeid van de dag, had zij iets weg van de boer uit het boek boerenpsalm van Felix Timmermans.
Alles loopt vlot tot Kiek verneemt dat ze MS heeft.
Haar wereld, haar toekomst is vanaf dan onzeker.
Als lezer leert men over groenten, insecten en de natuur.
Veel leesplezier met Kiek en Karel, de kat, in de grote tuin.