Lezersrecensie
Klara en de Zon
Wie eerder werk las van Ishiguro, komt meteen thuis in het vertraagde verteltempo dat zo typerend is voor de auteur (denk aan The Remains of the Day). In Klara en de Zon lijkt de auteur de handrem zelfs nog iets meer aan te halen. In deze onze haastige socialmediatijden is dit trage verteltempo beslist een verademing, maar tegelijk ook een behoorlijke oefening in onthaasten. De val ligt zelfs open om dit werk daarom langdradig of misschien zelfs saai te vinden, maar dat is het beslist geen van beiden. Integendeel, met deze techniek van vertraging bouwt Ishiguro uiteraard een spanning op die de lezer reikhalzend aan het lezen houdt. Wie of wat is Klara? Wat is ze van plan? Hoe loopt het af met de zieke Josie? En wordt het ooit wat tussen deze laatste en haar jeugdvriend Rick? En wat komt de zon bij dit hele verhaal kijken?
Het hoofdpersonage, Klara, is een zogenaamde “KV”. Hoewel deze afkorting in het verhaal nergens nader wordt toegelicht, kan je hierin “kunstmatige vriend(in)” of “kindervriend(in)” lezen. Een speelgoedknuffel, zeg maar. Maar het bijzondere aan Klara en de andere KV’s is dat ze over artificiële intelligentie beschikken om de kinderen het leven zo aangenaam mogelijk te maken. Door Klara’s uitzonderlijke observatievermogen slaagt ze er dan ook in om ‘haar kind’, Josie, gezelschap te houden en in haar wensen tegemoet te treden. En hier wordt het trage verteltempo meteen ook functioneel: de lezer beleeft de tijd die Klara nodig lijkt te hebben om Josie zo goed mogelijk te leren kennen en te helpen. Vooral dat laatste is nodig, aangezien Josie een ziekte onder de leden heeft. Klara, die in het uitstalraam van de winkel waar ze werd verkocht ooit een straattafereel gadesloeg waarbij volgens haar artificiële intelligentie de zon een cruciale rol speelde, is van mening dat diezelfde zon de enige is die nu ook Josie kan redden. In Klara en de Zon zien we Klara dan ook hemel en aarde verzetten om de zon haar werk te laten doen voor Josie. En of het wat wordt met Rickie, ook daar heeft Klara een plannetje voor.
Ishiguro schrijft dit verhaal vanuit het bijzondere en originele vertelperspectief van een speelgoedknuffel met artificiële intelligentie, een robot waar hij toch een gevoelig, innemend en ontroerend personage weet van te maken die bij wijlen sensitiever is dan de personages van vlees en bloed. Deze laatsten benoemt de auteur niet voor niets afstandelijk met ‘de Moeder’, ‘de Vader’, ‘Melania huishoudster’. Het contrast met de warme figuur van Klara wordt op die manier versterkt. Toch maakt de auteur ook duidelijk dat Klara geen personage is als de andere: ze is en blijft immers een robot, hoe goed ze Josies gevoelens en gedachten ook leert lezen. Daarom wordt Klara in het verhaal vaak letterlijk weggezet, als een object: in het berghok, op de gang, of bij de koelkast.
Maar ook met de mensen lijkt er in dit boek iets aan de hand. Alweer neemt de auteur de vrijheid om dit niet nader toe te lichten, maar blijkbaar zijn de ene kinderen opgetild (Josie) en anderen niet (Rick). Zijn ze genetisch gemanipuleerd? Is er een chip ingeplant? Ishiguro laat het in het midden.
Zal artificiële intelligentie de menselijke vaardigheden ooit evenaren? Zullen we robots ooit als mede-’mens’ ervaren? Is de mens maakbaar? Over dergelijke vragen laat Ishiguro ons in Klara en de Zon nadenken.
Doordat de kunstmatige vriendin Klara nog veel moet leren over mensenkinderen (emoties, gezichtsuitdrukkingen, gedragingen … ) kiest Ishiguro voor een eenvoudige taal en simpele zinsconstructies wat het verhaal de schutkleur van een kinderboek geeft. Hoe Klara er uit ziet, laat de auteur over aan de verbeelding van de lezer, maar ze doet bijvoorbeeld sterk denken aan Ted Dewans Bing Bunny uit de gelijknamige animatieserie, een knuffelkonijn dat ook nog veel moet leren. De conversaties tussen Klara en de andere personages roepen associaties op met die uit Le Petit Prince van Antoine de Saint Exupéry … Precies deze cross-over tussen kinderverhaal en roman, tussen techniek en eomoties, maakt Klara en de Zon boeiend. Dat het meer is dan een kinderboek mag blijken uit de vele leemtes die Ishiguro de lezer zelf laat invullen: welke ziekte heeft Josie? Hoe heten personages als ‘de Moeder’, ‘de Vader’ … echt bij naam? Waarom is Josie ‘opgetild’ en Ricky niet? En wat houdt dit in? Wat is een KV en hoe ziet Klara er uit? Daar moet je als lezer maar zelf zien uit te komen.
Hoewel de lezer er zich de hele tijd van bewust blijft dat Klara een robot is, kruipt dit personage toch onder de huid. Klara en de Zon blijft nazinderen als de zon op je huid na een zomerse dag.
Het hoofdpersonage, Klara, is een zogenaamde “KV”. Hoewel deze afkorting in het verhaal nergens nader wordt toegelicht, kan je hierin “kunstmatige vriend(in)” of “kindervriend(in)” lezen. Een speelgoedknuffel, zeg maar. Maar het bijzondere aan Klara en de andere KV’s is dat ze over artificiële intelligentie beschikken om de kinderen het leven zo aangenaam mogelijk te maken. Door Klara’s uitzonderlijke observatievermogen slaagt ze er dan ook in om ‘haar kind’, Josie, gezelschap te houden en in haar wensen tegemoet te treden. En hier wordt het trage verteltempo meteen ook functioneel: de lezer beleeft de tijd die Klara nodig lijkt te hebben om Josie zo goed mogelijk te leren kennen en te helpen. Vooral dat laatste is nodig, aangezien Josie een ziekte onder de leden heeft. Klara, die in het uitstalraam van de winkel waar ze werd verkocht ooit een straattafereel gadesloeg waarbij volgens haar artificiële intelligentie de zon een cruciale rol speelde, is van mening dat diezelfde zon de enige is die nu ook Josie kan redden. In Klara en de Zon zien we Klara dan ook hemel en aarde verzetten om de zon haar werk te laten doen voor Josie. En of het wat wordt met Rickie, ook daar heeft Klara een plannetje voor.
Ishiguro schrijft dit verhaal vanuit het bijzondere en originele vertelperspectief van een speelgoedknuffel met artificiële intelligentie, een robot waar hij toch een gevoelig, innemend en ontroerend personage weet van te maken die bij wijlen sensitiever is dan de personages van vlees en bloed. Deze laatsten benoemt de auteur niet voor niets afstandelijk met ‘de Moeder’, ‘de Vader’, ‘Melania huishoudster’. Het contrast met de warme figuur van Klara wordt op die manier versterkt. Toch maakt de auteur ook duidelijk dat Klara geen personage is als de andere: ze is en blijft immers een robot, hoe goed ze Josies gevoelens en gedachten ook leert lezen. Daarom wordt Klara in het verhaal vaak letterlijk weggezet, als een object: in het berghok, op de gang, of bij de koelkast.
Maar ook met de mensen lijkt er in dit boek iets aan de hand. Alweer neemt de auteur de vrijheid om dit niet nader toe te lichten, maar blijkbaar zijn de ene kinderen opgetild (Josie) en anderen niet (Rick). Zijn ze genetisch gemanipuleerd? Is er een chip ingeplant? Ishiguro laat het in het midden.
Zal artificiële intelligentie de menselijke vaardigheden ooit evenaren? Zullen we robots ooit als mede-’mens’ ervaren? Is de mens maakbaar? Over dergelijke vragen laat Ishiguro ons in Klara en de Zon nadenken.
Doordat de kunstmatige vriendin Klara nog veel moet leren over mensenkinderen (emoties, gezichtsuitdrukkingen, gedragingen … ) kiest Ishiguro voor een eenvoudige taal en simpele zinsconstructies wat het verhaal de schutkleur van een kinderboek geeft. Hoe Klara er uit ziet, laat de auteur over aan de verbeelding van de lezer, maar ze doet bijvoorbeeld sterk denken aan Ted Dewans Bing Bunny uit de gelijknamige animatieserie, een knuffelkonijn dat ook nog veel moet leren. De conversaties tussen Klara en de andere personages roepen associaties op met die uit Le Petit Prince van Antoine de Saint Exupéry … Precies deze cross-over tussen kinderverhaal en roman, tussen techniek en eomoties, maakt Klara en de Zon boeiend. Dat het meer is dan een kinderboek mag blijken uit de vele leemtes die Ishiguro de lezer zelf laat invullen: welke ziekte heeft Josie? Hoe heten personages als ‘de Moeder’, ‘de Vader’ … echt bij naam? Waarom is Josie ‘opgetild’ en Ricky niet? En wat houdt dit in? Wat is een KV en hoe ziet Klara er uit? Daar moet je als lezer maar zelf zien uit te komen.
Hoewel de lezer er zich de hele tijd van bewust blijft dat Klara een robot is, kruipt dit personage toch onder de huid. Klara en de Zon blijft nazinderen als de zon op je huid na een zomerse dag.
1
Reageer op deze recensie