Lezersrecensie
Het leven of wat we ervan maken ...
Prometheus
2014, 382 blz.
***
Kom hier dat ik u kus is het ontroerende verhaal van Mona en wellicht tegelijk een doorslag van het leven van heel velen. We volgen het hoofdpersonage gedurende drie verschillende levensfases: als dapper kind van tien, als beschadigde jongvolwassene van vierentwintig en als vijfendertigjarige vrouw die uit de kwetsuren van haar leven de juiste conclusies trekt.
Haar moeder komt om in een auto-ongeval wanneer Mona nog heel klein is. Ze herinnert zich de dagen na dit drama, maar ook dat ze geen verdriet voelt om haar moeder. Haar vader hertrouwt relatief vlug met Marie. Zij is - in tegenstelling tot Mona’s echte moeder - wél lief voor Mona en haar broer Alexander. Al vlug blijkt echter dat het huwelijk niet echt werkt. Anne-Sophie, het kindje dat Marie en Mona’s vader krijgen, blijkt een halfslachtige poging om hun relatie alsnog te redden. Als kind detecteert Mona haarscherp dat haar vader en Marie geen goede match zijn. Dat haar nieuwe mama niet eeuwig moe is omdat de kinderen zo lastig zijn (zoals Mona denkt) maar omdat haar man haar kapot maakt (zoals Marie denkt), is een denkstap te ver voor de kleine Mona …
Griet Op de Beeck levert een knappe prestatie om in het hoofd van een tienjarige te kijken en de kinderlogica via een monologue intérieur geloofwaardig op de lezer los te laten. Schitterend, maar evenzeer een pil vol tristesse, gevat in een capsule humor om het door te slikken.
In deel twee volgen we Mona die haar weg zoekt in het leven en in de liefde, hoe dan ook beschadigd door haar jeugd. Ze is ondertussen aan de slag als dramaturg en wordt verliefd op Louis, één van ‘s lands betere schrijvers. Toch loopt niet alles zoals in de film. Ze zien elkaar niet zo vaak als Mona wel zou willen en voor Louis komt Mona blijkbaar niet echt op de eerste plaats. Met het huwelijk van haar ouders als enige referentiepunt zet de dappere Mona door, zoals ze dat gewoon is uit haar kindertijd … “Ge verdient beter, zus”, zal Alexander aan het einde van het boek zeggen.
In het derde en laatste deel hervindt Op de Beeck de sfeer uit deel een, maar nu wordt alles beleefd en verwoord door de volwassen Mona. Haar vader wordt als terminale patiënt opgenomen in het ziekenhuis en dat brengt Mona nieuwe inzichten. Ze gaat beseffen hoezeer ze al die jaren naast elkaar leefden: zij, haar broer, Anne-Sophie, haar vader, Marie … In hun fragiele levens vol barsten, vonden ze geen vertrouwen voor diepgaande gesprekken en bleven ze vreemden voor elkaar. Dan blijkt haar vader op zijn sterfbed een geheim met haar te willen delen, of beter gezegd: wil hij iets geheimhouden voor Marie. Daarvoor heeft hij Mona nodig die een map moet weghalen uit een lade thuis. Het betreft liefdesbrieven van Johanna die hij leerde kennen na zijn huwelijk met Marie; getuigen van een kortstondige maar passionele buitenechtelijke relatie met een vrouw die hem –in tegenstelling tot zijn eerste twee echtgenotes- wél gelukkig had kunnen maken.
Dit gegeven doet Mona nog scherper inzien dat zij en haar gezin de kunst van het leven niet hebben gevat, dat zij en haar vader elkaar nog zoveel te vertellen hebben, maar dat het wellicht te laat is. Dat Op de Beeck Marie in dit hoodstuk als een variante op Hyacinth Boucquez ten tonele voert, moet de banaliteit van hun huwelijk, maar vooral het gebrek aan diepgang bij Marie onderstrepen.
Of het dan echt allemaal te laat is? Wellicht wel voor Mona’s relatie met Marie en Anne-Sophie die er niet in slaagt de breuk met Marie te lijmen. De ‘medeplichtigheid’ in haar vaders geheim brengt haar wel dichter bij hem, zij het rijkelijk laat. Maar na het overlijden van haar vader weet Mona nu wel zeker: ze wil niet het soort leven leiden als Marie en haar vader en neemt een drastische beslissing ten opzichte van Louis …
Kom hier dat ik u kus vertoont enkele parallellen met het vorige boek dat ik las: We zullen niet te pletter slaan (Nina Polak, uitgeverij Prometheus). Ook Op de Beecks boek gaat over langs elkaar scherende relaties, de onmogelijkheid om elkaar ten volle te vinden, de amateuristische wijze van samen-leven. Ook in Kom hier dat ik u kus speelt de broer-zusrelatie een grote rol en aan het einde groeien Mona en Alexander, net als Anna en Schard in We zullen niet te pletter slaan, naar elkaar toe. Beide boeken schreeuwen het uit hoe slordig we vaak met onze familierelaties omspringen. Maar beide verhalen eindigen op dat vlak met een sprankel hoop.
Griet Op de Beeck schrijft bijzonder vlot en weet situaties en gevoelens in gevatte beelden te vangen. Het lijkt me geen sinecure om het algemene gevoel van tristesse - dat als een jus over Mona’s leven ligt - het hele boek lang aan te houden, maar Op de Beeck slaagt erin zonder er een emoboek van te maken. Kom hier dat ik u kus is het aangrijpende verhaal van zovelen: het kind dat zich in een gebroken gezin sterk houdt en later, als volwassene, een leven lang met deze kwetsuren verder moet. Maar Mona gaat ermee aan de slag en geeft haar leven een nieuwe wending.
De titel van het boek krijgt in het allerlaatste hoofdstuk betekenis. Louis, Mona’s bij nader inzien fysisch en psychisch absente levenspartner, mist zowat alle belangrijke momenten in haar leven. Met koosnaampjes en mooie praatjes weet hij haar steeds weer voor zich te winnen. Maar na het overlijden van haar vader werkt dit trucje niet langer … “Kom hier dat ik u kus”, zegt Louis wanneer ze weer eens woorden hebben. Maar het is niet langer Mona die tot bij Louis moet komen; hìj is het die de stap moet zetten. En met een kusje redt hij het al lang niet meer bij haar. Aanwezigheid, nabijheid, écht praten … dat is hetgene wat Mona van een relatie verwacht. Als ze ièts geleerd heeft uit de levensweg van haar vader, is het dat haar leven geen kopie mag worden van dat van haar ouders. Door letterlijk weg te wandelen van Louis, zet Mona de eerste stappen in haar nieuwe, waarachtiger leven.
Het is Op de Beecks verdienste om met dit boek het begrip ‘beschadigde jeugd’ open te trekken. Als vanzelf associëren we dit immers al te vaak met huiselijk geweld of incest … Bij Mona speelde ‘slechts’ het overlijden van haar moeder - maar vooral het gebrek aan moederliefde - en later het gebroken gezin. Dit blijkt al genoeg verwaarlozing in te houden om kinderen te beschadigen. Wie aan zijn kindertijd een gebroken ziel overhoudt – en dat zijn er helaas velen – vindt in Kom hier dat ik u kus niet alleen herkenning en troost, maar ook de uitdaging en misschien zelfs de moed om de cirkel te doorbreken.
2014, 382 blz.
***
Kom hier dat ik u kus is het ontroerende verhaal van Mona en wellicht tegelijk een doorslag van het leven van heel velen. We volgen het hoofdpersonage gedurende drie verschillende levensfases: als dapper kind van tien, als beschadigde jongvolwassene van vierentwintig en als vijfendertigjarige vrouw die uit de kwetsuren van haar leven de juiste conclusies trekt.
Haar moeder komt om in een auto-ongeval wanneer Mona nog heel klein is. Ze herinnert zich de dagen na dit drama, maar ook dat ze geen verdriet voelt om haar moeder. Haar vader hertrouwt relatief vlug met Marie. Zij is - in tegenstelling tot Mona’s echte moeder - wél lief voor Mona en haar broer Alexander. Al vlug blijkt echter dat het huwelijk niet echt werkt. Anne-Sophie, het kindje dat Marie en Mona’s vader krijgen, blijkt een halfslachtige poging om hun relatie alsnog te redden. Als kind detecteert Mona haarscherp dat haar vader en Marie geen goede match zijn. Dat haar nieuwe mama niet eeuwig moe is omdat de kinderen zo lastig zijn (zoals Mona denkt) maar omdat haar man haar kapot maakt (zoals Marie denkt), is een denkstap te ver voor de kleine Mona …
Griet Op de Beeck levert een knappe prestatie om in het hoofd van een tienjarige te kijken en de kinderlogica via een monologue intérieur geloofwaardig op de lezer los te laten. Schitterend, maar evenzeer een pil vol tristesse, gevat in een capsule humor om het door te slikken.
In deel twee volgen we Mona die haar weg zoekt in het leven en in de liefde, hoe dan ook beschadigd door haar jeugd. Ze is ondertussen aan de slag als dramaturg en wordt verliefd op Louis, één van ‘s lands betere schrijvers. Toch loopt niet alles zoals in de film. Ze zien elkaar niet zo vaak als Mona wel zou willen en voor Louis komt Mona blijkbaar niet echt op de eerste plaats. Met het huwelijk van haar ouders als enige referentiepunt zet de dappere Mona door, zoals ze dat gewoon is uit haar kindertijd … “Ge verdient beter, zus”, zal Alexander aan het einde van het boek zeggen.
In het derde en laatste deel hervindt Op de Beeck de sfeer uit deel een, maar nu wordt alles beleefd en verwoord door de volwassen Mona. Haar vader wordt als terminale patiënt opgenomen in het ziekenhuis en dat brengt Mona nieuwe inzichten. Ze gaat beseffen hoezeer ze al die jaren naast elkaar leefden: zij, haar broer, Anne-Sophie, haar vader, Marie … In hun fragiele levens vol barsten, vonden ze geen vertrouwen voor diepgaande gesprekken en bleven ze vreemden voor elkaar. Dan blijkt haar vader op zijn sterfbed een geheim met haar te willen delen, of beter gezegd: wil hij iets geheimhouden voor Marie. Daarvoor heeft hij Mona nodig die een map moet weghalen uit een lade thuis. Het betreft liefdesbrieven van Johanna die hij leerde kennen na zijn huwelijk met Marie; getuigen van een kortstondige maar passionele buitenechtelijke relatie met een vrouw die hem –in tegenstelling tot zijn eerste twee echtgenotes- wél gelukkig had kunnen maken.
Dit gegeven doet Mona nog scherper inzien dat zij en haar gezin de kunst van het leven niet hebben gevat, dat zij en haar vader elkaar nog zoveel te vertellen hebben, maar dat het wellicht te laat is. Dat Op de Beeck Marie in dit hoodstuk als een variante op Hyacinth Boucquez ten tonele voert, moet de banaliteit van hun huwelijk, maar vooral het gebrek aan diepgang bij Marie onderstrepen.
Of het dan echt allemaal te laat is? Wellicht wel voor Mona’s relatie met Marie en Anne-Sophie die er niet in slaagt de breuk met Marie te lijmen. De ‘medeplichtigheid’ in haar vaders geheim brengt haar wel dichter bij hem, zij het rijkelijk laat. Maar na het overlijden van haar vader weet Mona nu wel zeker: ze wil niet het soort leven leiden als Marie en haar vader en neemt een drastische beslissing ten opzichte van Louis …
Kom hier dat ik u kus vertoont enkele parallellen met het vorige boek dat ik las: We zullen niet te pletter slaan (Nina Polak, uitgeverij Prometheus). Ook Op de Beecks boek gaat over langs elkaar scherende relaties, de onmogelijkheid om elkaar ten volle te vinden, de amateuristische wijze van samen-leven. Ook in Kom hier dat ik u kus speelt de broer-zusrelatie een grote rol en aan het einde groeien Mona en Alexander, net als Anna en Schard in We zullen niet te pletter slaan, naar elkaar toe. Beide boeken schreeuwen het uit hoe slordig we vaak met onze familierelaties omspringen. Maar beide verhalen eindigen op dat vlak met een sprankel hoop.
Griet Op de Beeck schrijft bijzonder vlot en weet situaties en gevoelens in gevatte beelden te vangen. Het lijkt me geen sinecure om het algemene gevoel van tristesse - dat als een jus over Mona’s leven ligt - het hele boek lang aan te houden, maar Op de Beeck slaagt erin zonder er een emoboek van te maken. Kom hier dat ik u kus is het aangrijpende verhaal van zovelen: het kind dat zich in een gebroken gezin sterk houdt en later, als volwassene, een leven lang met deze kwetsuren verder moet. Maar Mona gaat ermee aan de slag en geeft haar leven een nieuwe wending.
De titel van het boek krijgt in het allerlaatste hoofdstuk betekenis. Louis, Mona’s bij nader inzien fysisch en psychisch absente levenspartner, mist zowat alle belangrijke momenten in haar leven. Met koosnaampjes en mooie praatjes weet hij haar steeds weer voor zich te winnen. Maar na het overlijden van haar vader werkt dit trucje niet langer … “Kom hier dat ik u kus”, zegt Louis wanneer ze weer eens woorden hebben. Maar het is niet langer Mona die tot bij Louis moet komen; hìj is het die de stap moet zetten. En met een kusje redt hij het al lang niet meer bij haar. Aanwezigheid, nabijheid, écht praten … dat is hetgene wat Mona van een relatie verwacht. Als ze ièts geleerd heeft uit de levensweg van haar vader, is het dat haar leven geen kopie mag worden van dat van haar ouders. Door letterlijk weg te wandelen van Louis, zet Mona de eerste stappen in haar nieuwe, waarachtiger leven.
Het is Op de Beecks verdienste om met dit boek het begrip ‘beschadigde jeugd’ open te trekken. Als vanzelf associëren we dit immers al te vaak met huiselijk geweld of incest … Bij Mona speelde ‘slechts’ het overlijden van haar moeder - maar vooral het gebrek aan moederliefde - en later het gebroken gezin. Dit blijkt al genoeg verwaarlozing in te houden om kinderen te beschadigen. Wie aan zijn kindertijd een gebroken ziel overhoudt – en dat zijn er helaas velen – vindt in Kom hier dat ik u kus niet alleen herkenning en troost, maar ook de uitdaging en misschien zelfs de moed om de cirkel te doorbreken.
1
Reageer op deze recensie