Lezersrecensie
Piëta
Mimo Vitaliani is klein van gestalte, maar beschikt over een uitzonderlijk talent.
Op de openingspagina’s is hij stervende, maar al lang dood.
Wat hem niet tegenhoudt om op zijn leven terug te kijken, want “sinds wanneer mogen de doden hun verhaal niet vertellen?”
Het begint in 1914, als een granaat zijn vader aan stukken rijt en hij als tienjarige knaap op de trein naar Italië wordt gezet, het koninkrijk waar “schoonheid altijd kansloos is”.
Behalve als Vitaliani het uit marmer mag houwen.
Hij komt in Pietra d’Alba in Toscane terecht, bij een zielenpoot en een dronkenlap, een oom die zijn oom niet is: “Alberto haatte me, ik had een hekel aan hem, maar we leunden op elkaar om niet te vallen.”
Zijn leven zit gevangen in een blok steen, tot hij Viola Orsini ontmoet.
Wat volgt is een wervelende, in technicolor gevatte geschiedenis van een fascistisch land - langs kunst, het Vaticaan, circus en film, drank en hoerderij - gezien door de ogen van een man die al te makkelijk over het hoofd wordt gezien.
Tot dat niet meer lukt.
Maar, net als zijn vorige boeken is het bovenal een in welhaast vloeibare taal gegoten ode aan de liefde.
“Ik wou dat ik al mijn gebreken op een hoop kon leggen en kon verbranden, om weer degene te worden van wie ze hield.”
Jean-Baptiste Andréa is een grote meneer.
Met een uitzonderlijk talent.
Op de openingspagina’s is hij stervende, maar al lang dood.
Wat hem niet tegenhoudt om op zijn leven terug te kijken, want “sinds wanneer mogen de doden hun verhaal niet vertellen?”
Het begint in 1914, als een granaat zijn vader aan stukken rijt en hij als tienjarige knaap op de trein naar Italië wordt gezet, het koninkrijk waar “schoonheid altijd kansloos is”.
Behalve als Vitaliani het uit marmer mag houwen.
Hij komt in Pietra d’Alba in Toscane terecht, bij een zielenpoot en een dronkenlap, een oom die zijn oom niet is: “Alberto haatte me, ik had een hekel aan hem, maar we leunden op elkaar om niet te vallen.”
Zijn leven zit gevangen in een blok steen, tot hij Viola Orsini ontmoet.
Wat volgt is een wervelende, in technicolor gevatte geschiedenis van een fascistisch land - langs kunst, het Vaticaan, circus en film, drank en hoerderij - gezien door de ogen van een man die al te makkelijk over het hoofd wordt gezien.
Tot dat niet meer lukt.
Maar, net als zijn vorige boeken is het bovenal een in welhaast vloeibare taal gegoten ode aan de liefde.
“Ik wou dat ik al mijn gebreken op een hoop kon leggen en kon verbranden, om weer degene te worden van wie ze hield.”
Jean-Baptiste Andréa is een grote meneer.
Met een uitzonderlijk talent.
2
4
Reageer op deze recensie