“Bijzonder zijn, dat willen we allemaal”
Vanaf ’82 schrijft Meg Wolitzer om de paar jaar een boek dat in Amerika altijd goed ontvangen wordt. Toch brak ze pas in 2013 internationaal door met De Interessanten.
Het zomerkamp ‘spirit in the woods’ is speciaal bedoeld voor talentvolle jonge mensen die hun creatieve talent hier kunnen ontwikkelen. Onder hen is Julie - Jules voor vrienden - die net haar vader heeft verloren en een beurs heeft gekregen om mee te doen aan dit voor haar onbetaalbare kamp. Ondanks haar andere achtergrond (ze heeft immers geen rijke of beroemde ouders) wordt ze deel van een groepje van zes: ‘de interessanten’. In deze zomer van 1974 vormen zij een vriendschap die levenslang zal duren.
Wolitzer beschrijft het verdere leven en de geschiedenis van deze zes vrienden. De jaloerse Jules vormt de rode draad in het verhaal. Zij heeft aan het kamp een misplaatst gevoel van exclusiviteit overgehouden en hangt nu tussen wal en schip. Ze is continu jaloers op haar vrienden van het kamp en voelt zich te goed voor iedereen die daar niet bij hoort. Zelfs Dennis, haar latere echtgenoot, beschrijft ze constant als “normaal”en ambitieloos.
De jaloezie van Jules is niet meer onder controle te houden, terwijl er ogenschijnlijk geen reden toe is, want met haar vrienden gaat het eigenlijk ook niet al te goed. De mooie Ash - het voornaamste doelwit van Jules’ jaloezie - heeft een man die eigenlijk verliefd is op Jules, een broer die gevlucht is nadat hij is beschuldigd van verkrachting, een zwaar autistische zoon en met haar eigen carrière wil het maar niet vlotten. Ook met de andere vrienden is lang niet alles zo mooi als Jules het zich voorstelt. Vooral de geschiedenis van de homoseksuele Jonah blijft nog lang bij. Van de zes vrienden blijkt er maar één écht talent te hebben en daarmee door te breken.
Wolitzer heeft mooi beschreven hoe de vrienden zich ontwikkelen en welke teleurstellingen het ouder worden met zich meebrengt. Er zitten bovendien sterke dialogen in het boek. Toch kost het moeite om het boek uit te lezen, het verhaal kabbelt het grootste deel van de tijd maar een beetje door. Je kunt je niet écht inleven in deze egocentrische hoofdpersonen, waardoor er altijd afstand blijft en je niet echt geboeid raakt.
Gelukkig is er personage Dennis. Hij is de enige die zich niet per se bijzonder hoeft te voelen en daardoor van buitenaf kan reflecteren op het groepje: “Bijzonder zijn, dat willen we allemaal. [...] De meeste mensen hebben geen talent. Wat moeten die dan? Zich van kant maken? Is dat wat ik zou moeten doen?”. Hij vraagt zich af of ‘bijzonder voelen’ nou zo essentieel is. Dit is een van de interessantere thema’s in het boek, omdat het zo actueel is. Excellentie in het voortgezet onderwijs, honourprogramma’s op de Universiteiten: de kranten staan er vol mee. Volgens onze staatssecretaris dagen we jonge talentvolle mensen niet genoeg uit. Ook het boek van Amy Chua Battle Hymn of the Tiger Mother (dat in Amerika heeft geleid tot het Tiger Mama Syndrome) promoot het bevorderen van het talent van kinderen en leidt tot een exclusiviteitgedachte. De interessanten laat daar de andere kant van zien: ouders die niet tevreden zijn als je het niet goed genoeg doet en een ongezonde jaloezie die ontstaat bij de mensen die niet voldoen aan de eisen van excellentie.
Reageer op deze recensie