Alles gaat voorbij
"De zon kwam op. Heel langzaam rees de zon boven de horizon om zijn licht uit te strooien. Maar de hemel was zo uitgestrekt, zo egaal, dat het tijd kostte hem met licht te vullen. Heel geleidelijk kleurde de donkere lucht blauw; de boomblaadjes in de bossen glinsterden; in de diepte glansde een bloem (…) De zon stak het kanaal over en klopte vergeefs aan op de deken van dichte zeemist. Langzaam verspreidde het licht zich in het waas boven Londen."
In De jaren heeft Virginia Woolf (1882-1941), bekend om haar fragmentarische schrijfstijl en de zogenaamde stream of consciousness, de periode van 1880 tot de jaren dertig beschreven. Het was een tijd waarin er veel veranderde en dat is ook het thema van deze roman die in het kader van Schwob, de tien herontdekkingen van 2017, voor het eerst in het Nederlands is vertaald en uitgegeven. Woolf was een tijdgenote van de Nederlandse schrijfster Carry van Bruggen, wier werk opvallend veel overeenkomsten vertoont qua thematiek, compositie en stijl.
"Het was januari. Het sneeuwde; het sneeuwde al de hele dag. De hemel strekte zich uit als een grijze ganzenvleugel waaruit op heel Engeland kleine veertjes vielen. De lucht was een grote warreling van vallende vlokken. Landwegen waren gladgestreken; holtes gevuld; de sneeuw stremde langs de beken, verduisterde ramen en lag tegen de deuren gedrukt. Buiten klonk een zacht gerucht, een licht geknisper, alsof de sneeuw zelf in lucht veranderde; verder was het stil, behalve als er een schaap kuchte, de sneeuw van een tak plofte of in een lawine van een dak in Londen gleed…"
De roman bevat kortere en langere fragmenten, scènes uit het leven van verschillende leden van de familie Pargiter, die voorafgegaan worden door prachtige, mystiek aandoende beschrijvingen van het seizoen, de ruimte en de sfeer. In het eerste deel bezoekt kolonel Pargiter zijn minnares, terwijl zijn vrouw op sterven ligt. De meeste kinderen wonen nog thuis, als ze sterft en begraven wordt. Van vele gezinsleden, maar ook van allerlei neven en nichten leren we de gedachten kennen. Omdat zowel het perspectief als ook de tijd voortdurend verspringt en de personages niet echt geïntroduceerd worden, verkeer je als lezer regelmatig in verwarring. Het ene moment krijg je een soort vogelvluchtperspectief en dan weer krijg je een inkijkje in de gedachten van een personage zonder direct te weten met wie je te maken hebt. Dat schept afstand. Je krijgt geen gelegenheid om je met een van de familieleden te identificeren.
Mensen sterven of gaan het huis uit, trouwen en krijgen kinderen, vinden werk in Afrika of India en keren later weer terug. Dan merken ze dat de anderen ouder zijn geworden en veranderd zijn. De meesten zijn in goeden doen en merken op dat andere mensen in armoede leven, maar misschien een minder saai leven leiden. Sommige familieleden ergeren zich aan het inhoudsloze geklets op feestjes en andere familiebijeenkomsten, het langs elkaar heen praten, de onechtheid en de verveling. Ze vragen zich af wat het nut is van al die sociale plichtplegingen. Veel mensen zeggen steeds hetzelfde; praten over geld, macht en politiek. Er is een verlangen naar vrijheid en hoop op ‘de nieuwe wereld’. Voor Eleanor, die lang voor haar vader heeft gezorgd en nooit getrouwd is, is de ouderdom een zegen. Ze geniet met volle teugen van de vrijheid die ze heeft om te reizen en haar appartement in een flatgebouw vol moderne gemakken. Lady Laswade is blij als ze zich in haar eentje kan terugtrekken en geen rekening meer hoeft te houden met andere mensen.
"Tenslotte kwam de maan op en hoewel ze nu en dan achter wolkenflarden verdween, scheen de blinkende munt sereen, streng of misschien wel volstrekt onverschillig. In een traag verstrijken, als van de stralen van een zoeklicht, gleden de dagen, de weken en de jaren langs de hemel."
Reageer op deze recensie