Een oude vrouw schudt haar hoofd
“Aan de grenzen van het zijn – zo stel ik het me voor – zijn er al die kleine zielen, kattenzielen, muizenzielen, vogelzielen, zielen van ongeboren kinderen, die samendrommen, smeken om te worden binnengelaten, smeken om geïncarneerd te worden.”
In afwachting van de verschijning van het laatste deel van de trilogie over Jezus, dat in november zal verschijnen, heeft uitgeverij Cossee de fans van J.M. Coetzee (1940) op een voorproefje getrakteerd in de vorm van zeven korte en minder korte verhalen, geschreven tussen 2008 en 2017 en vertaald door Peter Bergsma. De oorspronkelijke titel luidt Moral tales en dekt de lading eigenlijk beter dan die van het titelverhaal. Wat alle stukken, kort of langer, verhalend of meer beschouwend, namelijk met elkaar gemeen hebben is dat ze morele kwesties aan de orde stellen.
In het eerste verhaal voelt een vrouw angst voor een waakhond en vraagt zich af waarom ze haar angst niet onder controle kan houden en hij die angstgeur ruikt. De eigenaren voelen zich niet verantwoordelijk voor het gedrag van hun hond. In het tweede verhaal wordt een vrouw ten tonele gevoerd die vreemdgaat zonder zich schuldig te voelen. Vanaf het derde verhaal komt Elisabeth Costello, de hoofdpersoon van de gelijknamige roman uit 2003, tevoorschijn. Ze is 65 jaar geworden en heeft haar haar geverfd, tot afgrijzen van de (klein)kinderen, omdat ze wel weer eens bekeken wil worden. De vraag is hoe men haar bekijkt.
“Laat andere mensen maar voorbeelden zijn. Ik ga waarheen mijn ziel me leidt. Dat heb ik altijd gedaan.”
Vanaf het vierde verhaal is ze nog ouder en vraagt ze zich hoofdschuddend af waar het naartoe gaat met de wereld, iets wat ze nooit gedacht had te zullen doen. Ze ergert zich aan slechte manieren, slecht taalgebruik en luidruchtigheid. Haar kinderen vragen haar om bij hen te komen wonen, opdat ze goede zorg kan krijgen. Zelf wil ze zich echter heel anders voorbereiden op haar naderende einde. Ze voelt zich verantwoordelijk voor mensen en dieren die een ongemakkelijke relatie hebben met de buitenwereld; die verwilderd zijn geraakt door gebrek aan zorg. Ze denkt veel na over de verhouding tussen mens en dier; in hoeverre een dier bewustzijn heeft (bijvoorbeeld van zijn naderende dood) en mensen zich als beesten kunnen gedragen. Het is geen liefde wat haar drijft, maar rechtvaardigheidsgevoel. Ze overweegt een glazen abattoir in de stad te laten plaatsen om mensen te confronteren met wat daar gebeurt. Ze merkt dat ze zichzelf aan het verliezen is en wil haar leven op orde brengen, nu mist en verwarring in haar hoofd rondwaren. Daarom stuurt ze haar zoon fragmenten van een essay.
Coetzee heeft vaker geschreven over mensen of dieren die niet in het systeem passen. Ook herkenbaar is het feit dat personages in zijn boeken meer verantwoordelijkheid voor de samenleving voelen naarmate ze ouder worden. Vermoedelijk loopt dit proces parallel met zijn eigen levensloop. De ernst en de integriteit waarmee hij dit doet, dwingen bewondering af en wie zelf te maken heeft met een ouder wiens levenseinde nadert, kan zowel de eigenwijsheid als de veranderingen in karakter en gedrag herkennen. Het maakt benieuwd naar zijn aankomende roman De dood van Jezus.
“In de wereld waarop ik hoop en waarvoor ik bid zal elke ziel tenminste een kans hebben. Er zullen geen ongeboren wezens meer voor de poort wachten, roepend om te worden binnengelaten. (…) We zullen niet langer de poort hoeven te versperren en te hoeven zeggen: “Sorry, jullie mogen er niet in, jullie zijn niet gewenst, jullie zijn met te veel.”
Reageer op deze recensie