Kracht naar kruis
'Ieder huisje heeft zijn kruisje', zegt men wel, maar sommige mensen lijken een zwaarder leven te hebben dan andere. Het zijn de jaren ’60 van de vorige eeuw. Antonia (39 jaar) is boekhandelaar in het gereformeerde Spakenburg en zorgt voor haar zenuwzieke moeder Marie en haar zwakzinnige zus Belia. De ene keer kwijt ze zich liefdevol van haar plichten, ander keren snauwt ze beiden af uit ergernis om hun lastige gedrag. Ze worstelt met het verlangen naar vrijheid en het schuldgevoel dat ze hen dan in de steek laat. Hierop speelt haar moeder handig in:
“Er komt een bejaardentehuis”, zei Antonia (…) “Is het niks voor jou?” (…)
“Je wil van me af”. Marie zakte op een stoel neer.
Antonia pakte de volgende pan. Ze schuurde over de bodem alsof ze erdoorheen wilde. “Het enige wat ik wil, is dat er beter voor je wordt gezorgd. En dat je meer aanspraak krijgt”. Ze werd onpasselijk van haar eigen leugens.
“Nou zit je je zelf weer schoon te praten”.
Antonia spoelde het sop van de pan en zette hem op het aanrecht. Ze rukte de theedoek uit haar moeders hand en droogde de rest van de vaat. “Moet ik dan tot aan je dood voor je blijven zorgen?”
“Kinderen horen dat te doen”.
“Heb ik geen eigen leven?”
Een eigen leven?”, smaalde haar moeder. “Wat een eigen leven? Ik heb nooit een eigen leven gehad. Altijd stond ik voor een ander klaar. Toen mijn vader hulpbehoevend werd, heb ik er geen moment over na moeten denken om hem in huis op te nemen. Onze Mijntje niet, hoor. Mijntje wilde hem niet, maar ik heb hem tot aan zijn dood verzorgd.”
“Vraag niet hoe.”
Het tweede hoofdstuk is geschreven vanuit het perspectief van Adam, een weduwnaar met een zoontje, die de contactadvertentie plaatst waarop Antonia reageert. Wat Antonia niet weet, is dat hij tussen de ontmoetingen met haar ook met andere vrouwen afspreekt, omdat ze niet zijn eerste keus is. Uiteindelijk kiest hij toch voor haar en staat zij voor de beslissing om het haar moeder te vertellen, die panisch reageert. Doordat het perspectief zich ook af en toe naar Marie verplaatst, ontdekt de lezer dat er in het verleden iets vreselijks is gebeurd, wat te maken heeft met Antonia’s vader en een verklaring vormt voor Maries zenuwaanvallen. Wanneer echter het familiegeheim eindelijk aan het licht is gekomen en door Antonia is verwerkt, blijkt het noodlot nogmaals toe te slaan. Dat Antonia desalniettemin haar veerkracht en ontvankelijkheid weet te behouden, is wellicht mede te danken aan het geloof dat op de achtergrond aanwezig blijft en niet alleen drukt, maar ook troost geeft.
Ondanks de zware thematiek blijft Een man uit de krant licht van toon en dat is knap gedaan door Wim Duijst, die zelf in Spakenburg is opgegroeid en eerder De engel van Spakenburg schreef. De hoofdstukken zijn kort en bevatten sterke dialogen. Ook de perspectiefwisselingen zorgen ervoor dat het nergens saai of langdradig wordt. Vanaf het begin wordt je nieuwsgierigheid gewekt en doordat de informatie goed gedoseerd wordt, blijf je geboeid doorlezen. Het milieu en tijdsbeeld zijn goed getroffen en de personages zijn genuanceerd beschreven, waardoor je je gemakkelijk kunt inleven in hun worsteling met het leven.
Reageer op deze recensie