Als een celloklank ‘s nachts midden in de duisternis
We verplaatsen ons naar Jeruzalem, december 1959, waar Sjmoeël Asj rusteloos door de regenachtige straten zwerft "als een duizelige beer die boos was omdat hij uit zijn winterslaap was gehaald". Hij is 25 jaar, verlegen en gevoelig, snel opgewonden en astmatisch, heeft een stevig postuur en weelderige haargroei. Zijn vriendin heeft de relatie verbroken, zijn Kring voor Socialistische Vernieuwing is verdeeld geraakt en zijn ouders hebben zijn studietoelage stopgezet, waardoor hij zijn onderzoek naar Jezus door de ogen van de joden moet stopzetten. Dan reageert hij op een advertentie waarin een student geesteswetenschappen wordt gevraagd als gezelschap voor een oude man in ruil voor kost en inwoning. Hij raakt betoverd door het huis en de tuin, waar een oeroude stilte heerst en – zo blijkt later- de geur van teleurstelling en verdriet. Hier brengt hij drie wintermaanden door en wordt de loop van zijn leven vertraagd. Zo presenteert de verteller de hoofdpersoon met enige afstand, maar trekt hij ook onmiddellijk de lezer in de melancholische sfeer van het boek.
De zolderkamer wordt zijn winterhol waar hij luiert, leest en schrijft. ’s Avonds voert hij gesprekken met de invalide Wald, die daarnaast vurige en sarcastische telefoongesprekken voert met onzichtbare vrienden. Ze discussiëren over de Israëlisch-Palestijnse kwestie en Sjmoeël vertelt over zijn onderzoek naar Judas Iskariot, die volgens hem aanvankelijk als spion naar Jezus was gestuurd, maar een van zijn vurigste apostelen werd en meer dan Jezus zelf in zijn goddelijkheid geloofde. Hij werd de bedenker, impresario, regisseur en producent van het spektakel van de kruisiging, maar toen Jezus als een mens van vlees en bloed stierf, verhing Judas zich uit schuldgevoel. In deze versie zou hij geen verrader zijn geweest.
Wald woont met zijn schoondochter Atalja Abarnaël. Toen Ben Goerion de oprichting van de staat Israël voorbereidde, ging haar vader twijfelen aan de juistheid daarvan. Zou het niet beter zijn wanneer joden en Arabieren staatloos, verdraagzaam naast elkaar zouden leven? Deze opvatting werd als verraad opgevat; Abarnaël werd verstoten en tot aan zijn dood doodgezwegen. Israël werd gesticht, er brak oorlog uit en de zoon van Wald kwam om.
Sjmoeël voelt zich aangetrokken tot de oudere Atalja, die afstandelijk en sarcastisch doet, maar warmte in haar stem heeft en hem af en toe benadert. Ze lijkt hem sympathiek te vinden en zoekt zelfs seksuele toenadering. Na drie maanden pakt ze zijn plunjezak en deelt hem mee dat hij moet vertrekken: "Als je langer bij ons blijft, raak je nog helemaal versteend. Net als wij. Dan raak je met mos begroeid. De beer moet weer wakker worden." Ontwaakt uit zijn winterslaap verlaat Sjmoeël Jeruzalem en neemt de bus naar een nieuwe nederzetting. De lente zit in de lucht.
Dit is een ideeënroman in de Oost-Europese traditie; er is een duidelijke verteller die ons met sfeervolle ruimtebeschrijvingen en prachtige vergelijkingen het verhaal inloodst. We wanen ons in Jeruzalem en raken betrokken bij de personages met hun dilemma’s, kwetsuren en overtuigingen. Amos Oz (1939) gebruikt de jonge en de oude man als spreekbuis voor zijn eigen ideeën over de relatie tussen Israël en Palestina. Al vaker heeft hij zich uitgesproken tegen fanatici en voor verdraagzaamheid en begrip, maar liet hij ook zien dat het naïef is om te denken dat Israëli’s en Palestijnen zo maar vrienden kunnen worden. Daarnaast nuanceert hij het begrip verraad aan de hand van zowel Judas en Abarnael als Sjmoeël zelf, die zich realiseert dat hij zelf in de ogen van zijn ouders ook een verrader is: "Wie de moed heeft zichzelf te veranderen, zal altijd beschouwd worden als een verrader door degenen die niet in staat zijn tot enige verandering."
Ooit zei Amos Oz in een lezing: "Literatuur vormt een brug tussen volkeren; zich kunnen inleven in iemand kan een tegengif voor fanatisme zijn." Daarvan is deze bezielde roman een goede illustratie. Hij verdient daarom een groot lezerspubliek en misschien wel de Nobelprijs, maar bovenal is hij wijs, mild en hartverwarmend.
Reageer op deze recensie