Wat zou het haantje gaan doen?
“Ik zei het ineens: ‘Ik weet dat je iets met haar hebt. Ze kijkt naar me of ze last van haar geweten heeft of iets van me wil. Hij ontkende. Noemde me achterdochtig. Te veel fantasie. Hij suste.”
‘Koningin van de neo-naturalistische troosteloosheid’ noemt Steinz Mensje van Keulen (1946) naar aanleiding van haar romans uit de jaren ’70 in zijn Gids voor de wereldliteratuur. In de dagboeken beschrijft ze de mislukking van haar huwelijk tegen de achtergrond van die tijdgeest. Eerder verscheen Alle dagen laat en Neerslag van een huwelijk (1977-1979) is het tweede deel. Aanvankelijk val je er abrupt in en weet je niet goed over wie of wat ze het heeft. Een introductie van de personages en de spanning die een roman voor je in kan nemen ontbreken. Je krijgt wel een inkijkje in haar binnenwereld, waardoor je je een soort voyeur voelt. Naast alledaagse, huiselijke details over het huishouden en de poezen beschrijft ze haar ongezonde leefstijl (drank, sigaren, drugs, patat en taart), haar sociale contacten met vrienden en familieleden, haar seksleven, gepieker en ergernissen.
“Ik zou me moeten inhouden, niet telkens verwijten maken, niet weer beginnen over een kind, aardig zijn en grappig doen, zoals hij me graag ziet. Maar er is meteen iets wat stokrecht in me overeind komt; ik laat niet over me heen lopen, ik pas ervoor een doetje te spelen.”
Van Keulen heeft veel collega-vrienden, zoals Hans Warren, Gerrit Komrij, Theo Sontrop en Maarten ’t Hart, met wie ze plezier maakt. Haar vader en vooral stiefmoeder worden minder positief beschreven en met haar echtgenoot Lon loopt het allesbehalve lekker. Ze houdt van hem en zorgt voor hem, maar vermoedt dat hij vreemdgaat. In het begin verzwijgt hij dat en zegt dat ze hem te veel vastpint. Ze is bang, achterdochtig en piekert veel, totdat de waarheid boven tafel komt. Hij gaat inderdaad vreemd met C, ook wel Fruitboom of Miss Kont genoemd. Vanaf dat moment komen sterkere emoties als jaloezie, haat en wraakzucht naar boven, die humoristische passages opleveren:
“Toen ik boven kwam, heb ik een vel papier gepakt en daarop de kut van de fruitboom getekend en een lul en door het midden een streep, waarna ik het heb verbrand en door de gootsteen gegooid.
Om 7 uur ging de telefoon. Na mijn ‘hallo’ werd er opgehangen. Ik draaide C’s nummer en hing na het opnemen van de telefoon op.”
Van werken komt niet veel terecht; ze heeft af en toe redactievergaderingen, schrijft versjes en leest af en toe voor. Soms is Lon lief, hij vrijt sowieso nog steeds met haar en zij laat dat gebeuren. Op andere momenten scheldt en slaat ze erop los, wanneer hij zijn beloften verbreekt.
“Ik zag het al: haartjes wassen, tandjes poetsen, zenuwachtig vriendelijk. Tja, wat zou het haantje gaan doen? Het zei: ‘Ik ga uit, denk ik’.”
Nadat ze een scène heeft geschopt, schaamt ze zich daarvoor en besluit ze een tijdje weg te gaan, maar mist haar huis en de poezen. Ze proberen het weer een tijdje, maar het langs elkaar heen leven in hetzelfde huis is ook verschrikkelijk. Zonder liefde schrompelt ze weg in het huis, is het een klooster, erger dan een klooster want achter de deur ligt een man. Wanneer ze voorstelt om te gaan scheiden, stemt hij eerst in om vervolgens te zeggen dat hij toch een kind wil. Het dagboek eindigt met de geboorte van haar zoon, ‘een nieuwe liefde’. Dat lijkt een happy end, maar in een interview vertelt ze dat ze een jaar later toch bij hem is weggegaan.
Neerslag van een huwelijk is een mooie, gebonden uitgave met foto’s. In het begin kun je je afvragen wat je met deze, niet geweldig geschreven, zielenroerselen aan moet, maar wanneer je op een derde deel bent aangekomen en het drama toeneemt, wordt de stijl beter en de inhoud boeiender.
Reageer op deze recensie