Liefde kent vele vormen en schuilt in vele dingen
De nieuwe roman van Alex Boogers (1970) heeft een vertrouwde, indringende opening: “Dat gedrocht is niet van mij”, zegt de vader van Harvey bij diens geboorte. Die groeit op met het litteken van de afwijzing, drankmisbruik en geweld. Gelukkig gelooft zijn moeder wel in hem, evenals huisvriend Angelo, die boeken voor Harvey meeneemt. Harvey is groot en zwart, woont in een achterstandswijk en praat nauwelijks, omdat zijn vader hem geleerd heeft zich koest te houden. Veel mensen zijn bang voor hem en denken dat hij dom is, maar dat is hij niet. Hij observeert veel en denkt na.
“Vergeet Amy.”
Zijn buurmeisje Amy heeft het ook moeilijk. Haar joodse vader is al jong overleden en haar stiefvader vindt ze een monster. Ze is intelligent, sensitief en kunstzinnig. Haar docenten beeldende kunst en maatschappijleer stimuleren haar om kritisch te denken en zich uit te drukken, maar thuis en op straat heeft men geen oog voor haar kwaliteiten. Haar ouders vinden haar zelfs vreemd en sturen haar naar een psycholoog, maar die vindt ze nep. In de polder en op het dak van de flat zoekt ze rust.
“Zo moet het zijn (…) Je werkt, je vliegt, je vangt, je vecht, zonder acht te slaan op je kracht en je schoonheid.”
Daarnaast is er een oude man, Jacob, die na de dood van zijn vrouw de polder intrekt om een ijsvogel te spotten, de magie te zien in kleine wonderen. Hij treft Amy in het meer aan, met haar zakken vol zware stenen en voelt zich geroepen om haar te redden. Tussen hun ontmoetingen en gesprekken door blikt hij terug op zijn jeugd en huwelijk. Ook hij werd als kind verwaarloosd, maar kreeg als volwassene een vrouw om voor te zorgen. Ter compensatie voor hun kinderloosheid maakten ze vele reizen en probeerden ze in verre landen iets te betekenen voor kinderen. Toen zijn vrouw dement werd, zei ze vaak tegen hem dat hij op de kinderen moest passen.
“Misschien was er niemand opgewassen tegen deze buurt.”
Zo raken de levens van drie eenzame mensen die de wind niet in de rug hebben, met elkaar vervlochten in deze schrijnende en ontroerende roman. Wie het werk van Boogers kent, komt veel thema’s en motieven uit zijn vorige romans tegen: het leven in een afbraakbuurt, de afwijzing door een ouder, gewelddadigheid, anders zijn, vooroordelen, stimulerende docenten die een gidsfunctie vervullen en het ontwikkelen van eigenwaarde ondanks alle tegenslag. Nieuw in deze roman is de ouderdom van Jacob en de dementie van diens vrouw. Dit levert een liefdevol portret op.
Ook het gebruik van open plekken, flashbacks en perspectiefwisselingen komt bekend voor. Aan de ene kant wekt dit spanning op, waardoor je verder wil lezen. Je wil weten hoe het verder zal gaan met Harvey, waarom Amy stenen in haar zakken heeft gedaan, waarom ze niet meer naar school gaat en zich steeds vreemder gaat gedragen. Waarom gaat ze op het dak van de flat liggen en waarom staat Jacob met zijn jachtgeweer in de aanslag op de uitkijkpost? Aan de andere kant zorgt de veelvuldige wisseling van perspectief ook voor verwarring. Van alle drie lees je hun gedachten in de ik-vorm en de wisselingen worden nergens aangekondigd, waardoor je – zeker in het begin- even niet weet wie er aan het woord is en in welke tijd van het verhaal je zit.
Vooral wanneer de wijze lessen van de leraar maatschappijleer aan bod komen, duidelijk de spreekbuis van de schrijver, kun je je afvragen of Boogers niet te veel in het boek heeft gestopt. Wie nog niet eerder iets van deze schrijver heeft gelezen, kan daarom beter beginnen met een eerder boek, bijvoorbeeld Alleen met de goden, waarin een centrale hoofdpersoon gevolgd wordt. Voor de fans is deze roman daarentegen een feest van herkenning.
Reageer op deze recensie