Verschanst in woede en wrok
”Even streek de bewondering van de mensen voor haar, weduwe van een gefusilleerde oorlogsheld, troostend over haar rechte schouders en rug, maar seconden later vocht de koude woede over haar lot zich terug, sloot het harnas weer om haar verdriet.”
Er is al veel geschreven over de Tweede Wereldoorlog en de naweeën daarvan; over het verzet, het onderduiken en het verder moeten leven zonder een dierbare. Hier heeft Josha Zwaan (1963), bekend van Parnassia, Zeevonk en Dwaallicht, recentelijk een psychologische roman aan toegevoegd. Het gaat over het wel en wee van Lies van Gelder in de periode van 1934 tot 1995.
Lies is afkomstig uit een eenvoudig milieu - haar familie is van oorsprong joods, maar heeft zich bekeerd tot het hervormde geloof - en heeft de mogelijkheid gekregen om door te leren tot onderwijzeres. Ze komt als nanny in huis bij een rijk, joods gezin. Er heerst daar een levendige sfeer en de oudste zoon wordt verliefd op haar. Daniël is een bevlogen idealist, die zich aansluit bij de Communistische Partij en zich aangetrokken voelt tot de flinke, daadkrachtige vrouw. Ze trouwen, krijgen een zoon en gaan wonen op het Saturnusplein in Haarlem, maar Daniël wordt een uithuizige vader. Wanneer de oorlog uitbreekt, gaat hij bij het verzet, wordt verraden, opgepakt en geëxecuteerd. Lies heeft net haar tweede zoon gekregen, wanneer ze moet onderduiken. Het jongste kind gaat naar pleegouders en het oudste kind houdt haar op de been, terwijl zij aan een depressie lijdt.
“Het kind dat haar aanstaarde leek als twee druppels water op het gezicht dat ’s nachts haar dromen vulde, maar waaraan ze overdag niet wilde denken.”
Na de bevrijding wordt ze herenigd met haar jongste kind, dat op zijn vader lijkt, maar volkomen van haar vervreemd is. Ze voelt geen blijdschap en geen liefde, is alleen maar verbitterd en verstard. Het oudste kind blijft voor haar zorgen, maar is niet blij met de indringer en zij is ronduit onaardig tegen de jongste, die veel huilt en in zijn bed plast. Alleen bij de Communistische Partij, die financieel voor haar zorgt, voelt ze zich thuis, zeker wanneer het anticommunisme in Nederland toeneemt. De relatie met haar jongste zoon raakt nog meer verstoord en beide kinderen staan een relatie met een andere man in de weg. Wanneer zij ouder worden, nemen ze afstand van hun moeder, die zich pas jaren later realiseert hoezeer ze als moeder tekortgeschoten is.
De roman begint en eindigt met een brieffragment van Lies aan haar jongste zoon, waarmee ze haar zelfonderzoek inleidt en afsluit. De rest van het verhaal is in de zij-vorm geschreven, vanuit haar perspectief. De gebeurtenissen worden in chronologische volgorde verteld en beslaan een grote tijdspanne. Daardoor worden sommige periodes vrij snel samengevat en vinden er flinke tijdsprongen plaats om op cruciale momenten te vertragen. Dit is af en toe verwarrend, omdat er – met name aan het einde van de roman – ineens jaren voorbij zijn gegaan die je als lezer niet mee hebt beleefd.
Er wordt veel uitgelegd, bijvoorbeeld over het communisme in Rusland en de CPN, wat informatief is, maar de vaart uit het verhaal haalt. Het taalgebruik is meestal realistisch en adequaat, maar spreekt weinig tot de verbeelding. Misschien heeft dat laatste te maken met de waargebeurde feiten waarop de schrijfster zich heeft gebaseerd. De roman begint ouderwets romantisch, wanneer Lies kennismaakt met het gezin Schrijver en de verliefde Daniël. De lezer blijft op afstand. Pas wanneer na diens dood het drama zijn intrede doet en het gevoelsleven van de hoofdpersoon centraal komt te staan, wordt de roman intenser en schrijnender. Het wordt ongemakkelijk. Op een bepaald moment kun je zo’n afschuw krijgen van wat Lies doet, dat je niet meer verder wil lezen. Opnieuw wordt er dan afstand geschapen tussen de hoofdpersoon en de lezer. Al met al wordt er een interessant thema aangekaart, waaromtrent de lezer lang in spanning wordt gehouden, maar sluit je het boek met gemengde gevoelens over inhoud en vorm.
Reageer op deze recensie