Als God bestaat…
'Er zijn momenten dat alles klopt, momenten dat het menselijk streven iets van het leven te maken, zin te geven aan iets wat betekenisloos is, haar met verwondering vervult.'
Volgens een joodse mythe zouden er 36 rechtvaardigen zijn, die zonder elkaar te kennen de wereld in stand houden. God zou genoegen scheppen in mensen die onafhankelijk van elkaar schijnbaar zinloze handelingen verrichten vanuit liefde en toewijding. De laatste is hij of zij die de rechtvaardigen vindt, waarna alles weer van voren af aan begint.
Dit interessante gegeven heeft Richard Osinga (1971), ex-diplomaat en ondernemer, geïnspireerd tot het schrijven van 36 korte verhalen, die zich in verschillende tijden en meestal verre landen afspelen. Wie de rechtvaardigen zoekt is achterstevoren ingedeeld. Het begint met een epiloog, daarna met hoofdstuk 36 en eindigt met hoofdstuk 1. Dat schept aanvankelijk enige verwarring, maar eigenlijk maakt het niet veel uit in welke volgorde je de verhalen leest.
Sommige verhalen gaan over mensen die patronen zoeken die er niet zijn, zoals een rechercheur die een moord onderzoekt, een natuurkundige die alles alleen maar kan begrijpen aan de hand van formules of een tegendraadse literatuurwetenschapper die ondanks redenen voor twijfel ervoor kiest om te geloven in het bestaan van een bepaald manuscript.
‘Wie zijn leven doorbrengt met het herhalen van steeds dezelfde handelingen, mist de gelegenheid zijn verstand te scherpen.'
Andere verhalen gaan over mensen die binnen een bepaalde traditie zijn opgegroeid en te maken krijgen met veranderingen. Zij staan voor de keus om de traditie te doorbreken en buiten de gebaande paden te treden, zich open te stellen voor andere manieren van denken of juist de tradities door te geven aan buitenstaanders.
Tijd is een motief dat op verschillende manieren terugkeert. Aan de ene kant is er de voortschrijdende tijd die verandering met zich meebrengt, aan de andere kant is er een gevoel van eeuwigheid alsof de tijd stil staat, of de gedachte dat alles zich herhaalt. In enkele verhalen worden ook zinnetjes ritmisch herhaald, een thema met variaties, wat een muzikaal effect heeft.
Een ander motief is het afleggen van het ego. Een Perzische koning krijgt de oproep van een Indiase dichteres om voor het dichterschap te kiezen, als hij zin wil geven aan zijn leven. En een christelijke arts ontdekt dat een schijnbaar barbaars Indiaans ritueel om alle bezittingen weg te geven of te verbranden overeenkomsten vertoont met de lessen uit de Bijbel.
Wat de verschillende verhalen het meest met elkaar gemeen hebben, is de sfeervolle beschrijving van de couleur locale. Binnen een paar regels verplaats je je in een andere, verre cultuur. Wat er waar is of verzonnen, doet er natuurlijk niet toe. Osinga etaleert zijn eruditie, niet alleen door het gebruik van woorden uit andere talen, maar ook door de verwijzingen naar werk van schrijvers als Borges, Cervantes en Thornton Wilder. Dat is leuk voor de lezer die dat herkent en begrijpt, maar kan ergernis opwekken bij de minder 'geleerde' lezer.
De samenhang tussen de verhalen is lastig te bepalen. In hoeverre alle hoofdpersonen werkelijk rechtvaardig zijn, kun je je afvragen. Het raadsel blijft in stand. Of het echt nodig was om het getal 36 vol te maken, is ook de vraag. Het maakt een geconstrueerde indruk. Sommige verhalen zijn heel mooi en intrigerend, andere voegen weinig toe of spreken minder tot de verbeelding. Na lezing van het hele boek ben je veel vergeten. Dat is het nadeel van korte verhalen en een veelheid van personages die allemaal vluchtig worden getypeerd. Het kan je er wel weer toe aanzetten om opnieuw te beginnen en daarbij de omgekeerde volgorde te kiezen.
Reageer op deze recensie