Gruwelijk kantoorleven
Tom Hofland heeft in zijn derde roman, De menseneter, een hedendaagse versie van de gothic novel neergezet. Met een moderne Dracula of Frankenstein, in de vorm van een enge interim-manager. In een moderne setting: geen oud, krakend kasteel, maar een modern kantoorgebouw met klimaatbeheersing en veel resultaatverantwoordelijken. En verder met alle ingrediënten die in zo’n horrorverhaal passen: doodenge mensen met vreemde gewoontes, naïeve types die veel te lang blijven geloven dat het allemaal niet zo erg is, en natuurlijk ook veel bloed en bovennatuurlijke verschijnselen. Het levert een vermakelijke en goed geschreven roman op, die voor de liefhebbers van hedendaagse (kantoor)horror zeker het lezen waard is, en ook nog enige maatschappijkritiek bevat.
'Dat is niet een boodschap die elke lezer past en niet een verhaal voor elke lezer.' – Recensent Inge
Hofland schrijft naast romans ook toneel, columns, artikelen en korte verhalen. Zijn romans variëren in genre: zijn debuut Lyssa was een soort kostuumdrama, zijn tweede roman, Vele vreemde vormen, een detective. Naast schrijver is Hofland ook een succesvol radio- en podcastmaker.
Het hoofdverhaal speelt zich grotendeels af in en rond kantoor. Afdelingsmanager Lute krijgt opdracht zich van een aantal collega’s te ontdoen en weet daar als goed-weer-manager geen raad mee. Gelukkig komt hij een man tegen, Lombard, die dat wel voor hem wil oplossen. Hij gaat met hem in zee en haalt daarmee de duivel binnen, zowel in zijn eigen leven als in dat van anderen. De interimmer blijkt wel erg goed in het wegpoetsen van boventalligen en het gaat van kwaad tot erger. Het verhaal vliegt door, er gebeuren dingen die regelrecht uit een horrorfilm komen of uit een zwaar beneveld brein en het mooie is dat het tóch allemaal past.
Dat heeft naast het mooi bedachte script te maken met de schrijfstijl, die heel beeldend en filmend is. Ook met de dialogen: ze kloppen gewoon, ook al zeggen mensen de meest vreselijke of onwaarschijnlijke dingen. Het is een soort film die op je afkomt: je weet dat het niet kan, je snapt het ook niet helemaal (net als de personages zelf), maar toch wil je verder, je wilt het meebeleven. De schrijver laat Lombard ergens halverwege zeggen tegen een werknemer:
'Maar wie kwaad wil… écht kwaad wil… die moet een systeem ontwerpen. Een systeem waarin de deelnemers elkaar tot op het bot wantrouwen. Waarin ze elkaar controleren en klein houden voor hun eigen gewin. (…) Dat systeem draait op ideeën die als feiten worden gezien. (…) Een ondernemer die honderd man personeel wegpest om zo geld op ontslagregelingen te kunnen besparen. Een arbeider die zichzelf letterlijk kapotwerkt omdat er voor hem tien anderen in de rij staan: en hij accepteert het ook nog. In zo’n systeem wordt het kwaad vanzelfsprekend.'
En dat is ook zo in dit verhaal. Dat is niet een boodschap die elke lezer past en niet een verhaal voor elke lezer. Hou je van verhalen die niet steeds ongemakkelijker maken en gillend uit de (goed geconstrueerde) bocht vliegen, dan kun je beter een ander (kantoor)boek lezen. Maar wie wil lachen om kantoorellende, ook wel eens gek wordt van zijn bazen, en ook nog fijn wil huiveren en rillen, dan is dit een geweldig boek.
Reageer op deze recensie